Molen Oudewegsterpolder, Molen P. Bles / De Beschermer, Tjalleberd/ Tsjalbert

Tjalleberd/ Tsjalbert, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Oudewegsterpolder, Molen P. Bles / De Beschermer
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03273 e
oude dbnr.
V306
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 03273 e Oudewegsterpolder, Molen P. Bles / De Beschermer (Tjalleberd/ Tsjalbert)
Fotoarchief NSR

locatie

plaats
Tjalleberd/ Tsjalbert
plaatsaanduiding
P.G. Otterweg 21, 8457 EG
gemeente
Heerenveen, Fryslân
streek
Aengwirden
geo positie
X: 192595, Y: 559278
N: 53.01912, O: 5.94745

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Voorheen vijzel
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
20,75 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
verdwenen
1926 of 1938 gedeeltelijk gesloopt
geschiedenis
In 1851/1852 werd de Voorste molen vanuit de Aldeweister Polder verplaatst naar de Westerpolderdijk. Men was dit overeengekomen met het bestuur van het Vierde en Vijfde Veendistrict, omdat de molen dan tegelijk de eerste kavel van het Vijfde Veendistrict zou kunnen bemalen, en tevens het onland van de Oudewegster Polder. Hierbij werd de vlucht vergroot van 18,50 m naar 20,75 m, waardoor de onderbouw hoog opgemetseld moest worden, anders zouden de wieken de grond raken. De verplaatsing geschiedde in opdracht van Siebren Woudstra en Harmen Oenema, die voor het bestuur van de polder zorgden. De kosten bedroegen totaal ƒ 4300. De verplaatsing was op 12 augustus 1851 voor ƒ 3945 aanbesteed aan Lubbert Egberts Smilde, molenmaker te Heerenveen. De polder van Gersloot droeg € 500 bij en betaalde ook de molenaar.

De molen bewees zijn diensten en omstreeks 1852-1853 werden de eerste en tweede kavel onder Tjalleberd drooggemaakt.

Molenaars van deze molen waren:
- 1852 Rintze Martens de Jong
- 1862 Jisk S. Hofstra
- 1896 Pieter Bles en zoon Hein Bles
- 1918 Matthijs Velkers (afk. van 4e en 5e Veendistrict)

Op 19 oktober 1854 brak de bovenas, waardoor de roeden naar beneden stortten en verbrijzeld raakten. De molenmaker Hendrik de Haan had al gewaarschuwd dat de as slecht was. De nabijgelegen De Droogmaker (Tenbruggencatenummer 03273 f) werd zoveel mogelijk ingezet om bij te springen, de andere molen van de Oudewegster Polder, De Hersteller, stond met één roede. 7 december 1854 was De Beschermer weer maalvaardig.

Wie de eerste bewoners van de molen waren is niet bekend, maar in ieder geval waren Jisk en Atje Liemburg er tot 1896 gevestigd. Toen trokken Pieter Bles en Jantje Hein ten Boom in de molen. Bles was in 1857 in Rohel geboren en kwam als boerenknecht in dienst bij Siebren Woudstra, van hem zal Bles ook het molenaarsvak hebben geleerd.

Bles bleef naast molenaar ook boerenarbeider voor ƒ 6,= per week, en moest ook zorgdragen dat de molentocht schoon bleef. Als molenaar kreeg hij jaarlijks ƒ 80,= alsmede vrij wonen en een stuk grond. Verder mochten ze een deel van het door zijn vrouw geheven tolgeld zelf houden. Toen zoon Hein 17 werd mocht die ook de molen bedienen, tevens kwamen er naast kippen en eenden toen varkens, schapen en kalveren. Er waren twee toegangsdeuren tot de molen, de normale en een nooddeur boven de útskoat.

Begin 1911 stond de molen met één roede omdat de andere vernieuwd moest worden. Toen er slecht weer op komst was, verplichtten de ingelanden de molenaar te gaan malen, dat hij met één roede niet had willen doen. Het gevolg was dat de roede losschoot, en grote schade veroorzaakte. De timmerman Hans Koelstra en Zn. uit Tijnje, rietdekkers uit Sneek, zeilenmaker Gastra uit Sneek en de schilder moesten er aan te pas komen.

In 1924 bevond de molen van de Oudewegsterpolder zich in een slechte staat en werd besloten voor de bemaling een "Energie" windmotor te plaatsen. In 1925 werden de roeden en de staart van de molen verwijderd. In 1938 werd de molenromp tot de 2e zolder ingekort daar het rieten dak slecht was. Toen werd een ruwoliemotor aangeschaft ter vervanging van de windmotor.

Toen de oude molenaar Marten Brink in 1951 de molen verliet, werd de bovenverdieping verwijderd en grote herstelwerkzaamheden verricht, inclusief aanleg van opvang van regenwater. De huur van de woning in de molen bedroeg toen ƒ 75 per jaar, gelijk aan de jaarwedde van de molenaar.

Vanaf 1963 stond de molen leeg, in 1965 werd hij voor ƒ 800 verkocht. De molenberg werd later afgegraven en de kelder bij het woongedeelte getrokken. Onlangs zijn er nog meer verbouwingen geweest, toen werden de waterlopen in de romp verwijderd.

Bronnen ondermeer:
- "Vergane glorie in de "Aldeweister Polder"", artikelreeks door Dick Bunskoeke en Popke Timmermans in De Utskoat nr. 11/12, dec. 1978, nr. 16, dec. 1979, nr. 17, maart 1980, nr. 18, juni 1980.
- "De molens van de Oudewegster Polder -- een raadsel opgelost", artikel door Dick Bunskoeke in De Utskoat nr. 28, dec. 1982.
- "De Âldeweister Moune deel 2", art. door Jan W. Dijkstra in De Utskoat nr. 91, sept. 1998.
- "De Âldeweister Moune deel 3", art. door Jan W. Dijkstra in De Utskoat nr. 92, dec. 1998.
- "Vier dorpen een streek, uitgave Stichting streekboek Ængwirden. Coll. Jan Kluwer.
nog waarneembaar
woonhuis in molenromp

aanvullingen

trivia
Volgens het rapport over de bemaling van de Friese boezem werd de Oudewegster Polder bemalen door de molens van het 4e & 5e Veendistrict, evenals de Haskerdijken (75 ha).
H. van der Kaay, 10 aug. 2008.