Molen Voorste Molen van Huis Ootmarsum, Ootmarsum

Ootmarsum, Overijssel
v

korte karakteristiek

naam
Voorste Molen van Huis Ootmarsum
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
beek
Molenbeek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02686 d
oude dbnr.
V1226
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 02686 d Voorste Molen van Huis Ootmarsum (Ootmarsum)
Foto (uitsnede): Sef Oxley, 28 feb. 2022

locatie

plaats
Ootmarsum
plaatsaanduiding
Smithuisstraat 2
beek
Molenbeek
gemeente
Dinkelland, Overijssel
streek
Twente
kadastrale aanduiding 1811-1832
Ootmarsum A (3) 990 Jan Palthe, predikant, en mede-eigenaar
geo positie
X: 257804, Y: 491961
N: 52.40583, O: 6.89801

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
circa
verdwenen
buiten bedrijf
geschiedenis
De watermolen behoorde tot het 'Huis Ootmarsum, Dros Heidden Hompesch'. De omliggende grachten van Huis Ootmarsum werden gevoed door beekjes vanuit de beekdalen aan de voet van de Kuiperberg. Het water werd in de stadsvijvers opgevangen en als er gemalen moest worden, werden de schuiven opengetrokken en ontstond er stromend water.

De beide molens van de "Commanderie van de Ridderlijk Duitse Orde" werden in 1413 voor het eerst genoemd. De Voorste Molen leverde geregeld wateroverlast op voor de stad, de Onderste Molen in het geheel niet. De opbrengst van de beek was eigenlijk niet groot genoeg voor twee molens, we werden dan om en om gebruikt.

In 1504 was sprake van een oliemolen bij de beide molens, in een akte over een stuk land op de "Zellecamp an des hoves land tegen des cloester olymole".

In 1717 verpachtte Johan Sigismund van Heiden "de beide watermolens, bestaande uit twee korenmolens en een oliemolen", voor 12 jaar voor 180 Caroliguldens, 24 hoenders en 50 eieren aan Wolter Bussink. Latere pachters waren Jan Larink en zijn zoons Bartus em Gerhardus.

Rond 1800 bleek de oliemolen tekort op te brengen, kort daarop moet hij zijn verdwenen.

In de periode 1811-1822 werd het kasteel grotendeels gesloopt. In 1811 namen Dom.e Palthe en Pr. A. Gooszen de molens over, later werd Palthe alleeneigenaar. In 1864 werd de voorste Molen afgebroken, waarbij het molenhuis behouden bleef, de Achterste Molen werd in 1866 gesloopt.

De laatste molenaar Betman stierf in 1914 op 92 jarige leeftijd. Het enige dat aan glorierijke verleden herinnert is het molenhuisje, de woning die bij de Voorste Molen heeft gestaan en de entree vormt van het openluchtmuseum op het Commanderieterrein. In 1980 werd daar het originele waterrad verwijderd.

Bron o.a.: "Molens, Mulders, Meesters", Hagens. Verzameling H. van der Kaay.
-----

Het molenhuisje vormt inmiddels niet meer de entree van het openluchtmuseum, maar is de vergaderlocatie van het museum en zetel van de vereniging Heemkunde Ootmarsum e.o.
De molen werd in 1968 gerestaureerd waarbij een losstaand rad werd aangebracht. Bij een volgende restauratie in 1982 werd dit rad verwijderd.
In 2015 werd de omloop van de molenbeek naar het molenhuisje hersteld, werd een sluisje aangebracht, en draagt de beek meer water doordat de stadsbeek Ootmarsum uitmondt in de Molenbeek.
In 2016 is een authentiek molenrad met een doorsnede van 3 meter aangebracht vervaardigd door molenmaker Wintels en werd het molenhuisje grondig gerestaureerd.
Rob Meijer, 13 maart 2016.
nog waarneembaar