Molen Papiermolen, Zwijndrecht

Zwijndrecht, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Papiermolen
modeltype
getijdenmolen
functie
papiermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06948
oude dbnr.
V627
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Zwijndrecht
plaatsaanduiding
te Schobbelandsambacht, nabij de zoutketen
beek
gemeente
Zwijndrecht, Zuid-Holland
streek
Zwijndrechtse Waard
geo positie
X: 104945, Y: 426089
N: 51.82117, O: 4.66119

constructie

modeltype
getijdenmolen
krachtbron
water
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1594 - 1595 onttakeld 1613 verbrand
geschiedenis
De allereerste getijden-papiermolen die in Nederland werd gebouwd, voor zover ons bekend is.



Hans van Aelst (geb. ca 1551 te Antwerpen) stichtte samen met Jean Lupaert de papiermolen in 1586. Hans van Aelst was een zoon van de goudsmid/juwelier Vranchois van Aelst en Kataryne de Colory.
Op 15 april 1586 kregen zij van de graaf van Leicester een octrooi voor vijf jaren om alle soorten grijs papier te maken. Jan van Lupaert trok zich al snel terug als compagnon.

Twee jaar later liet hij ook in Dordrecht een tweede papiermolen bouwen en in 1589 werd de derde papiermolen gebouwd in Hendrik Ido Ambacht.
Het gebied waar de Zwijndrechtse papiermolen stond heette toen 'Schobbelands Ambacht'.

De drie papiermolens waren eigendom van de Van Aelst Company, die één van de belangrijkste papierexporteurs naar Engeland werd.

Bij het verlenen van de vergunning in 1590 aan twee Dordtenaren voor nieuwe zoutketen protesteerden de papiermakers fel tegen de uitbreiding van de zoutketen zo dicht bij hun molen.
De papierbereiding zou schade ondervinden door de damp en de rook uit de keten.
De dijkgraaf en de hoogheemraden van de Zwijndrechtse Waard stelden op 19 oktober 1594 de papiermakers in het gelijk.
De zoutkeetsbazen mochten echter doorgaan mits zij de papiermakers volledig schadeloos zouden stellen door de molenromp en bijbehorende schuur te kopen, hetgeen in 1595 geschiedde.
Het interieur van de molen werd verkocht aan Gillis van Rees die de molen gedeeltelijk sloopte voor de zoutindustrie.

In 1594 volgde de ontmanteling van de molen van Zwijndrecht. Van deze molen was een beschrijving van het interieur, de oudste beschrijving in ons land én dus uniek. Het ging als volgt:

"In den eerste, als men den trap afgaet ant tweede gebindt, De persse meete cuype, Den block daer besijden met een cooper craen, nog een block mette haemer ofte stampers mette wendellaers met een cooper craen.

Int derde gebindt De pompe mette buys met twee wijntonnen met ijsseren banden, nog het groot radt met schijffloep mette as ende eenen back met een cooper craen.

Int vierde gebindt Drie cuypen, de perssen, een block mette haemers ofte stampen mette wentelaer met een cooperen craen.


Over de zolder werd aldus geschreven: “Alle die touwen ende basten ende spanten daar men het papier op hanck ende droocht”.

Het hiervoor omschreven kostbare interieur is vermoedelijk verkocht aan de Dordse apotheker Jacob Corstiaensz, die daarmee in 1595 een nieuwe papiermolen in Brielle stichtte.zie Tenbruggencatenummer 07612.

De romp waar inmiddels dus het binnenwerk al uit verwijderd was, brandde in 1613 af.

aanvullingen

trivia
Een getijdenmolen wordt aangedreven door de kracht van het getijdenverschil.
Dit type molen kwam alleen voor in Zuid-Holland en Zeeland.
Het principe van een getijdenmolen is heel eenvoudig, een bassin loopt via de inlaatsluis bij vloed vol, en bij eb kan de kracht van het wegstromende water benut worden door een watermolen, die is gebouwd op de afsluitende dam.
In Noord-Brabant te Bergen op Zoom is nog een restant van een getijdenmolen te vinden. (zie dbnr 933)
Op ongeveer 40 km. zuidelijker aan de westelijke kant van de Schelde tegenover Antwerpen in Rupelmonde staan een volledig gerestaureerde en bedrijf- vaardige getijdenmolen.

De ligging van de papiermolen was destijds:
Aan de dijk bij het Zwijndrechtse veer, ten noordoosten van de zoutketen. Buitendijks had de molen een haven, zoals regelmatig in de transporten wordt gezegd. Het ontbreken van een windbrief en het vermelden van deze haven maken het aannemelijk, dat het hier om een getijmolen ging.

bron. H. Voorn