Molen Oostermolen / Dircks- of Uterste Molen, Edam

Edam, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Oostermolen / Dircks- of Uterste Molen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08270
oude dbnr.
V8270
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Edam
plaatsaanduiding
in het Oosteinde, Achterhaven n.z.
gemeente
Edam-Volendam, Noord-Holland
streek
De Zeevang
geo positie
X: 132552, Y: 503023
N: 52.51443, O: 5.05652

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verplaatst
verplaatst naar
geschiedenis
Hertog Albrecht van Beieren, graaf van Holland, bepaalde op 8 november 1393 in Den Haag dat "onsen luden ende ondersaten van IJedamme, van Middelije, van Coedijc, van Waerder, van Etersem ende int Oergat wonende ... voertaen gunnen willen ende ghunnen ... de wint rusteliken ende vredeliken in toecomende tiden gebruken mogen tot horen profiit". Omdat daarmee het recht op het gebruik van de wind erkend werd, zal er waarschijnlijk al wel gebruik van zijn gemaakt en bestond er dus een korenmolen in het genoemde gebied. Er zijn aanwijzingen dat de latere Oostermolen reeds in de jaren 1337-1340 bestond.

In 1454 werd er een molen genoemden in 1462 stonden er zeker twee molens in Edam: die van Heijn molenaar en Pieter Moenz en die van Jan Jan Wouterz jr. en Meijnert Jan Wouterz op de Lingerzijde (Tenbruggencatenummer 08268). Bovendien was er sprake van "Dircx moelen", een aanduiding die vijftig jaar later ook nog bestond en de molen van wijlen Pieter Moensz betrof. Waarschijnlijk werkte daar in 1514 ene Jaep als molenaar, zodat de molen ook als "Jaep Minnertsz molen" werd aangeduid.

In 1506 en 1514 werden molens van drie Pieters genoemd: Pieter (Jan) Walichz, wijlen Pieter Moensz (nu zijn zonen Dirck en Claes Pietersz) en Pieter Coppesz. De tweede van deze molens stond bij de Oosterpoort en heette "die Oestermolen" of "die Uterste muelen". In 1530 waren de eigenaren Jan Walichz, Dirck Pieter Moensz en zijn broer Claes en Arnt de molenaar.

In 1546 bleek, dat er in ieder geval vier molens waren. Allereerst is er sprake van "die Middelste molen" (Tenbruggencatenummer 08269) en stonden er dus drie op een rij. De eigenaars waren ene Pieter, Cornelis Thijsz en Willem molenaar en twee van deze drie molens stonden aan de oostkant van de stad. Later was Pieter Jansz molenaar eigenaar van het erf van de zogenaamde Broers molen, die geheel in het oosten van de stad en niet ver van de vesting was gelegen. De vierde molen in 1546 was "Jan Walichs mollen", die even ten noorden van de Lingerzijde bij de Westerpoort stond.

Toen in de zestiger jaren van de zestiende eeuw de eerste plattegronden van Edam werden vervaardigd, werden er inderdaad vier molens op aangegeven. Tussen de Kerkstraat en de Oosterpoort stonden er drie langs de Achterhaven en de vierde was ten noorden van de Lingerzijde bij de Westerpoort gelegen. Ook in 1581 werden de eigenaars van de molens in de stad genoemd. De Oostermolen (dit record) was toen van Cornelis Willemsz, de Middelste molen (Tenbruggencatenummer 08269) van Herck Cornelisz, de zogenaamde Nieuwe molen (dbnr. 8266) van Thonis Adrijaensz en Crijn Dircxz en de meest westelijke molen (Tenbruggencatenummer 08268) van Sijmon Tijsz. De westelijke van de drie aan de Achterhaven was in 1571 vernieuwd door molenmaker Gert Gertsz uit Hoorn, hetgeen de aanduiding Nieuwe molen verklaart.

Op verzoek van molenaar Claes Cornelisz werd hem in 1607 toegestaan om de Oostermolen op het Noordooster blokhuis te zetten. Het huisje bij de Oostermolen werd pas in 1651 door de stad verkocht om te worden afgebroken.

Bronnen:
- Tot verbeteringe van de neeringe deser Stede: Edam en de Zeevang in de late Middeleeuwen en de 16de eeuw door C. Boschma-Aarnoudse, 2003. Zie Google Books.
- Molens van Edam door D.M. Bunskoeke, 1999.

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een schatting naar de kaart van Jacob van Deventer.

De derde Edamse korenmolen werd in 1469 gebouwd aan de Achterhaven in het Oosteinde, een mogelijke aanleiding hiertoe was de snelle bevolkingsgroei in Edam tussen 1520 en 1540. Jacob Jan Wenkes kocht van de kerk een rentebrief groot 26 stuivers per jaar als eeuwige pacht op de molen en molenwerf.