Molen Langedijker korenmolen (2e), Noord-Scharwoude

Noord-Scharwoude, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Langedijker korenmolen (2e)
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07572
oude dbnr.
V7572
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Noord-Scharwoude
plaatsaanduiding
Molenkade
gemeente
Dijk en Waard, Noord-Holland
streek
Geestmerambacht
geo positie
X: 115918, Y: 524074
N: 52.70267, O: 4.80901

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Op 11 juni 1699 kocht Claas Thomasz, korenmolenaar te Alkmaar, 6/7 deel van de Langedijker korenmolen met huis en enig grasland rondom voor ƒ 5600 van de besturen van Oudkarspel, Noord-Scharwoude en Zuid-Scharwoude. Uit de koopakte blijkt dat de molen toen al niet meer bij de Mosselbrug stond maar op het Noordereiland, later Molenkade, waar hij een betere vrije windvang had. De molen stond hier achter de grutterij, die later eigendom van stiefzoon Jan Cornelisz zou zijn. Zie Tenbruggencatenummer 07576.

Broek bleef nog steeds eigenaar van hun 1/7 aandeel in de molen, de vier dorpen hielden het windrecht in eigen bezit, de molenaar moest daarvoor jaarlijks ƒ 34.10.-- betalen.

De nieuwe eigenaar Claas Thomasz kwam uit Alkmaar, waar hij voor 1/2 deel eigenaar was geweest van moutmolen De Swarte Molen, Tenbruggencatenummer 06650 w. Maar oorspronkelijk was hij uit Schoorl afkomstig. Na zijn verhuizing met vrouw Maritje Cornelisdr. en drie kinderen naar Noord-Scharwoude, werden nog zeven kinderen geboren. Slechts vijf van de tien kwamen tot volwassenheid. Stiefzoon Jan Cornelisz en zoons Cornelis, Jan en Thomas leerden het molenaarsvak van hun vader.

Vanaf begin 18e eeuw begon de familie de achternaam Schoorl te gebruiken. Claas Thomasz Schoorl fungeerde in Noord-Scharwoude als molenaar, schepen, diaken, en kerkmeester. Zoon Thomas Claasz Schoorl werkte mee op de molen en had tevens enige bestuurlijke functies, maar vertrok op op 1 mei 1732 naar Purmerend, waar hij de helft had gekocht van de Oosterkorenmolen, Tenbruggencatenummer 06659 e. Verder vertrok de oudste zoon Cornelis Claasz Schoorl naar Het Wapen van Oostzaan/ De Bok te Oostzaan, Tenbruggencatenummer 06657 z. Tweede zoon Jan Claasz Schoorl vertrok naar de Tinmolen in Barsingerhorn, Tenbruggencatenummer 07891.

In 1729 rees er een geschil tussen de gorter Jan Cornelisz en de korenmolenaar(s) over het onderhoud van de brug tussen de dorpsstraat en het Noordereiland, en het pad langs de grutterij naar de korenmolen. De gorter wilde dat zijn stiefvader (voor 6/7 deel) en de kerkmeesters van Broek (voor 1/7 deel) meer zouden bijdragen aan het onderhoud ervan. De ruzie liep zo hoog op dat de gorter zijn stiefvader de doorgang ontzegde, en de zaak moest zelfs beslist worden door een uitspraak van het Hof van Holland van 20 oktober 1720.

Na het vertrek van zoon Thomas naar Purmerend verkocht Claas Thomasz Schoorl zijn 6/7 deel van de korenmolen, het huis en het erf met land op 5 mei 1732 voor ƒ 7000 aan de eigenaar van de grutterij, zijn stiefzoon Jan Cornelisz Gorter. Claas' vrouw Marretje Cornelisdr overleed in mei 1737. Op 30 mei 1737 verkocht Claas zijn huis in Noord-Scharwoude en verhuisde naar de Kerkebuurt in Bergen, waar zijn oudste zoon Cornelis op 23 mei 1738 aangifte deed van zijn overlijden.

Jan Cornelisz Gorter verkocht het 6/7 deel op 11 mei 1739 met ruime winst aan Jacob Blom, molenaar uit Alkmaar, voor ƒ 9250.

Klaas Blom herbouwde de molen in ronde vorm van gele Friese steen met rieten kap. Zie verder de opvolger.

Bron:
- "De Langedijker korenmolen en zijn eerste particuliere eigenaar", artikel door H. Schoorl in "West-Friesland Oud en Nieuw" 1981. Met dank aan H. van der Kaay.