Molen Rijn en Son, Utrecht

Utrecht, Utrecht
v

korte karakteristiek

naam
Rijn en Son
modeltype
Ronde molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01041 a
oude dbnr.
V1228
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01041 a Rijn en Son (Utrecht)

Foto coll. DVM

locatie

plaats
Utrecht
plaatsaanduiding
Paardenveld
gemeente
Utrecht, Utrecht
streek
Vechtstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Utrecht C 838 Gerrit van Muijden, molenaar, en cons.
geo positie
X: 136070, Y: 456388
N: 52.09542, O: 5.11096

constructie

modeltype
Ronde molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
versieringen
Op de gevelsteen staat onder de voorstelling van een stralende zon over een rivier:


Ao. 1745.

DE RIJN EN SON EEN SUYVFRE BRON
MET WARME STRAALEE
TOT UTRECHTS PRONK BELOFTE SCHONCK
OM WEL TE MAALEE.

GESTICHT DOOR BN.SONNENBERGII
EN GV.VAN REYN I.D.E.B.


plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
onbekend ✉︎ ? ? 1912 05,30
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De in 1745 op de stadswal gebouwde molen werd in 1912 gesloopt.
Ter vervanging werd de nog steeds bestaande stellingmolen 'Rijn en Zon' gebouwd aan de Adelaarsstraat.

In 1745 begon een nieuwe episode voor de molens. In dit jaar werd aan de vroedschap gevraagd de molen in steen te mogen bouwen volgens het model dat voor de Sprokkel dienst had gedaan. Dit werd toegestaan.

Ofschoon de stenen molens flink boven de omgeving uitstaken, meenden de molenaars van de Meiboom en de Rijneson, zoals de molen nu was gaan heten, dat de wind belemmerd werd door de bomen aan de overzijde van de singelgracht. In 1752 verzochten zij de grote takken te doen afkappen. Hun verzoek werd ingewilligd, mits de bomen niet geknot of getopt werden. De naam Rijneson, later Rijn en Son, is duidelijk ontstaan uit de namen van de beide molenaars.

In 1884 deed de stad een poging om de Rijn en Zon en de Meiboom aan te kopen. Voor beide was de vraagprijs f 19.000,-. De commissie van Fabricage achtte f 16.000,- voldoende, zodat de koop geen voortgang had. In 1900 was de molenaar, bij een hernieuwde poging van de gemeente om zijn molen te kopen, bereid deze voor f 23.000 af te staan. Een der voorstanders van de aankoop betoogde dat deze wenselijk was omdat dan een goede ligplaats voor de turfschepen verkregen zou worden. De raad bood f 21.000,-, eventueel te verminderen met f 1.000,-, als de molenaar de roeden en andere onderdelen en gereedschap zou behouden. Op dit bod werd verder niet ingegaan.

De gemeente meende het terrein van de beide molens nodig te hebben voor de overbrenging van de groentemarkt van het Jacobikerkhof en de vestiging van nog twee markten. In 1912 wilde de raad overgaan tot enige onteigeningen, waaronder de Rijn en Zon. Het bleek dat een minnelijke schikking mogelijk was. Hieraan werd de voorkeur gegeven, omdat een rechterlijke uitspraak over de waarde van de molen en de schadevergoeding voor het bedrijf zeer veel risico's had. Als gemachtigde voor de molenaar trad Mr. Pieter Rink op, oud-minister, lid der Tweede Kamer en advocaat-procureur te 's-Gravenhage. Het bedrag dat de raad in haar gerechtelijk aanbod noemde, was f 30.000,-. De molenaar vroeg aanvankelijk f 40.000,-, maar kwam later op f 36.000,-. Tenslotte nam hij met f 35.000,- genoegen. Hierbij stelde hij als voorwaarde, dat hij een terrein aan de Adelaarstraat van de gemeente zou kunnen kopen, om daar een nieuwe molen te kunnen bouwen.

Een der raadsleden betreurde dat voor de uitbreiding van het marktterrein de molens gesloopt moesten worden. Merkwaardig is, dat in ditzelfde jaar op de begroting voor 1913 een post van f 1.500, werd opgebracht, bestemd tot het bewaren van historisch schoon in de stad.

De stad werd bij het sluiten van het koopcontract vertegenwoordigd door de burgemeester Mr. Alexander Frederik baron van Lynden en Mr.Johannes Bool, secretaris. Het bestek voor de afbraak, dat tevens de Meiboom omvatte, was in oktober 1912 opgemaakt. De afbraak moest op 1 maart 1913 voltooid zijn.

Korevaar kreeg inderdaad een terrein in de Adelaarstraat om zijn molen te herbouwen. In de oorlogsjaren is de molen een uitkomst geweest voor vele burgers die een zak graan hadden weten te bemachtigen. Er waren daartoe in de stad twee gelegenheden, maar de Korenschoof kon dergelijke kleine hoeveelheden niet
aannemen, dus bleef de Rijn en Zon over.
Bron: onbekend.

De molenaar in die tijd (ca. 1780-ca. 1810) was Harmen de Ruijter. In 1802 werd hij door de weduwe Haagsman tot haar erfgenaam gemaakt op voorwaarde dat hij haar en haar zuster voor de rest van hun leven zou verzorgen.

Dick Haagsman, 14 november 2022.

aanvullingen

trivia
5e afb.: de plattegrond van het Paardenveld, waarop de juiste ligging van de molens De Meiboom (rechts) en Rijn en Son (links) is aangegeven (tekening uit 1847, HUA Top. Atlas).

Op de onderste foto staat op het Paardenveld links molen de Rijn en Son en rechts molen De Meiboom. Daar tussenin de Molenbrug (een draaibrug), die in 1969 vanwege de singeldemping verdween.

Op de gravure 'De Stad Utrecht, van het Paardenveld te zien' (www.rijksmuseum.nl) naar de schets van Jan de Beijer wordt de molen gebouwd (dus uit ca. 1744/1745). De onderbouw staat al. Geëtst door Jan C. Philips en uitgebracht in 1758. Verdere molens: v.l.n.r. deze molen, De Klaarwater dbnr. 1061, De Meiboom dbnr. 1063 en De Fortuin dbnr. 5284.

foto's

foto's