Molen Het Witte Schaap, Westzaan

Westzaan, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Witte Schaap
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01077 e
oude dbnr.
V3258
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01077 e Het Witte Schaap (Westzaan)
Ansichtkaart nr. 328 uitg. K. Tanger, verzameling F. Rol

locatie

plaats
Westzaan
plaatsaanduiding
In de Zuid, nabij en ten oosten van de weg, ten zuiden van de balkenzager “het Klaverblad”.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Westzaan D (1) 440 Jacob Mats, koopman
geo positie
X: 113843, Y: 494165
N: 52.43373, O: 4.78201

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
Wagenschotzager, later verbouwd tot balkenzager.
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
1855 herbouwd
verdwenen
afgebroken en deels verplaatst
geschiedenis
Het Witte Schaap werd gebouwd in de eerste helft van het jaar 1731. De windbrief van de molen is vermoedelijk niet gevonden, er wordt in ieder geval nergens melding van gemaakt. De molen werd gebouwd in opdracht van Thijs Arentsz. Boer, deze liet hem nog in hetzelfde jaar tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. Hoelang Thijs Boer met Het Witte Schaap werkte is mij niet bekend.

Op 4 april 1771 werd de molen voor ƒ 1000 gekocht door Gerrit Mats. Met de aankoop van deze molen legde Mats de basis voor wat later een van de grootste en belangrijkste houtverwerkende bedrijven binnen de Zaanstreek zou worden, de firma Weduwe J. Mats. Naast Het Witte Schaap werkte Mats ook met de in Westzaan staande bovenkruier De Groene Jager.

Na het overlijden van Gerrit Mats in 1818, werd hij opgevolgd door zijn zoon Jacob Mats, die in 1831 stierf. Zijn weduwe Grietje Corver zette toen de zaken voort onder de naam “de Weduwe J. Mats”, vanaf 1837 runde haar zoon Cornelis Mats de firma. Op 22 maart 1845 kocht Cornelis Mats de twee in Zaandam-West staande zaagmolens De Dekker en De Veldlust. Met de aankoop van deze twee molens vestigde Cornelis Mats zich definitief in Zaandam. De twee Westzaner molens werden in de verkoop gedaan.

Op 19 april 1845 kocht Jan Dekker Sr. Het Witte Schaap voor ƒ 750 van Mats. De Groene Jager werd verkocht aan Albert Buys. De firma Mats bleef tot het jaar 1896 bestaan en werd toen na het overlijden van Cornelis Mats geliquideerd, wegens gebrek aan een opvolger.

Jan Dekker Sr. kocht Het Witte Schaap voor zijn 14-jarige zoon Jan Dekker Jr. om zo voor de jongen een toekomst op te bouwen als zelfstandig ondernemer. De aankoopprijs van de molen laat zien dat Het Witte Schaap niet in een optimale conditie verkeerde, mogelijk fungeerde de molen ook nog steeds als wagenschotzager. Met de aankoop van deze molen werd de basis gelegd voor een van de allergrootste houtverwerkende bedrijven binnen de Zaanstreek, de firma N.V. Dekkers Houthandel.

Op 28 januari 1847 werd de Zuid van Westzaan geteisterd door een storm met een orkaankracht. Jan Jacobsz. Honig uit Zaandijk maakte over deze storm de volgende aantekening en noteerde de schade aan de molens.
“Een orkaan of windhoos teisterde op den 28sten januari van het jaar 1847 o.a. de volgende molens op het Zuideind van Westzaan: De Tweeling van Jan Kruyt; 1 roed; ’t Kind van Weelde van C. Dekker & Co: 2 roeden; De Huismusch van A. de Lange & Zonen: 1 zeil; De Groene Jager van A. Buys: 4 end hekkens, 1 draaihoofd en wijfelaar; Het Vliegend Hart van A. Buys: 3½ end hekken, 1 gang kammen; De Jonge Dekker van A. de Lange & Zonen: roed, as, luitens; De Kruidberg van C. Kruyt: 1½ end hekkens; De Oude Visser van A. de Lange & Zonen: 1 roed, 1 end hekkens, 2 gang kammen (met begin van brand); Het Witte Schaap van J. Dekker Gz.: 1½ end hekkens; De Kapol (watermolen): 1 roed; De Blauwe Kuiper van J. Kruyt: 1 end hekkens; De Witte Troffel van J. Huysinga: 1½ end hekkens, eenige kammen en de roed gespleten; De Kerseboom van Louis Robert te Utrecht: eenige hekkens; De Veldmuis of Kikkert: 4 zeilen geheel weg. Deze molen evenals de Kruitberg hebben een geruimen tijd linksom gemalen."

