Molen Nooit Gedacht / Molen van Winters / Molen van Nienhuis, Assen

Assen, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
Nooit Gedacht / Molen van Winters / Molen van Nienhuis
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04263 l
oude dbnr.
V2693
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 04263 l Nooit Gedacht / Molen van Winters / Molen van Nienhuis (Assen)
Foto: collectie Rob Pols

locatie

plaats
Assen
plaatsaanduiding
0,1 km N van de Kolk, aan de Alteveerstraat oz.
gemeente
Assen, Drenthe
geo positie
X: 233690, Y: 557076
N: 52.99490, O: 6.55923
(coördinaten zijn bij benadering)

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
versieringen

In de gevel van het molenaarshuis zat een gevelsteen waarop de naam "Molen van Winters" was te lezen. Deze gevelsteen dateerde zeker van vóór ca. 1890.

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1919 verbrand 1968 restant gesloopt
geschiedenis

1842: Volgens Ten Bruggencate werd de molen in 1842 gebouwd door H. Winters. Naar zeggen van de laatste molenaar (oom van Geert Nienhuis) werd de molen gebouwd in 1845. * 

De timmerman Hendrik Harms Winters (1791-1844) kocht in 1837 de grond waarop later de molen en de bedrijfsgebouwen werden gesticht. Winters en zijn vrouw Jentje Mensingh Abrahami kregen 11 kinderen.
Het 7e kind, Jurrie Winters (1831-1852) was ook molenaar, het 10e kind, Lukas Winters (1838-1865) was ook molenaar. Bij het overlijden van zijn vader Hendrik Harms Winters (18-06-1844, op diens 53e verjaardag!) vermeldt de overlijdensakte als beroep van de overledene: timmerman/molenaar. Genoemde Lukas Winters trouwde op 18-04-1860, de huwelijksakte vermeldt als beroep voor de bruidegom: molenaar, zoon van Hendrik Harms Winters (overleden) en Jentje Mensingh Abrahamij, beroep: molenaarsche. Als jong kind al kwam Lukas in het molenaarsbedrijf van zijn ouders, hetgeen uiteraard mede werd veroorzaakt door het vroegtijdig overlijden van zijn vader, en hij heeft het bedrijf samen met zijn moeder voortgezet.

Lukas Winters is niet oud geworden; hij overleed op 27-jarige leeftijd op 15-09-1865 te Assen met achterlating van zijn weduwe en slechts 1 zoon: Jan Winters, geboren op 02-08-1860. Diens moeder liet registreren dat deze zoon Jan als erfgenaam in de helft gerechtigd werd ‘in de onroerende goederen in de gemeente Assen, art. 1674, van den percele legger sectie A, no. 2853, zijnde een stoomkorenmolen en erf’. Harm Winters (eveneens een zoon van H.H. Winters en J.M. Abrahamij) werd als voogd aangesteld over deze Jan Winters. In die hoedanigheid en als gemachtigde van Jantien Mensingh Abrahamij (weduwe van Hendrik Winters) liet deze met meerdere gerechtigden de molen op 23-12-1865 publiekelijk veilen waarbij deze werd toegewezen aan Jans Koetsier, van beroep slachter, wonende te Assen.

De moeder van Jan Winters, Albertien Smit, inmiddels 27 jaar, hertrouwde op 13-03-1867 met de 24-jarige Jansen Blomberg. Uit dit tweede huwelijk van Albertien Smit werden nog 4 kinderen geboren (Hendrikus, Arnoldus Hendrikus, Jacob en Anna), waarbij alleen de oudste (Hendrik, kennelijk vernoemd naar zijn grootvader) het beroep van korenmolenaar had. Kennelijk heeft Jansen Blomberg als zodanig nog gewerkt in de Asser molen. Zijn vrouw Albertien Smit was bij haar huwelijk immers korenmolenaarster van beroep! Bij de geboorte van de twee andere zonen was hun vader weer schipper van beroep.

31-10-1861: Provinciale Drentsche en Asser Courant 
"Burgemeester en Wethouders van Asen, noodigen de bewoners der huizen, naastgelegen aan het kadastrale perceel No. 1497 aan Sectie A der gemeente Assen, waarop staat de windkorenmolen van LUCAS WINTERS, om, zoozij bezwaren: mogten hebben tegen de voorgenomen stichting van een stoomkorenmolen aldaar, daarvan opgave te doen aan den Burgemeester van Assen, gedurende de drie eerstvolgende dagen, van des voormiddags elf tot twaalf uur. 
Assen den 30 October 1861. 
De Burgemeester, Van der Feltz. 
De Secretaris, G.L.W. Vos." 

