Molen Boekelermeer, zuidelijke molen / Boekelerpolder, Alkmaar

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1587

geplaatst

verdwenen

1892

afgebroken

geschiedenis

Begin mei 1585 nam de Oosterzijpolder voor ƒ 1200 een van de molens van de Boekelermeer over.
Ter vervanging van de aan de Oosterzijpolder overgedane molen kochten de ingelanden van de Boekelermeer in de Zijpe een andere aan. Deze werd geplaatst bezuiden het Boekelersluisje buiten de dijk langs de Schermer en bemaalde via een kort slootje de ringvaart. In januari 1587 leverde de aannemer de nieuwe molen op.

De natuurlijke lozing van overtollig water op de ringvaart van de Boekelermeer voldeed lange tijd. Pas in het begin van de 18e eeuw blijkt op de Boekelergeest behoefte aan bemaling te bestaan. De ingelanden sloten in 1711 een overeenkomst met Gerard van Egmond van de Nijenburg die bezig was de totaal verwaarloosde Boekelermeer opnieuw in cultuur te brengen. Dit akkoord behelsde onder andere de overname van een van de twee molens van de Boekelermeer door de ingelanden van de Boekelergeest voor ƒ 150. Deze molen stond langs de Schermerringvaart. De oostelijke lus van de ringsloot van de Boekelermeer en de daaruit naar de molen lopende tochtsloot werden verder aan de ingelanden van de "Boekelerlanden" in onderhoud overgedaan.

Oprechte Haerlemsche Courant, 27 maart 1714:
"Men presenteert uytterhant te verkopen een groote achtkante suffisante Water-Molen, staende aen de Alckmaerder Vaert tot Boekel: Te bevragen aen de Molenaer van deselve Molen."

In 1892 trad het polderbestuur in contact met Van Foreest, eigenaar van de Boekelermeerpolder. In september 1892 werd er een overeenkomst gesloten waarbij Pieter van Foreest tegen een jaarlijkse betaling van ƒ 200 de bemaling van de Boekelerpolder op zich nam. Bij het gemaal van de Boekelermeer werd vervolgens een duiker in de ringdijk gelegd waardoor de polder zijn water kon lozen. Van Foreest wilde verder in ruil voor zijn instemming met de bemaling van de polder ook nog het terreintje hebben waarop de inmiddels al gesloopte molen had gestaan, voor een van zijn zusters.

Volgens overeenkomst met de Boekelerpolder, ingevolge besluit van stemgerechtigde ingelanden d.d. 7 mei 1909, loosde deze tegen betaling van ƒ 300 per jaar zijn overtollig water in de Boekelermeer, door een duiker, in de kade liggende.

Bronnen:
- archief Ten Bruggencate.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- Inleiding bij de beschrijving van het Archief van de Boekelerpolder, D. Aten, Regionaal Archief Alkmaar.