In 1855 werd Het Witte Schaap grotendeels afgebroken en weer herbouwd tot een moderne molen die aan alle eisen van de tijd voldeed. Met deze verbouwing was een bedrag van ƒ 6250 gemoeid, de houtloodsen en het erf werden voor een bedrag van ƒ 1263,83 opgeknapt. Op 5 mei 1855 nam Jan Dekker Jr., toen 24 jaar oud, de molen over van zijn vader en begon definitief voor zichzelf.

In de daarop volgende jaren liet de firma Dekker een behoorlijke groei zien. Verder liet Dekker de houtloodsen rond de molen vernieuwen en vergroten. De zaken van Dekker gingen zo goed dat hij al vlug veel werk moest uitbesteden aan andere zagerijen, omdat Het Witte Schaap het werk niet alleen aankon. Dekker kreeg vooral veel werk van de aanleg van de spoorlijn in West-Friesland en de bouw van de bijbehorende stations en wachthuizen. In 1870 werd besloten om een tweede molen erbij te nemen. Begin 1870 kocht Dekker de in de Noord van Westzaan staande bovenkruier Besjes Tasch aan. Deze molen stond bij de Reef en was in 1861 geheel nieuw gebouwd ter vervanging van een wipmolen. In opdracht van Dekker werd de molen afgebroken en herbouwd op een erf iets ten noorden van Het Witte Schaap. Na de overplaatsing kreeg de molen de naam Het Klaverblad en in september 1870 kwam hij in bedrijf.

In 1880 werd aan de westkant van het dorp door een neef van Jan Dekker de kleine stoomzagerij De Primus opgericht. Door vele tegenslagen kwam deze zagerij nooit lekker van de grond. Op 3 december 1885 kocht Jan Dekker de zagerij voor ƒ 5500 en zette hem in compagnieschap voort.
Jan Dekker stierf in 1887 waarna zijn twee zonen Jan en Everard het bedrijf overnamen. Waar er twintig jaar terug nog een tekort aan zaagcapaciteit was, bezaten de broers nu een overschot. De Primus kon een belangrijk deel van het werk alleen aan en dus werd besloten om Het Witte Schaap in de verkoop te doen. In november 1890 werd de molen voor sloop verkocht.

Toch betekende dit niet het einde van de molen. Een groot gedeelte van de molen werd verplaatst naar Dedemsvaart om daar dienst te doen als zagerij. De stijlen (ingekort) van de paltrok, de zaagvloer en het binnenwerk, werden naast een bestaande korenmolen op de grond gezet. Met een horizontale as vanuit de korenmolen werd deze zagerij aangedreven. De opstallen van deze zagerij zijn tot op heden aanwezig (dec. 2004).
Op de plaats van de molen in Westzaan verrees een grote houtloods die de naam Borga droeg. In 1896 verhuisde de firma Dekker naar Zaandam-West. In dat jaar had men de stoomzagerij De Veldlust gekocht. De firma Dekker bleef tot het jaar 1956 actief in Zaandam en precies 1 jaar nadat het bedrijf 100 jaar bestond, werd het plotseling geliquideerd.

Willem Buys vermeldt in zijn boekje “De Windmolens aan de Zaanstreek” uit 1918 de volgende anekdote over Het Witte Schaap. “Schaap. Paltrok te Westzaan naast ’t Klaverblad, behoorde eenige jaren geleden aan de heeren Dekker te Westzaan; toen twee dezer heeren ’s avonds van Zaandam per rijtuig komende, keek een der heeren uit het portierraampje, en zei “Kijk nu eens wat een gezichtsbedrog, ’t is voor ’t oog of beide molens een roed hebben afgemalen, ’t komt zeker door ’t maanlicht.” Thuis komende was ’t toch zoo. Gesloopt 1890.”

Bronnen:
- “Engel van de Stadt, zijn voor en nageslacht” Dr. S. Hart 1951 blz. 227-230
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 219
- “100 jaar Dekker’s hout” Dr. Margaretha A. Verkade 1955
- “De Windmolens aan de Zaanstreek” W. Buijs Pzn. 1918 blz. 88-89
- “de Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 147
F. Rol, Zaandijk

aanvullingen

trivia
Deze molen was geheel groen geschilderd.