Molenaar Nol Spiekman, geboren in 1864, liet de molen bouwen die in 1896 gereed was.
Nol Spiekman was voorheen molenaar in Heemserveen.
Hij had op dat moment twee zonen, Jan (8jr) en Jan Harm (5 jr).
Later werd zijn zoon Jan Harm Spiekman molenaar/eigenaar van de molen. Molenaar Jan Harm is na zijn huwelijk uit De Krim vertrokken.
De molen had een forse stenen achtkante onderbouw en de bovenbouw was met riet gedekt.
In de omgeving stonden mooie grote boerderijen, molenaar Nol Spiekman dacht dat hij hier wel een goede afzet van meel zou hebben. Hij maalde veel rogge om roggebrood van te maken. Verder werd er haver gemalen als veevoeder voor de paarden. Toch viel de omzet tegen, de boeren in de omgeving bezaten niet veel vee, alleen wat paarden om het land mee te bewerken. In tijden van windstilte was het moeilijk voor Nol Spiekman. De paarden werden later vervangen door trekkers.
Het Nieuws van den Dag, 27 maart 1899:
"De windkorenmolen van A. Spiekman, te De Krim, gem. Ambt-Hardenberg, is Woensdagmiddag afgebrand; men denkt ten gevolge van het warmloopen van de as. Ook 100 H.L. koren werden eene prooi der vlammen. De molen was verzekerd bij de onderlinge verzekering voor molenaars te Utrecht, voor ƒ 5000."
De molen werd te duur in onderhoud en raakte in verval.
In 1940 bouwde de landbouwvereniging een graansilo erbij. Later kwamen er ook nog loodsen bij en werd er een mechanische maalinrichting in gebouwd. Jan Harm was ook molenaar geworden, net als zijn broer Jan, die inmiddels zich als molenaar in Ommen gevestigd had.Jan Harm bleef op deze molen, die in 1951 wegens bouwvalligheid gedeeltelijk moest worden gesloopt.
Bron o.a.: Nol Spiekman (kleinzoon van de voormalige molenaar, en familie van molenaarsfamilie Varwijk), 28 januari 2006
De molen werd later Molen van Brink genoemd naar de nieuwe eigenaar. De molenmakers waren de gebr. Bisschop te Dalfsen. In 1943 was de molen nog in goede staat, en was voorzien van elektrische hulpaandrijving.
Na jaren van verval onttakeld in 1951.
Ansichtkaart, Boekhandel Seinen, de Krim, ca 1935
