Molen Zuidmolen, Heinkenszand

Heinkenszand, Zeeland
v

korte karakteristiek

naam
Zuidmolen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Ten Bruggencate-nr.
10354
oude dbnr.
V5550
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Heinkenszand
plaatsaanduiding
gemeente
Borsele, Zeeland
streek
Zuid-Beveland

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Verhuisde dus naar Hoogerheide

Over de bouw van deze molen alsmede zijn voorganger schreven we in het verleden enkele artikelen. In Hoogerheide werd pas laat een molen gesticht. Door oorlogshandelingen in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) lag deze streek er in het uitsterste zuidwesten van West-Brabant ontredderd en verlaten bij. Gedurende de troebelen aan het einde van de 16er eeuw waren de molens van Woensdrecht en Ossendrecht afgebrand.

In 1617 kreeg Ossendrecht weer een nieuwe molen, in Woensdrecht werd pas in 1819 een molen gesticht. Kort na 1600 richtte de heer van Hoogerheide een molen op. Mogelijk geschiedde dit in 1612 toen hij hiervoor ter verantwoording werd geroepen. Over het feit of al dan niet in Hoogerheide een molen opgericht mocht worden, ontstond een discussie met de markies van Bergen op Zoom, van wie de heer het molenrecht hield. Onder de pachter Adriaan (van) Egmont brandde de molen af.

De heer van Hoogerheide kocht een “nieuwe” molen en wel een standerdmolen op Zuid-Beveland, de zogenaamde “Zuidmolen” van Heinkenszand. Deze molen werd vervolgens afgebroken en over een afstand van hemelsbreed 45 kilometer naar Hoogerheide vervoerd en aldaar op de berg van de afgebrande molen herbouwd. Het was voor Westbrabantse begrippen een vreemde molen. De verplaatste molen week in Hoogerheide af van de gangbare molens in West-Brabant. Deze molens waren groter van vlucht alsmede ruimer gebouwd.In een verklaring over deze molen uit 1750 getuigde molenmaker Van Ounis dat de molen in zijn hele bouw kleiner was, de molen een kleiner gevlucht had en slechts één koppel stenen had.

Informatie: Ton Meester, 26 januari 2011

De andere standerdmolen werd meestal aangeduid als de Noordmolen, hetgeen impliceert dat er ook een Zuidmolen moet zijn geweest. Dit was inderdaad het geval; al in de 15de eeuw stonden er twee molens in Heinkenszand in het bezit van meerdere ambachtsheren. Deze ambachtsheren verpachtten de molens aan een molenaar, die de verpachter merendeels in natura betaalde. De periode dat de molen wegens reparatie of onderhoud niet kon draaien werd gekort.

Per 1 mei 1721 werd de Noordmolen verkocht aan de toenmalige pachter Jan Pieterse Kemp(e). Hij was dus de eerste eigenaar / molenaar. Daarna wisselde de molen diverse malen van eigenaar tot Jan Raas in 1829 de Noordmolen kocht. Jan Raas oefende niet altijd zelf het molenaarsvak uit, maar verpachtte de molen ook regelmatig. De Zuidmolen moet ergens halverwege de 17de eeuw zijn verdwenen.