Molen De Kapelse Meulen, Roermond

Roermond, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
De Kapelse Meulen
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00203
oude dbnr.
V92
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 00203 De Kapelse Meulen (Roermond)
Deel van grotere foto, coll. DHM, opname 1930

locatie

plaats
Roermond
plaatsaanduiding
Herkenbosscherweg 34
gemeente
Roermond, Limburg
streek
Midden-Limburg
geo positie
X: 197862, Y: 354736
N: 51.18043, O: 6.00019

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Fransen ✉︎ g.n. buiten 1909 1909? buiten 1930 26,50
Fransen ✉︎ g.n. binnen 1902 1902? binnen 1930 26,00
over de wieken

 In 1929 verspeelde de molen een roede.

afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
verdwenen
onttakeld
geschiedenis

De bekende molen aan de Kapel of de molen van Van Grootel had als voorganger een standaardmolen. Deze molen stond op het Vrijveld eveneens in Roermond, nog juist binnen de gemeentegrens met Maasniel. Hij was eigendom van Theodoor van de Winkel, molenaar in Roermond.

Theodoor van de Winkel was afkomstig uit Hunsel-Neeritter waar hij in 1796 werd geboren. Hij was gehuwd met Marie Margarite Meuwissen, geboren in Echt.

Waarschijnlijk betreft het de windmolen, die in 1811 door Jacques Gaspard Griffin op een andere plaats werd gebouwd en in 1834 door Jan Willem Hensling werd overgeplaatst. Daarna werd de genoemde Theodoor van de Winkel eigenaar. Hij liet de molen in 1847 afbreken.

Van de Winkel woonde toen in de Neerstraat te Roermond. Naast zijn huis met (paarde)stal, tuin en opvaart richtte hij met Willem of Pieter Willem Dahmen en zijn echtgenote Maria Elisabeth Buyssen (hiervoor genoemd) in 1853 voor gezamenlijke rekening een stoomgraanmolen op.

Op 30 augustus 1860 gingen genoemde Th. van de Winkel, P.W. Dahmen en M.E. Buyssen een vennootschap aan, waarbij ook de hierna genoemde onderste watermolen, de voormalige schors-, pel- en oliemolen op Het Steyl of Steel, werd ingebracht.
Op 1 oktober 1872 werd de vennootschap weer ontbonden. Bij scheiding en deling werd de stoomgraanmolen toegewezen aan Theodoor van de Winkel en kregen de andere vennoten de watermolen.

Na het overlijden van Van de Winkel in 1881 werd de stoommolen bij boedelscheiding in 1882 toegewezen aan Henri van de Winkel, koopman in Roermond. Hij verkocht de molen in 1885 aan Lambertus Hubertus van Aubel, bierbrouwer in Maastricht. Op 18 januari 1885 brak er brand uit en werd de molen gedeeltelijk vernield. Na herbouw kreeg het gebouw een andere bestemming.

Notaris Felix Willem Milliard te Roermond kreeg in 1867 toestemming van het provinciaal bestuur om op het Vrijveld een nieuwe molen te bouwen, die in 1868 gereed kwam. Zes jaar later verkocht hij de molen aan Leonard Janssen, molenaar in Roermond, die waarschijnlijk pachter van de molen was.

1880: In 1880 brandde de molen af.

1882:  Janssen liet op de Galgenberg op een perceel bouwland een stenen grondzeiler bouwen, die in 1882 in gebruik werd genomen. 

1883: In 1883 werd de nieuwe molen eigendom van Amelie Milliard, echtgenote van Charles Streus. Het volgende jaar verkocht zij de molen aan Gerardus Antonius van den Brekel, molenaar in Overloon (N.B.). Van den Brekel kocht de molen voor zijn zoon Peter, die later voor zichzelf in Pey-Echt een standaardmolen liet bouwen. 

Gerard Antoon van den Brekel verkocht de molen aan de Kapel met huis en tuin in 1888 aan Theodorus van Grootel, molenaar in Beugen (N.B.). Van Grootel was in die tijd een bekend Brabants molenaarsgeslacht, afkomstig uit de Kempen.

Het bedrijf bij de molen, lag aan de Herkenboscherweg en werd na de eeuwwisseling uitgebreid met een pakhuis en een motormaalderij.

De houten as en roeden werden vervangen door ijzeren.