09-09-1862: Provinciale Drentsche en Asser courant
"Gisteren werkte de stoom-korenmolen van onzen stadgenoot L. WInters voor het eerst en wel met uitstekend gevolg. De machine voldeed ten volle aan de verwachting en werd door velen met belangstelling bezigtigd. Hoewel maar één steen maalde, zou de machine in een half etmaal acht last koren en als de twee steenen in werking zijn, drie vierde van al de rogge in Drenthe in één jaar verbouwd en die op ongeveer 10.000 last rekenende, in gelijk tijdpek kunnen malen. 
Dat is de eerste stoom-korenmolen in Drenthe. 
De windmolen van dezelfden eigenaar, het hoofd verre boven zijn jongeren broeder, den stoommolen, verheffende, voer terwijl de stoom zijne taak begon, eene vlag op de wieken en toonde dus geen nijd over de zegepraal die vuur en water behaalden. Waarom ook? De hier afgedankte wind ziet zich weldra een weinig verder aan het Noord-Willemskanaal weder in functie gesteld. Is op de Stegeweg voor hem geen koren meer te malen -- ginds moet hout worden gezaagd. Zoo wisselt alles af, maar alles wat kracht heeft, blijft altijd een voorwerp van speculatie voor den ijver en het talent van den nijveren man, en hoe meer die in Drenthe worden gevonden, hoe meer dat Gewest toenemen zal in bloei en welvaart." 

NB De stoommolen (maalderij) stond dus vlak naast de windmolen, op hetzelfde perceel. De genoemde zaagmolens stonden meer westelijk aan het kanaal. 

12-05-1874: Provinciale Drentsche en Asser courant
Zaturdag j.l. had hier te Assen het navolgend ongeluk plaats: 
G.L., molenaarsknecht, in loondienst bij den koornmolenaar Koetsier, stond, over de zwikstelling van diens koornmolen leunende, te praten met menschen die op den grond stonden. Door den weinigen wind kon de molen niet malen en was daarom ook niet vastgezet; toen er echter een weinigje wind kwam begonnen de roeden te draaijen; een daarvan trof G.L. van achteren en hief hem tot boven de zwikstelling, waarna hij naar beneden stortte en te regt kwam op balken, welke in de nabijheid van dien molen waren gelegd, met het gevolg dat hij een arm op twee plaatsen boven en beneden den elleboog heeft gebroken, volgens verklaring van den geneesheer, niet gevaarlijk zijn.

27-12-1876: Ten verzoeke van deze Koetsier volgde op 27-12-1876 een provisionele veiling. De definitieve veiling vond plaats op 10-01-1877 waarbij de molen, een behuizinge en twee huisplaatsen werden samengevoegd. Deze werden toegewezen aan Klaas van Dalen, veehouder wonende te Assen. Deze was landbouwer van beroep; aanvankelijk te Smilde en nadien te Kloosterveen onder Assen. Bij de geboorte van zijn jongste kind uit zijn tweede huwelijk op 19-02-1879, was hij korenmolenaar. In de jaren daarvoor (1872-1876) was hij nog landbouwer van beroep, wonende te Kloosterveen met huisnummer Bn. 198. Blijkens het Bevolkingsregister gem. Assen stond hij sinds 01-01-1880 echter ingeschreven op het adres Alteveerstraat 14 te Assen; dat kennelijk destijds het molenaarshuis was. 

30-11-1893: In 1893 werd de molen publiekelijk verkocht. Uit een notariële akte d.d. 30 november 1893 blijkt dat Klaas van Dalen en diens erfgenamen de molen hadden toegewezen aan Jan Scholte, molenaar te Het Loo gemeente Coevorden. Twee jaar later had hij zijn eigendom al weer doorverkocht: Willem Dijkema, afkomstig uit Kollum, verkreeg deze molen bij akte van transport d.d. 1 mei 1895. De heer Dijkema verkreeg bij akte van transport d.d. 3 februari 1903 tevens de eigendom over de bij de molen staande drie woningen. 

04-11-1911: Bij notariële akte d.d. 4 november 1911 verkocht hij het gehele complex aan Geert Nienhuis, afkomstig uit Ulrum (Tenbruggencatenummer 00487 b). Van 1914 tot 1918 lag het bedrijf stil, de romp werd bewoond door een paar gezinnen en een kunstschilder; vandaar dat in de onderbouw grote ramen waren aangebracht. In 1919 brak een brandje uit, de bovenbouw verbrandde en werd afgebroken, inclusief het gevlucht. Het molenwerk werd overgenomen door een zuiggasmotor; later vervangen door een elektromotor.

