De oudste vermelding van de molen betreft een kaart uit 1664 waarop de molen staat aangegeven.
In 1675, 1708 en 1715 werd de molen genoemd en ook op de 18e eeuwse kaarten kwam hij voor. Ook in de vorige eeuw werd de molen aangegeven en in 1811 was Pieter Deinum rogmolenaar te Workum.
Rond 1845 moet er een kind zijn gedood doordat dit de verkeerde deur naar buiten nam en daarbij door één der roeden werd geraakt. In 1851 en 1860 was J. Banning molenaar op deze koren- en pelmolen, want in de Leeuwarder Courant vroeg hij om een knecht (liefst ook met het boerenbedrijf bekend). In 1818 was reeds bij een verkoop vermeld dat bij deze korenmolen ook het recht op pelstenen te leggen hoorde. Rond 1880 moet er brand zijn geweest op de molen door een blikseminslag. Eigenaar was nog steeds J.A. Banning (zie ook De Vervanger in Edam, Tenbruggencatenummer 01056 t).
Bronnen:
- De Molenaar nr. 88 (1985), blz 51/52 - 18 december. Drs. D.M. Bunskoeke.
- Herinnering aan de Westerrog(ge) Molen te Workum, art. door Willem D. Hengst in De Utskoat nr. 87, sept. 1997.
-----
Volgens de Workumer krant de Friso van 30 augustus 1879 raakte de molen tijdens zwaar onweer op de voorgaande dinsdag in brand. Na een paar uur was er niets over dan een hoop brandende balken.
Volgens een nog bestaand zilveren troffeltje was de eerste steen gelegd door Frans van der Nagel op 22 augustus 1764.
Bron: krantenknipsel in De Utskoat nr. 115, sept. 2004.
Na de brand meldde Johannes Banning (1811-1890) dat de verzekering hem had uitgekeerd voor de brand, maar de molen werd niet herbouwd.
Dick Bunskoeke, 30 nov. 2014
nog waarneembaar
Tijdens graafwerkzaamheden aan het Súd werd in 1997 een koppel maalstenen aangetroffen. Deze werden ondergebracht in het museum Warkums Erfskip in de Stadswaag.