Molen Zandvoortsche Molen voorganger, Baarn

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1589

verdwenen

1759

1759 vernieuwd

opvolger

Baarn (Santvoortsche Molen / Drakenburger Molen / Zandvoortsche Molen)

geschiedenis

21-11-1589: Getuigenverklaringen van officieren van de compagnie van overste Groenevelt en nog enkele burgers over een aktie waarbij zij op zoek waren naar de vijand bij Baarn en Eemnes, waarbij de molenaar van de Baarnse molen en enige boeren in het dorp Baarn tegen de zin van de militairen de alarmklok hebben geluid

De standerdmolen, was een ban- of dwangmolen en behoorde tot het kasteel Drakenburch en maalde voor Baarn-West en Eemnes-Binnen. Eemnes-Buitendijks was verplicht zijn graan op hun eigen molen (Tenbruggencatenummer 07935) te laten malen. Overtreding werd beboet met ƒ 100,=, nog in 1807 kreeg een Baarnse ingezetene hiervoor een boete van ƒ 800,=.

17-02-1603: Op 17 februari 1603 verkocht de eigenares van Drakenburg de molen aan Antonie Albertz. 
De koopakte daarvan is in het Gemeente-archief van Baarn te vinden.

1652 Brief van het stadsbestuur van Amersfoort aan schout, buurmeesters en schepenen van Baarn met voorspraak voor Aert Leendertsz, die heeft geklaagd, dat Harmen Ewoudtsz, als pachter van de Santvoortse molen, van hem betaling eist van impost op brood, dat hij vanuit Amersfoort te Baarn brengt, terwijl hij deze belasting reeds te Amersfoort heeft voldaan, 1652. Minuut.

1660: In 1660 wordt vermeld dat de molen een "dwangmolen" was. 

17-10-1698: Op 17 oktober 1698 werd de molen per publieke veiling verkocht aan Gerrit Willemsz. Varekamp. Later is de molen weer teruggekocht door Drakenburg.

08-06-1725: Op 8 juni 1725 verkocht de toenmalige eigenaar van Drakenburg, de heer George Roeters, de molen wederom aan Gerrit Willemsz. Varekamp. Zijn zoon Jan Varekamp zette het bedrijf voort.

1745-1749: Besluiten van schouten, burgemeesters, schepenen, raden en de Vieren' (Gecommitteerden uit de gemeente) van Baarn en Eemnes Binnendijk, ressorterend onder de molen van Zandvoort tot uitzetting van het gemaal en het (klein-) zegel, 1745, 1746, 1747, 1749.

1756: Molenaar Jan Gerritsz. Varekamp van deze standerdmolen verzocht in 1756 in zijn brief aan de Staten van het Sticht tot verplaatsing en tegelijkertijd vervanging door een nieuwe zeskante molen, de Zandvoortsche Molen, aangezien het opgaande geboomte een belemmering vormde in het uitoefenen van zijn werk op de windmolen. In datzelfde jaar werd de vergunning afgegeven, maar het vernieuwen van het molenbedrijf vond pas drie jaar later, in 1759 plaats. 

1759: Nog in 1759 verkocht Varekamp de molen voor ƒ 1102 en 10 stuivers aan zijn schoonzoon Evert van Zeylst, doch hij werd genaast door de eigenaar van Drakenburg, die hem voor dezelfde prijs overnam.

Bron ondermeer: Eemnes en zijn molens, artikel door G.S. Koeman-Poel in Tussen Vecht en Eem 1976 afl. 4. Met dank aan H. van der Kaay.