Molen (watermolen), Dalen

Dalen, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
(watermolen)
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
toestand
verdwenen
beek
Loodiep
Ten Bruggencate-nr.
07704
oude dbnr.
V5044
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Dalen
plaatsaanduiding
Venehuis
beek
Loodiep
gemeente
Coevorden, Drenthe

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
In 1341 kwam er een verdrag tot stand tussen de abdis van Assen en Reinoud van Coevorden. Haar 'coloni' op het Padhuis en het Venehuis bij Coevorden hadden een watermolen aan het Loodiep gebouwd. Deze werd aan Reinoud afgestaan met behoud voor die coloni van 'vrie malen to der watermole to vorgheves sunder molenhocht', op voorwaarde dat ze geen nieuwe molen zouden oprichten 'menen (= uitgezonderd) ene perdemole te ores sulver malene (dus tot persoonlijk gebruik).

Uit dit document blijkt dat watermolens en rosmolens ieder hun eigen economische sfeer hadden. Ook in Dalen, bij Veenhuizen, benutte een watermolen het Loodiep. Deze wordt in een oorkonde in 1345 vermeld. In een lijst der Leenmannen van het Sticht (1381-1383) worden de landgoederen Uffelte en Wittelte opnieuw vermeld, doch ook is opgenomen Johan de Vos van Steenwijk 'mit den hof te Dwinghelo, Batinger goet ende watermoelen mit toebehoren'. Deze watermolen, behorende bij het goed Batinge (bij Dwingeloo) wordt ook in latere akten genoemd en benutte de Beilerstroom.

Ook is er uit deze overeenkomst te halen dat deze molen een "huchtmolen" was. Voor het malen van graan kreeg de molenaar geen maalloon, maar was deze gerechtigd om een deel van het koren uit de zakken te scheppen. Dit noemde men huchten of hochten. In sommige plaatsen was de hucht bepaald op 1/16, in anderen op 1/20 deel van het te malen graan. De nog te Padhuis wonende monniken verkregen of behielden het recht om vrij en zonder molenhucht hun graan op de watermolen te laten malen.

Uit publicaties blijkt dat er in Drenthe een aantal watermolens heeft gestaan. Het juiste aantal is niet bekend. Maar het moeten toch zeker 17 stuks geweest zijn. Deze onduidelijkheid wordt mede veroorzaakt doordat men toen door het gebrek aan soorten molens (watermolens en rosmolens, de windmolens kwamen pas op in de 14e eeuw) alles wat met malen te maken had molen noemde.

tekst ontleent aan G.A. Coert, Stellingnieuws 10 & 11 (1985) jnjv