Molen De Bruijnvis, Middelie

Middelie, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Bruijnvis
modeltype
Onbekende windmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08293
oude dbnr.
V8293
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Middelie
plaatsaanduiding
gemeente
Edam-Volendam, Noord-Holland
plaats(en) voorheen
Axwijk
streek
De Zeevang
geo positie
X: 130551, Y: 503826
N: 52.52156, O: 5.02698

constructie

modeltype
Onbekende windmolen
krachtbron
wind
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Deze molen moet al voor 1633 door de bekende molenbouwer Jan Jansz Vijselaer aan de Purmer ringsloot zijn gebouwd. De exacte bouwdatum is niet bekend, omdat de grondbelasting van de molens buiten de stad niet goed werd bijgehouden.

Niet lang na 1636 verkocht de molenbouwer zijn zaagmolen aan de broers Pieter Wijncoper en Jan Claesz Bruijnvis. Wellicht heeft de (latere) achternaam van de laatste te maken met die van de molen, die immers later "de Bruijnvis" heette. Deze naam kan zijn geïntroduceerd door de Zaankanter Simon Claesz, sinds 1644 eigenaar van de helft van Pieter.

Er ontstond een geslaagde samenwerking tussen Jan Claesz Bruijnvis en Barent Jacobsz Slot, beide zaagmolenaars te Edam. Door hun samenwerking raakte Willem Pietersz zijn compagnon op De Samson (Tenbruggencatenummer 07687) kwijt. Vrijwel zeker was Slot werkzaam op de zaagmolen, eigendom van Claas Claasz Waterlooper (Tenbruggencatenummer 08291) en gelegen ten westen van de stad aan de Purmer ringvaart. De uit Enkhuizen afkomstige Waterlooper had deze wagenschotmolen gekocht van Jan Pauwelsz en bleef eigenaar tot Pieter Pietersz Josephs hem voor ƒ 1000,= overnam.

Bruijnvis was eigenaar van een andere zaagmolen aan de Ringvaart, die naast die van Waterlooper was gelegen. Gezamenlijk kochten de heren Slot en Bruijnvis de helft van de dan als "Sampson" aangeduide molen van Claes Pietersz Beets, waarna zij het met hun invloed en kennissenkring ook voor het zeggen hadden in deze grootste van de drie aanwezige zaagmolens.

Beide compagnons hielden de markt goed in de gaten en wisten de concurrentie de baas te blijven. Slot ging verder met De Samson (Tenbruggencatenummer 07687) en kocht de andere helft voor ƒ 1505,= erbij. Bruijnvis nam de helft van de molen aan de Purmer ringsloot (Tenbruggencatenummer 08293) op zijn beurt van Slot over.

Jan Bruijnvis' zoon Claas Jansz Bruijnvis besloot in 1683 tot verkoop van de geëxploiteerde molen. Daarop volgde een veiling:
"Men presenteert te verkoopen aen de meest daervoor biedende een saeghmolen genaemt de Bruijnvis, mitsgaders de huijsinge die daer bij is met hare toebehoorende erven ende het stuckje lants daer annex. Gelegen aen de ringhsloot aen de Grasdijck, belent met het kleijne molenwerfje ten noorden ende de dwarts ringhsloot ofte de barmte van de Seevancks dijck ten suijden. Daerbij te leveren de boot daer bij de voorschreve molen nu gebruijckt wert, item 67 stuckx sagen, soo groot als kleijn, 2 trecksagen, 2 dommekrachten, 3 moockerts, 4 kettings met haecken, 12 ijserts om balcken vast te setten, 2 houthaecken, 1 bootshaeck, 4 pickhaecken, een aembelt om sagen af te kappen, 4 vijlen, 2 setijzers, 1 rottesteert, 10 rolle."

De broers Waterlooper en Slot kochten "de Bruijnvis" en betaalden daarvoor slechts een klein bedrag. Enkele jaren later deden zij een derde deel van de zaagmolen over aan Jan Druijst uit Monnickendam, hun nieuwe partner.

"De Bruijnvis" verdween echter voor 1688 van het toneel, want er was toen sprake van "het erf daer de saeghmolen op heeft gestaen". Dit werd met de daarop gelegen woning door Jan Sijmonsen Waterlooper, Jacob Barentse Slot en Jan Druijst verkocht aan de bewoner Marten Jansen. Een brand was de oorzaak van het verdwijnen van de molen.

Bron: Molens van Edam door drs. D.M. Bunskoeke, 1999. Uitgave Vereniging Oud Edam.