De molenromp werd al eerder enige meters verhoogd om de windvang te verbeteren, die door nieuwbouw in de omgeving was verslechterd. Door de cilindrische opbouw met een middellijn van ongeveer 4.30 m kon van de oude kap met het kruiwerk gebruik worden gemaakt. De molen kreeg daardoor de bekende merkwaardige vorm.( volgens een advertentie uit 1887 werd de molen "onlangs verhoogd" te koop aangeboden/ info Wim Bongaerts ) 
1918: In 1918 werd het bedrijf verkocht aan de Vereeniging Coöperatieve Maalderij "Ons Belang", gevestigd in Roermond. In de volksmond werd de Vereeniging de "Ko-operatief" genoemd. Als molenaar werd Jacob Bosmans aangesteld. 

1929: In 1929 verspeelde de molen een roede. Bosmans bleef nog enige tijd met één roede draaien. De gebroken roede werd vanwege de gebrekkige windvang niet meer vervangen.

1930: Kort daarna werd de windmolen stilgezet en in maart 1930 werden onderdelen, zoals de gietijzeren as, het Engels kruiwerk en het gangwerk te koop aangeboden. De molen werd onttakeld en het bedrijf werd elektrisch voortgezet. In de molenromp werden houten silo's voor graanopslag gebouwd en op de begane grond werd een dubbele houten maalstoel met een koppel 17-er blauwe Duitse stenen en een koppel 17-er kunststenen geplaatst. 

1947: In 1947 werd de molenaar Jacob of Peter Jacob Bosmans eigenaar. In het begin van de jaren vijftig werd het koppel kunststenen uitgebroken en een gedeelte van de maalstoel afgezaagd om ruimte te maken voor de plaatsing van een elektrische hamermolen. Het koppel blauwe stenen bleef in bedrijf voor het malen van tarwe en boekweit. Deze veldvruchten werden met een graanreiniger eerst geschoond en het meel werd vervolgens met een bloembuil gezeefd. 

1960: In 1960 werd het bedrijf door de zoon Laurentius Jacobus overgenomen.

In het oorspronkelijke molenaarshuis werd een winkel gevestigd voor de verkoop van voeders voor huisdieren, tuinbenodigdheden en dergelijke. Het molenerf met de molenromp geven nu nog een zekere indruk van de vroegere situatie. Momenteel lopen achter de schermen de voorbereidingen om tot een restauratie te komen, die de molen compleet bedrijfsvaardig als windkorenmolen moet maken. 

1995: Nochtans werkt de Stichting Kepelse Meule sinds 1995 aan plannen om in de 1880 op de Galgenberg aan de Kapel gebouwde molen in oude glorie te herstellen. Hoewel, in oude glorie betekent niet dat de in 1929 bij harde wind verloren gegane wieken weer terug zullen komen. Ooit was dat wel de bedoeling, zegt voorzitter Wim Kemp van de Stichting, maar nu richt de stichting zich op restauratie van de molen als industrieel monument. De Kepelse Meule is als 'overgangs'-molen van wind- naar elektrische maalderij een prachtig voorbeeld van de molenevolutie, en tja, daar horen geen wieken meer bij. 

Ooit leek het erop dat de molen, die tot 1991 in gebruik was, helemaal zou verdwijnen, vertellen Kemp, Hans Allers en Theo Janssens van de stichting. Dat was toen er een plan lag om op de Galgenberg woningen te bouwen. Dat plan ging - door verzet van de stichting en anderen aan de Kapel - van de baan. Vervolgens ging de stichting aan de slag om molen, plus bijbehorend pakhuis, de status van rijksmonument te bezorgen. Dat lukte volgens Wim Kemp in oktober 2001. 

Theo Janssens: ,,Tot dan toe waren we vooral defensief bezig geweest. Nu komen we in het stadium: hoe gaan we die restauratie regelen.'' De drijfveer van de mannen achter de stichting is volgens Janssens ,,een stuk historie behouden, waarbij - noem het maar - dorpsemotie een rol speelt. We zijn allemaal mensen uit of van de Kapel, opgegroeid met die molen.'' En, zegt hij: er bestaat brede steun voor het behoud en restaureren van de molen, niet alleen in Kapel in 't Zand. ,,Toen we de molen in 1996 in het kader van het Jaar van het Industrieel Erfgoed openstelden, was de interesse uit heel Roermond waanzinnig groot.'' 

