Molen De Toekomst (voorganger), Dedemsvaart

Dedemsvaart, Overijssel
v

korte karakteristiek

naam
De Toekomst (voorganger)
modeltype
Onbekende windmolen
functie
korenmolen, zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06463 g
oude dbnr.
V14142
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Dedemsvaart
plaatsaanduiding
west, aan de Hoofdvaart nz., 2e blok
gemeente
Hardenberg, Overijssel
streek
Avereest
kadastrale aanduiding 1811-1832
Ambt Ommen C (4) 370 Jelle Mijnen Kruisinga, verveend., en mede eigenaar
geo positie
X: 226488, Y: 512821
N: 52.59826, O: 6.44235

constructie

modeltype
Onbekende windmolen
krachtbron
wind
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De eerste eigenaar was Derk Santman, koopman te Hardenberg, die de molen o.a. wilde inrichten met een pelwerk. De pelstenen moesten uit Duitsland (Bentheim) worden aangevoerd over de Vecht en de Dedemsvaart. Door een combinatie van grote droogte in de zomer en de harde vorst in de winter 1821-1822 konden de stenen niet voor 21 augustus 1822 worden aangevoerd.

Na de dood van Santman werd in 1836 de molen verkocht aan Meine Ielkes Kruizinga. Lang was hij geen eigenaar, op 1 september 1837 overleed hij onverwacht. Zijn weduwe, de zus van Derk Santman, overleed kort erna. Door vererving viel de molen in handen van Aaltje Santman.

In 1847 werd de molen verkocht aan de 22-jarige Hendrik Bleuming (Bloeming), korenmolenaar uit Dalen (Dr) (schoonzoon van Johann Heinrich Daman, een vervener en jeneverstoker uit Dedemsvaart.).

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 21 aug. 1874:
"Uit de hand te koop EEN MOLENAS met een daarbij behoorend bovenwiel, schijfloop en twee houten molenwieken, alles zoo goed als nieuw. Te bevragen en te bezien bij den Heer H. Bloeming, molenaar te Dedemsvaart."
NB. Hieruit kun je opmaken dat de molenaar van plan was er een zagerij in te plaatsen.

In 1881 werd Bleuming ernstig ziek, waarna hij besloot de molen te verkopen. Twee zwagers deden een bod op de molen, waardoor de molen in de familie bleef. Op 2 augustus 1882 overleed Bleuming.

Inmiddels was voor de molen al vóór 1881 een zagerij geplaatst. Van 1882 tot 1909 werd de zagerij gehuurd door August Aimé Balkema, een houthandelaar uit Harlingen.

Molenaar werd Barend Beatrix ten Brink, een 30-jarige molenaarszoon uit Meppel. Op 28 april 1888 vertrok hij. De opvolger was Johannes Antonius Schomaker.

Tijdens een onweer met hevige windstoten liep op 26 augustus 1890 de krukas warm, waardoor de molen geheel afbrandde. Ter plaatse werd een nieuwe molen gebouwd.

Bron: onbekend.