In Het Aardrijkskundig Woordenboek (1847) beschrijft A.J. van der Aa e.e.a over de industrie van Rosmalen: Men heeft er twee leerlooijerijen, eene vermicelli- en macaronifabriek, eene bierbrouwerij en eene houten wind-koren-, eenen ros-kooren- en eene ros-oliemolen. Rosmalen had in die dagen dus meerdere molens.
Enkele eeuwen daarvoor, in 1377, is er al sprake van: een windmolen, een crijtermolen en een watermolen. In 1692 is er sprake van een rosmolen bij Coudewater en in 1703 wordt een zekere Cornelis Couwenbergh genoemd als molenaar op de koren-windmolen ??
Aan het begin van de 20e eeuw kende Rosmalen zelfs twee wind-korenmolens. In 1902 werd vanuit Drachten (Fr.) een houten achtkant overgebracht naar de Deken Fritsenstraat (tegenover het huidige bejaardencentrum De Annenborch 1).
Het houten achtkant was met dakleer bekleed. De zwichtstelling rustte op verticale palen.
De molen had oorspronkelijk één roede met zelfzwichting.
Nadat in 1937 door de molenmakers Gebr. Van Aspert uit Heeswijk nog een omvangrijke restauratie was uitgevoerd, en de houten onderbouw was vervangen door een stenen gemetselde onderbouw, werd de molen op 22 oktober 1944 door oorlogshandelingen beschadigd. De laatste molenaar was Duffhues.
In 1960 werd de molen onttakeld, waarna de romp tot het jaar 2002 heeft gestaan. De onderbouw zag er slecht uit maar daar is nu toch verandering in gekomen. Zoals op de foto te zien is, is er een rietgedekt dak op geplaatst wat toch weer meer op aan molenrestant doet denken. Uit onderzoek van Erwin Esselink blijkt het nieuws dat dit molenrestant afgebroken zou zijn dit jaar [?], dus ongegrond te zijn. Het was voorheen in gebruik als pakhuis, thans als woonhuis.
Het molenrestant is in gebruik als een atelier waar u elke dinsdag en donderdag van 10 tot 16uur van alles kunt zien, oa de geschiedenis van de molen, kunstwerken, een groot aantal (glazen) schilderijen en sculpturen van verschillende kunstenaars.
Karin Bonnemaijers, info@pincelada.nl