08-11-1920: Provinciale Drentsche en Asser courant 
Woensdag 1O Nov.,
Boeldag afbraak molen aan de Alteveerstraat.
Deurwaarder Groeneboer.


In 1943 werd de molen eigendom van Geert Nienhuis' oudste zoon Onne die al geruime tijd in het bedrijf van zijn vader werkzaam was. Sindsdien had Onne volop werk, vooral ook omdat de meelfabrieken in Holland in die laatste oorlogsjaren waren uitgeschakeld. In die tijd werd in deze Asser molen zelfs clandestien gemalen; uiteraard buiten de toen zo geheten spertijd.

01-07-1968: Toen Onne Nienhuis het bedrijf beëindigde, werd in deze houten molen de maalderij op genoemde motorkracht voortgezet. De gemeente Assen kocht daarna het gehele molencomplex met naaste omgeving aan t.b.v. stadssanering met een uitbreiding van het winkelgebied. De molen, molenaarshuis en overige panden werden kort daarop gesloopt. 

Bronnen:
- archief van Blaauw.
- archief Ten Bruggencate.
- Historische Vereniging Assen.
- Informatie van W. van der Hoeven, 1 mei 2008.
- Informatie van Geert Nienhuis, Assen, 12 juni 2008/ nov. 2010.
-----
Opmerking: Volgens de verslagen van Gedeputeerde Staten van Drenthe werd er in 1842 een korenmolen in Assen opgericht, maar in de jaren daarna niet. Soms kon men enige tijd wachten met de ingebruikstelling van een molen na een vergunning, maar drie jaar lijkt te lang: 1845 is onwaarschijnlijk als bouwjaar. 

Het restant van de molen werd, blijkens een foto van 10 september 1968, toen gesloopt.
Dick Bunskoeke, 11 november 2010 & 26 juni 2018:

aanvullingen

trivia

De molen stond aan de Alteveerstraat, 0,1 km ten noorden van de Kolk. De oude binnenstad van Assen is geheel gesloopt, waardoor de Schoolstraat niet meer terug te vinden is. De molen heeft gestaan op de ZW-hoek van de huidige Hema.

De Hoekstraat was destijds een klein straatje tussen de Schoolstraat en Varkensmarkt.
De Stegeweg was een verlengstuk van de oude landweg de Witterweg. De huidige Alteveerstraat is dus ontstaan uit een stuk Beilerweg en een gedeelte Stegeweg.


Blijkens een scherpe foto uit ca. 1900, die in het archief van De Hollandsche Molen te vinden is, heette de molen Nooit Gedacht. Dit stond op de baard.
D. Bunskoeke, 11 mei 2007.
-----

De afbeelding van Jan Winters, geb. 1891-overl 2-4-1935 (zie afbeelding), zoon van Jan Winters (02-08-1860 / 19-07-1935), zoon van Lukas Winters
-----

De vader van Lukas Winters was Hendrik Harms Winters die als stadstimmerman bekend stond.
Zij bezaten al lange tijd een molen, Hendrik Harms is in 1844 overleden. Ook zijn andere zonen schijnen wel wat in de molen te hebben gedaan maar waren voornamelijk, timmerman, aannemer en architect.
Veel in Assen is door hen gemaakt maar ook door hun oom H.C. Winters, Lukas Winters is waarschijnlijk alleen molenaar geweest omdat hij nog maar 6 jaar was toen zijn vader overleed. Ook zijn moeder en vrouw stonden als molenaarsche bekend.
De vader van Albertien Smit, Lukas zijn vrouw, was een beurtschipper in Assen. Waarschijnlijk ging het om de molen die nu in Assen staat op de locatie Molenstraat 126, maar er waren er 2 van Lukas Winters in 1862 (2 van de 6 molens in Assen) zoals in het boek 1001 Drenthen staat vermeld.

De molens van Lukas Winters stonden aan de Stegeweg en aan het noord Willemskanaal, nu duidelijk gelezen uit de verslagen van Lukas zelf.
Mevr. W. Peters, 15 aug. 2014 en 31 juli 2016.

De molen in de, molenstraat werd hoogst waarschijnlijk door Lukas opa,s gebouwd Harmen Winters en Roelof Vlieghuis, de molenaars later Popko en Jurriën Freeks Smid werden ook familie want Jurriën trouwde met Nieske Winters (Lukas nicht), zij hielden het lang vol.
Aldus mevr. W. Peters, 16 sept 2017

foto's

foto's