Molen Korenmolen van Twijtel, Makkinga

Makkinga, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Korenmolen van Twijtel
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06443 w
oude dbnr.
V7848
Meest recente aanpassing
| Geschiedenis

locatie

plaats
Makkinga
plaatsaanduiding
gemeente
Ooststellingwerf, Fryslân
plaats(en) voorheen
Twijtel
kadastrale aanduiding 1811-1832
Makkinga A (1) 29 Pieter Jans Mulder, molenaar, en mede E.
geo positie
X: 209011, Y: 554215
N: 52.97223, O: 6.19122

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
omgewaaid
geschiedenis

Op de kaart van Schotanus uit 1685 staat de korenmolen op Twijtel aangegeven, welke kennelijk ten gerieve van de in Middelburen wonende grietman verrees. Op de Schotanus-kaart van 1718 staat de molen ook.

In een advertentie in de Leeuwarder Courant van 29 december 1841 werd de verkoop aangekondigd van "eenen hechten en wel geplaatsten stander-wind-korenmolen met sterke en welgebouwde huizinge, bakkerij, benevens twee schuren, groote brink, tuin en drie kampen op Twijttel onder Makkinga, geboden ƒ 1506,50." De bakkerij en de molen waren de enige van Makkinga.

In 1719 verkochten Geert Alberts, molenaar te Makkinga, en Claas Jellis te Holtwolde de molen voor 2025 Caroli Gulden aan molenaar Albert Popkis en zijn vrouw uit Augustinusga. Vermeld wordt daarbij dat de standerdmolen toen al op een belt stond. Per 12 mei 1720 betrokken de Popkissen het bedrijf, dat tevens een boerderij omvatte.

Via Pieter Suwerts, Jan Pieters en diens weduwe Geesjen Sakes kwam de molen in gebruik bij Pieter Hendriks, die hem in 1805 voor de weduwe van Jan Pieters bemaalde. Naast de molen stond een opzichtershuisje van de chercher, een ambtenaar die toezicht hield op de belasting die op het gemaal rustte.

Vriesche courant, 26 sept. 1807:
"Men preasenteert publiek aan de Meestbiedende by Strykgeld te Verkopen: eene extra beste ROGGE-MOLEN. met daar by staande HUIZINGE, SCHUUR en BAKKERY, benevens eene zeer goede met Jonge Vruchtbomen wel voorziene HOVINGE en WEIDLAND, gelegen te Oldeberkoop."

In 1819 werd de molen weer te koop aangeboden, de Leeuwarder Courant sprak over een rogmolen met huis, bakkerij en pakhuis en vermeldde dat het bakkersgereedschap op taxatie kon worden overgenomen. Aangezien de molen voor ruim 500 mensen maalde, konden er in de eerste negen maanden van 1816 al 686 zakken rogge (of graan?) verwerkt worden.

Blijkbaar ging de verkoop in 1819 niet door, want in 1832 wordt Pieter Jans Molenaar als mede-eigenaar van de molen genoemd, een zoon van Jan Pieters Molenaar die reeds in 1784 als molenaar te Makkinga voorkwam.

Leeuwarder courant, 11-09-1840
LEES HIER. UIT DE HAM TE KOOP:
Een hechte en welgeplaatste STANDER - KORENMOLEN , met sterke Woonhuizinge, Schure en daarin beklante BAKKERIJ, alles sedert kort veel vernieuwd en veel verbeterd; wordende het bedrijf van Molenaar en Bakker daarin met goed succes uitgeoefend en behoorende hierbij eene uitgestrektheid van 3 bunder 66 roede en 60 el
beste Tuin-, Bouw- en Weidegrond; staande en gelegen op Twijttel ondr Makkinga en zijnde bij den Eigenaar Berend Jans Hof in gebruik

Gegadigden kunnen zich vervoegen bij evengenoemden Eigenaar of bij den Notaris Tadema, te Oosterwolde

Blijkens een advertentie van 30 oktober 1840 werd de molen op donderdag 5 november 1840 publiek verkocht. De korenmolen met woning, bakkerij en land was toen eigendom van en in gebruik bij Berend Jans Hof.

Overijsselsche courant, 10 dec. 1841:
"BAKKERIJ en KORENMOLEN te MAKKINGA in Vriesland.
De Notaris TADEMA te Oosterwolde, zal, op Regteriijke autorisatie, bij strijk- en verhooggelden , presenteren te verkoopen:
Eene hechte en welgeplaatste STANDER WIND-KOREN MOLEN, met sterke en welbebouwde HUIZINGE, SCHUUR en STALLIN G cum annexis , benevens groote RRINKTUINEN, drie Kampen LANDS; waarin verbonden is en daarin tevens gedreven wordt eene welbeklante BAKKERIJ , de eenige van het Dorp , alles staande en gelegen op Twijttel onder Makkinga, en bij de Weduwe HIJLKE BENIERS STELLINGWERF in gebruik, _ verdeeld in 6 perceelen , bij bilietten breeder omschreven.
Wie gading maken komen op Woensdag den dsden December 1841 des namiddags om 2 uur , bij de provisioneele toewijzing ten huize van JOHANNES MATTHIJS SCHURER te Makkinga, zullende de palmslag alsdan nader bepaald worden."

In 1841 werd Riekend Steunebrink (1801-1861) eigenaar. Na tien jaar met de molen te hebben gedraaid, verlegde hij zijn werkterrein naar Oldeberkoop, waar hij in 1851 een korenmolen (Tenbruggencatenummer 04264 z) liet oprichten. Wellicht heeft zijn zoon Gerrit toen de Twiteler molen bemalen.

20-12-1869:  Provinciale Drentsche en Asser courant

De korenmolen te Twijtel, een standerdmolen, werd aan splinters tegen de grond geslagen.

De molen woei omver op 17 december 1869, net als de Molen van Jansen te Appelscha. Eigenaresse was toen Alberdiena R. Ebbinge, de weduwe van Riekend Steunebrink.

In 1870 werd een beltmolen gebouwd op de plaats van de verdwenen standerdmolen.

Bronnen onder meer:
- boekje "De Weyert".
- "Molen De Weyert", monument van de maand boekje. Beide met dank aan H. van der Kaay.
- "Het molenbestand in Friesland, een overzicht van het aantal der industriemolens in Frl. tot 1900", art. door drs. D.M. Bunskoeke in De Utskoat nr. 40, dec. 1985.
- Info Dick Bunskoeke, 10 aug. 2015.

Van het verdwijnen van de molen staan in onderstaande publicaties verschillende versies en datums, maar die in bovenstaande tekst is met zekerheid de juiste.

aanvullingen

trivia

Ten Bruggencate geeft de locatie van deze molen een stuk oostelijker aan. Waarop dat is gebaseerd, is ons niet duidelijk.
Red.