Molen 't Fortuin (2e), Meppel

Meppel, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
't Fortuin (2e)
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen, pelmolen, runmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01469
oude dbnr.
V101
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 01469 't Fortuin (2e) (Meppel)
Ansichtkaart

locatie

plaats
Meppel
plaatsaanduiding
Zuideinde 73
gemeente
Meppel, Drenthe
geo positie
X: 209378, Y: 522971
N: 52.69144, O: 6.19151

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting

n.v.t.

versieringen

Op de gevelsteen staat vermeld;

'De eerste steen
gelegd door B. ten Brink
11 augustus 1865.'



Barend ten Brink, zoon van J.H. ten Brink, werd later molenaar in Avereest.

De gevelsteen is nu in het bezit van mevr. P. Veldman-van Leyen, Heer-Hugowaard (N-H).

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
76voet
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
verdwenen
onttakeld, nadat op 6 mei 1930 de molen verbrandde
eigendomshistorie

Roelof ten Brink, (geb. 1855) opvolger van zijn vader Barend ten Brink liet in 1892 een stoommachine van 20 PK plaatsen bij de molen

 

 

geschiedenis

De molen is gebouwd nadat zijn voorganger (en geheel houten molen) door brand werd verwoest.
De eigenlijke naam is 't Fortuin' en omdat de eerste molen afbrandde, heet de eerste molen 't Fortuin I en de tweede molen 't Fortuin II.
De tweede molen werd gebouwd in 1865 door Hendrik Jan ten Brink, geboren in 1830 te Meppel.

Het was een achtkante, met rietgedekte bovenkruier op een hoog stenen onderstuk. Rietbedekking op de kap en drie verdiepingen tussen de begane grond en de stelling.

In 1924 kwamen er zoveel gebreken aan de molen, dat de molen uiteindelijk werd stilgezet.

Molenaar A. Hazelaar maalde alleen nog maar met mechanische kracht verder. 

In 1926 streeft Dr. P.J.A. Esser voor het behoud van de molen, maar krijgt geen steun van de bevolking.
Eind maart 1926 vindt een onderzoek plaats door molenbouwer A.J. Dekker te Hazerswoude, op verzoek van de vereniging 'De Hollandsche Molen'.
Dekker meldt: 'Deze grote molen, die tot het mooiste type behoort, draagt veel bij tot het stadsschoon en zijn eventuele opruiming zou dan ook een verlies zijn.
De kosten voor herstel waren toen f 3.000,-. De daarvoor benodigde f 3.000,- konden echter niet bij elkaar verkregen worden; de gemeenteraad wees een verzoek voor een renteloos voorschot van f 1.500,- af.
De brand op 6 mei 1930 maakte een eind aan al deze pogingen.

Behalve koren werd er ook rijst en grutten voor de Fa. Houwink op de molen gemalen.

1968: Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1968, blz. 82, B.A. Caarten

Een bewoner van het Zuideinde, Dr. P.J.A. Esser beijverde zich sinds 1926 zeer voor het behoud van de molen, maar kon noch bij het gemeentebestuur, noch bij de bevolking steun vinden. 
Eind maart 1926 stelt op verzoek van 'de Hollandsche Molen' de bekende molenbouwer A.J. Dekker te Hazerswoude een onderzoek in. Dekker rapporteert dat 'deze grote molen, niet tot het mooiste type behoort, veel bijdraagt tot het stadsschoon en zijn eventuele amotie zou dan ook een betekenend verlies zijn'. De molen is, naar Dekker verder opmerkt, verwaarloosd, de stenen zijn uit de molen genomen, het riet is slecht, een roede ontbreekt en het kruien gaat zwaar. De kosten van herstel worden op fl. 3000,-- begroot. In 1928 gaat het bedrijf over op P. Leeuwerik uit Oldeberkoop. Deze is bereid aan het herstel mede te werken als hij een renteloos voorschot van fl.3000,-- ontvangt. De helft wordt dan als renteloos voorschot aan de gemeente Meppel gevraagd, doch Burgemeester en Wethouders antwoordden d.d. 21 september 1928 'geen vrijheid (te) kunnen vinden om te bevorderen, dat ten behoeve van het behoud van uw molen van gemeentewege een renteloos voorschot wordt toegestaan'.
Er gebeurt verder niets en anderhalf jaar later brandde de bovenbouw van de molen af, nl. op 6 mei 1930, 's avonds te half twaalf uur. Het woei zo hard dat plukken brandend riet door de lucht vlogen. Nog één maal draaide de enige wiek een halve slag, zoals dat vaker bij molenbranden gebeurt. Sindsdien staat het overgebleven stenen gedeelte er nog altijd als herinnering aan een fraaie korenmolen.

07-05-1930: Friesch dagblad
Korenmolen afgebrand. Gisternacht is de korenmolen van de firma Leeuwerik en Lijsten te Meppel geheel afgebrand. Alle electrische machines in een bijgebouw gingen mede verloren.

Volgens de boekhouding van zeilmakerij Wouda te Meppel werden er voor deze molen zeilen gehuurd van de periode 1896 tot 1924. Er werden zeilen gehuurd voor een molen met een vlucht van 76 voet.

Waarschijnlijk is hier in Drenthe gebruik gemaakt van de Amsterdamse voet, deze is ruim 28 cm. andere maten zijn de Utrechtse stadsvoet (26,8 cm). De Friesche koningsvoet(32,6 cm), de latere Friese of Deventer houtvoet (29,5 cm)

nog waarneembaar

Woonhuis in molenrestant.