Molen De Oranjeboom, Delft

Delft, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Oranjeboom
modeltype
Ronde molen, stellingmolen
functie
verfmolen, loodwitmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
10133
oude dbnr.
V2509
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 10133 De Oranjeboom (Delft)
Schilderij van Antonij Waldorp, ca. 1836

locatie

plaats
Delft
plaatsaanduiding
op de Heltoren
gemeente
Delft, Zuid-Holland
streek
Delft
kadastrale aanduiding 1811-1832
Delft B (1) 41 Nicolaas Struyk
geo positie
X: 83797, Y: 447984
N: 52.01564, O: 4.34996

constructie

modeltype
Ronde molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
In het boekje "Delftse windmolens" van Van Olst en Boekwijt wordt het jaar 1851 genoemd, maar dit is onjuist en al meerdere malen door anderen geciteerd. Marrenga-Stappf heeft deze onjuiste informatie opgenomen in haar boek "Verdwenen molen van Zuid-Holland".

De Helmolen stond oorspronkelijk als standerdmolen op of naast de Heltoren op de noordwesthoek van de stadsvest van Delft, en is pas later op de toren zelf gebouwd. In 1713 is in een akte expliciet sprake van een stenen molen op de Heltoren, maar de naam Oranjeboom komt daarin nog niet voor. Hij was in gebruik als volmolen, daarna steeds als verfmolen, en in de 19e eeuw als trasmolen.

In 1836 vermeld als loodwitmolen.

De laatste molenaar Nicolaas Struijk moest de molen in 1837 voor afbraak verkopen.

Het misverstand met de kruitmolen (Tenbruggencatenummer 07593) is te wijten aan het boekje "Verdwenen windmolens in Delft" van Boekweijt en Van Olst (1979), waarin dit wordt geopperd.
Echter in een akte uit 1592 is sprake dat er op het bolwerk voor de Heltoren een kruitmolen stond: "krijgt Willem Willemsz. van Utrecht, kruijtmaecker, consent om op het bolwerk buijten de Heltoren een kruitmolen met een huisje te zetten. Bij het in- en uitgaan moet hij met een schouken varen (een veerpontje), hij, zijn gezellen, zijn familie en het paard en alle avonden moet hij het schouken (het bootje) uit de vest (het water, de gracht) brengen binnen de stad of door de Geusbrug (de Lepelbrug) (GA Delft Consentboek I, dd. 20 april 1592).
Er is sprake van het paard van de kruitmaker, zodat mag worden aangenomen dat de kruitmolen een rosmolen was.
Vier jaar later kreeg kruitmaker Willem van Utrecht toestemming om een huisje te bouwen waarin hij het kruit kon opslaan (GA Delft Consentboek I, dd. 17 november 1596). In 1604 wordt vermeld dat de molen niet meer op het bolwerk stond. Aan twee schippers die op Amsterdam voeren werd toestemming verleend om op het bolwerk buiten de Heltoren, op de plaats waar de kruitmolen had gestaan, een houten huisje te bouwen om hun gereedschap op te slaan (GA Delft Consentboek I, dd. 1 juli 1604).
De kruitmolen stond dus niet naast de Heltoren, maar op het bolwerk.
De kruitmolen is dus ook niet de opvolger van de Oranjeboom.

aanvullingen

trivia
1. De foto toont een schilderij van Antonij Waldorp (1803-1866) "Molen met gezicht op Delft" (1836) en is eigendom van het Dordts Museum. Men neemt aan dat de molen op het schilderij de witmolen "De Oranjeboom" is, die vroeger op de noordwesthoek van de stadsvest van Delft stond. Het vreemde is dat de verhouding met de werkelijke situatie niet klopt en dat de schilder in spiegelbeeld heeft geschilderd [maar de roeden niet]. De molen is in 1837 afgebroken; het puin is o.a. gebruikt om er de Lange Kleijweg (naar Rijswijk) mee op te hogen omdat die "destijds in slechte staat was".

2. De tekening van Balthazar Jooss, is afkomstig uit het Stadsarchief Delft,
gedateerd 11 augustus 1826