De molen, pakhuis en terrein eromheen opknappen kost volgens de stichting zo'n 500.000 euro; de uitvoering gaat zeker vijf jaar duren. Op dit moment stoeien gemeente en stichting met elkaar over het vervolgtraject. De gemeente wil van de stichting een sluitende exploitatie voor restauratie en verder onderhoud en gebruik van de Kepelse Meule. De stichting zegt zo'n exploitatie alleen te kunnen leveren, nadat de gemeente een bestek voor de restauratie maakt, waarmee de stichting dan naar molenbouwers kan stappen om het kostenplaatje precies in kaart te krijgen. Op korte termijn lijkt het wijs dat stichting en gemeente rond de tafel gaan zitten, om de kip-en-ei-discussie te beslechten, erkent voorzitter Kemp. 

Hoe dan ook - de stichting heeft goede hoop dat het in orde komt. Wim Kemp meldt dat er bij het Vrijwillige Molenaarsgilde mensen zijn die in de molen willen werken. En Janssens benadrukt dat het niet alleen bij restauratie van de molen moet blijven, maar dat ook het terrein waarop de Kepelse Meule staat, ontsloten moet worden, en een levend trefpunt moet worden in de wijk. 

Want daar is het ons om te doen, zegt Kemp: ,,De molen moet een levend monument zijn, niet een gebouw waarop zaterdag iemand wat staat te malen, en dat is het dan.'' 
vrijdag 21 februari 2003. 

19-02-2003: 
De molen wordt in het Roermondse dialect 'Kepelse Meule' genoemd. 
De molen is nog geheel intact zoals hij op de foto in uw database voorkomt. 
Zoals u wel terecht opmerkt zijn er restauratieplannen door de Stg. Kepelse Meule, die overigens niet erg vlotten. 
De molen is inmiddels wel een rijksmonument. 
Willem Cartigny. 

21-02-2003: Dagblad De Limburger
Kepelse Meule als levend monument, Fons Elbersen 
ROERMOND - Vanaf de Herkenbosscherweg gezien, zou je het niet zeggen, maar het typische, verwaarloosde bouwwerk dat er ligt - een hoge molen zonder wieken - is een rijksmonument. Het 'geheim van het monument' in de Roermondse wijk Kapel in 't Zand zit 'm ook niet zozeer van buiten, maar van binnen. In de molen zit een intacte, elektrisch aangedreven maalbinnenwerk, en dát bepaalt nou net het monumentale karakter van de Kepelse Meule. 
De stichting Kepelse Meule in Roermond wil de gelijknamige molen in de wijk Kapel in 't Zand restaureren. Het rijksmonument is een mooi voorbeeld van elektrische maalderij. Stap je vervolgens de molen binnen, dan zinkt je de moed enigszins in de schoenen. Sowieso de moed om via wankele trappetjes, half vermolmde houten vloeren drie etages omhoog te klimmen, maar ook een beetje de moed om de molen te restaureren. Want weliswaar is het binnenwerk intact, de staat van de molen is zodanig, dat de restauratie een zeer stevige klus zal zijn

December 2003
Vooruitlopend op het komende herstel heeft de gemeente Roermond geld beschikbaar gesteld om wat klein onderhoud te plegen aan de molenromp en het opknappen van de molenomgeving.

22-04-2012: De restauratie van de 'Kepelse Meule' werd op zondag 22 april 2012 afgerond, met een officiële heropening door wethouder Jos van Rey van Roermond, de sleutel van de molen werd symbolisch overgedragen aan vrijwillige molenaar Wim Bongaerts. 
De molen is dan van april t/m november geopend op de eerste zaterdag van de maand van 10:00-14:00 uur. 

2016: Vanaf 2016 is de 'Kepelse Meule' open op de Nationale Molendag (alleen zaterdag), de Nationale Monumentendag (alleen zaterdag) en de Limburgse Molendag. Verder open op afspraak. 

Zie ook de website - externe verwijzing(en) 
Wim Bongaerts, 2 dec. 2015.

nog waarneembaar

aanvullingen

trivia

Foto 2: Deze foto genomen vanuit de tuin van mijn grootouders van Helden-Verboeket, scheidingsweg 63. Op de foto mijn ouders Lambertus Bongaerts en Marie van Helden, waarschijnlijk is de foto ca 1925 gemaakt maar zeker vóór 1929.
Wim Bongaerts.