Molen De Toekomst / Molen de Graaf, Dedemsvaart

Dedemsvaart, Overijssel
v

korte karakteristiek

naam
De Toekomst / Molen de Graaf
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen, zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02711
oude dbnr.
V119
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 02711 De Toekomst / Molen de Graaf (Dedemsvaart)

Ansichtkaart, serie 22 nr 1, Foto: Nijholt, coll. DVM

locatie

plaats
Dedemsvaart
plaatsaanduiding
Hoofdvaart 97, 7701 JH Dedemsvaart
gemeente
Hardenberg, Overijssel
streek
Avereest
geo positie
X: 226488, Y: 512821
N: 52.59826, O: 6.44235

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting

n.v.t.

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
over de wieken

Op 14 augustus 1930 brak er een roe af.

afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
herbouwd
verdwenen
Op 19 januari 1943 werd een sloopvergunning verleend. 1965 onttakeld 1965 de wieken en stelling verwijderd 1966 bovenbouw verbrand
eigendomshistorie

In 1908 boden de Erven J.H. Daman de molen in een advertentie in De Molenaar te koop aan.

Op 15 en 29 september en 1 oktober 1910 kocht Lambertus Schomaker deze molen.

De molen was tot 1947 eigendom van Lambertus en Johannes Anthonius Schomaker.

De molen werd gekocht door Johannes van der Graaf, terwijl terwijl J.A. Schomaker nog enige jaren in dienst bleef bij van der Graaf.

geschiedenis

De molen werd herbouwd nadat zijn voorganger op 26 augustus 1890 was verbrand.
In 1891 kwam er een andere houtzager op de molen, Willem Bonthuis uit Onstwedde die tot tenminste 1916 bleef.

In 1908 boden de Erven J.H. Daman de molen in een advertentie in De Molenaar te koop aan.

Op 15 en 29 september en 1 oktober 1910 kocht Lambertus Schomaker deze molen. Uit een acte die in mijn bezit is, volgende tekst:
"Een huis en erf met schuur, stookhok en tuingrond; benevens een koren- en houtzaagmolen met om en bijgelegen opengrond, houtwerf, balkgat en pad alles gelegen aan de Dedemsvaart in de gemente Avereest en aldaar kadastraal bekend in Sectie H nommers 860.861.862.1370 en 1980 te zamen groot zes en vijftig are veertig centiare, en een zuidoostelijk gedeelte van nommer 863 en wel zoo en in dier voege als die goederen door hem zijn aangekocht in publieke veiling bij acten verleden voor den notaris Jan Albertus Berendsen te Avereest den vijftienden en negen en twintigsten September en eersten October negentienhonderdtien."

Op 5 oktober 1910 werden de bezittingen voor ƒ 9650 verzekerd bij de Onderlinge Brandwaarborgmaatschappij, speciaal voor molenaars te Utrecht.

In de daarop volgende jaren werd een motorhok gebouwd voor een petroleummotor merk Thomassen uit De Steeg.
De houtzagerij werd gemaakt van een elders overtollig geworden paltrokmolen (Het Witte Schaap, die in 1731 was gebouwd te Westzaan), door molenmaker Schiller uit Dalfsen. De vier stijlen van de paltrok zijn ongeveer 50 cm onder de zaagvloer afgezaagd en op een rechthoekige fundering met een kelder geplaatst. De zaagvloer is aan beide einden verlengd, en wordt ondersteund door gemetselde stenen stiepen. De zaagvloer is geheel overdekt.

Op 14 augustus 1930 brak er een roe af.

Omstreeks 1937 werd in een stenen motorhok een Deutz dieselmotor geplaatst, die een op de stellingzolder gelegen koppel maalstenen aandreef via een riemoverbrenging. Deze installatie is nog steeds aanwezig.

Op 19 januari 1943 werd een sloopvergunning verleend.

De molen was tot 1947 eigendom van Lambertus en Johannes Anthonius Schomaker. De molen werd gekocht door Johannes van der Graaf, terwijl terwijl J.A. Schomaker nog enige jaren in dienst bleef bij van der Graaf.

De houtzagerij bleef tot rond 1950 in bedrijf op windkracht. Daarna werd de zagerij leeg gesloopt en ingericht als pakhuis.
Na vergeefse herstelpogingen werden in 1965 de wieken en stelling verwijderd.

Op zondag 12 juni 1966 werd de molen getroffen door een blikseminslag en vloog in brand. Het bovenste deel van het achtkant verbrandde.

De romp van de molen is er nog, en wordt gebruik als fourage-handel. Na Johannes van der Graaf ging de molen over aan diens zoon Klaas van der Graaf, en sinds 1999 behoort de molen aan Jan van der Graaf. Momenteel wordt in de molen gehandeld in diervoeders en tuin- en speeltoestelproducten en is er op de 1e verdieping een ruitersportafdeling.

Piet Groot uit Winsum schreef een artikel over de geschiedenis van deze molen en de herkomst van de zagerij in de Nieuwsbrief nr. 7, november 1993 van TIMS-Nederland, onder de titel "Een onbekend restant van een paltrokmolen"

Bronnen o.a.:
- Jan van der Graaf, 21 juli 2004.
- J.A. Schomaker, 22 sept. 2009.

nog waarneembaar