Molen De Jonge Kat, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Jonge Kat
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04912 a
oude dbnr.
V3976
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
op de noordkant van het eiland in de Voorzaan.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 116863, Y: 494091
N: 52.43328, O: 4.82643

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als balkenzager
plaats kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken en verplaatst
geschiedenis
De vroegste vermelding van deze melding is in het caertboek van landmeter Jan Leupenius uit 1693.

Een vermelding van de molen dateert van 2 november 1700. Op die dag werden de molen en het bijbehorende woonhuis verkocht. De koper was Outger Pietersz. Kat, hij betaalde hiervoor een bedrag van ƒ 1150.
Op 1 januari 1711 werd in Zaandam een nieuw brandcontract opgericht. Er sloten zich 26 deelnemers aan bij deze brandverzekering, onder hen was ook Outger Kat met zijn molen. Hoe lang Kat precies met De Jonge Kat bleef werken is niet bekend.
In 1726 was De Jonge Kat het eigendom van Cornelis Vis. Op zijn naam werd de molen op 1 januari 1734 tegen brand verzekerd in het zgn. Hondiuscontract. Dit contract werd op die dag opgericht voor en door eigenaren van houtzaagmolens in Zaandam. Bij de oprichting traden ruim 30 houtzagers toe tot dit contract. De verzekerde waarde van De Jonge Kat bedroeg Fl.750,-, een vrij laag bedrag voor een paltrok in die tijd.
Cornelis Vis bleef vrij lang met De Jonge Kat werken. Nog in 1742 werd hij genoemd als houtzager en koopman met de paltrokmolen De Jonge Kat. Wanneer Cornelis Vis de molen doorverkocht is niet bekend.
Op 23 januari 1768 was de molen het bezit van de Zaandammer Jan Stadtlander. Hij verzekerde de molen op die dag voor Fl.800,- tegen brand in een assurantiecontract. In 1774 deed Jan Stadtlander de molen over aan zijn zoon Hendrik Stadtlander. Vader en zoon Stadtlander waren de grondleggers van de grote houtfirma die later bekend stond onder de naam Houthandel Stadtlander & Middelhoven.
Eind 1789 verkocht Hendrik Stadtlander De Jonge Kat met schuren en woonhuis aan Jan Dam. Hendrik Stadtlander had in dat jaar twee nieuwe zaagmolens gekocht, te weten de bovenkruier De Bijl en de paltrok De Veldvlieger, beide gelegen in het Oostzijderveld van Zaandam.
Op 24 augustus 1790 deed Jan Dam de molen over aan zijn zoon Jacob Dam. Deze betaalde zijn vader er een bedrag van Fl.2500,- voor.
Het einde van De Jonge Kat kwam tijdens de Franse bezetting. In die tijd stokte de import van ruwe materialen door het continentale stelsel van Napoleon. Binnen de Zaanstreek heeft dit tot een grote economische crisis geleid. Vooral pelmolens en snuifmolens werden hier de dupe van, maar ook in de houtwereld was het kommer en kwel. Zeer veel molens stonden werkloos stil en raakten in verval. Pas met het vertrek van de Fransen ging het weer bergopwaarts, enige tientallen molens overleefden de Franse bezetting niet. Hierbij was ook De Jonge Kat.
Op 30 juni 1810 kreeg Jacob Dam toestemming van het gemeentebestuur van Oost-Zaandam om zijn molen af te breken en weer op te bouwen in het Friese Bergumerdam. Aldaar bleef de molen tot 1877 in bedrijf en werd toen gesloopt.
(Zie voor meer info www.duizendzaansemolens.nl)


Bronnen:
“de Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 220
www.duizendzaansemolens.nl R.Couwenhoven
“Zaanse molenbranden” R.Couwenhoven 2001 blz. 18
“Duizend Zaanse molens” P.Boorsma 1968 blz. 116
“250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz. 55
“Zaandam, 150 jaar stad” o.a. Dr. S.Hart 1962 blz. 37
“Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 673
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 104.

aanvullingen

trivia
Balkenzager “de Jonge Kat”, paltrok, te Zaandam-Oost op de noordkant van het eiland in de Voorzaan, tussen de zaagmolens “de Notenboom” en “de Roode Leeuw” in. Bouwjaar onbekend, in 1810 afgebroken en verplaatst naar Bergumerdam.
-----

De locatie is gebaseerd op de beschrijving, op de kadasterkaart 1811-1832 (waarop het erf nog zichtbaar is) en op een getekende kaart in de beeldbank van De Zaansche Molen.