Molen De Poltrok / De Paltrok, Leeuwarden/ Ljouwert

Leeuwarden/ Ljouwert, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
De Poltrok / De Paltrok
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07598
oude dbnr.
V7598
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 07598 De Poltrok / De Paltrok (Leeuwarden/ Ljouwert)
Detail van onderstaande prent

locatie

plaats
Leeuwarden/ Ljouwert
plaatsaanduiding
op de Schenkenschans, aan de Harlinger Trekvaart z.z.
gemeente
Leeuwarden, Fryslân
plaats(en) voorheen
Deinum gem. Menaldumadeel
geo positie
X: 180397, Y: 579123
N: 53.19816, O: 5.76724

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
vlucht
18,2 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
Er staat op de kaart van Ottens uit 1739 alleen een molen aan de vaart naar Harlingen, niet aan de Zwette. Op de hieraan ten grondslag liggende kaart van Schotanus/Halma uit 1718 staat er nog geen molen aangegeven op deze plek, maar in 1735 werd een kind van Jan Jansen houtmolenaar in de kerk van Deinum gedoopt 1. De molen moet dus zijn opgericht tussen 1718 en 1735 2.

Leeuwarder courant, 10-05-1758
Word gepresenteerd op een Afbreuk uit der Hand te verkopen, een HOUT-SAAGMGOLEN, Paltrok genaamt, met of zonder Gereedschappen, staande by Schinken-schans omtrent Leeuwarden. Wie hier aan Gadinge maakt, adresseere zig by de Koopluiden SYBRANT Wytzes op 't Vliet of Johannes Jan- Prins by gemelde Moolen, die hun in alle billykheid zullen laaten vinden.

Eind 1762 werd deze met de naam “Paltrok” op afbraak aangeboden door Sybrant Wytzes te Leeuwarden en Johannes Jansz Prins bij de molen 3.
Wat er daarna gebeurde is een hypothese. Zeker is dat er in 1763 een kolk bij de nieuwe zaagmolen op Schenkenschans werd gegraven 4, maar dat ook de naam “Paltrok” in zwang bleef voor een zaagmolen op Schenkenschans: in 1788 was sprake van de “stander-hout moolen de Poltrok genaamt”, met huis en knechtswoning en daartussen een droogschuur, ten oosten van een andere zaagmolen die “de Eendragt” heette 5.
Als zaagmolenaar stond in 1765 nog steeds Johannes Jans Prins te boek 6, maar in 1767 en 1773 woonde Syne Stevens op de houtmolen 7. In 1788 woonde in het huis de koopman Tabe Eelkes Hinxt, die hier ook al in 1775 wordt vermeld 8. Deze bezat de molen samen met de erven Gerryt Lolkes en broers; ze waren gezamenlijk tevens eigenaar van de andere zaagmolen (“de Eendragt”). Volgens de latere advertenties had de paltrok een vlucht van 64 Friese voeten (ca. 18,2 meter).
Het heeft er dus alle schijn van dat de paltrok is blijven bestaan, terwijl er in 1763 een nieuwe (grotere) molen op een ander plek aan de vaart naar Harlingen is gebouwd (zie De Eendragt, Tenbruggencatenummer 11811).

In 1788 werd te koop aangeboden: "Eene Schoone hegte Stander- Hout Moolen de Poltrok genaamt, met Huizinge en Hovinge, bij de Koopman en mede eigenaar Tabe Eeltjes bewoond op Schinke Schans onder Deinum en bij de Erven Gerryt Lolkes en Broeders in Comp. gedreven." Koper was voor 4000 Caroliguldens Theodorus van Wigcheren, houtkoper onder Leeuwarden.

De verdere geschiedenis van de paltrokmolen is goed te volgen. In 1796 verkocht Ynte Visser de molen, die toen in gebruik van bij T. en J. van Wicheren 10. Duidelijk staat daarbij “aan de Harlinger Vaart”, waarmee bewezen is dat beide achttiende-eeuwse molens aan dat water stonden. In 1799 was Steven Synes degene die de paltrokmolen runde 11 en zijn weduwe woonde in het huis bij de molen toen die in 1808 weer in de verkoop kwam 12: Steven was overleden in 1807 13. Kort daarop kwam de molen deels al weer in de verkoop. In 1810 verkocht Douwe Gerbrands uit Leeuwarden zijn helft aan Jetze Synes te Grouw 14; de molen werd toen nog steeds als een paltrok aangeduid.

Tenslotte is in 1812 de oude molen “de Poltrok” afgebroken 15. Zijn ligging moet omtrent het latere kadastrale perceel sectie D no. 4 zijn geweest, toen eigendom van Suffridus Salverda en in gebruik als tuin. Het bijbehorende huis was dan sectie D no. 5, eveneens van Salverda.

In het boek Stads- en dorpskroniek van Friesland (Dr. G.A. Wumkes, 1950/1954) staat bij 9 augustus 1812 vermeld dat "de zaagmolen "De Poltrok" op Schenkenschans onder Deinum wordt afgebroken". In de Leeuwarder Courant van 18 december 1762 stond: "op een Afbreuk uit der Hand te verkopen, een HOUT-SAAGMOOLEN, PALTROK genaamt, met of zonder Gereetschappen, staande by Schinker-schans omtrent Leeuwarden".

Bronnen:
- artikelen door P. Timmermans en L. Kamminga in De Utskoat nr. 65, 1992. Met dank aan H. van der Kaay.
- informatie van Dick Bunkoeke, 28 nov. 2009.

Noten:
1. Tresoar, DTB 508, 27 februari 1735.
2. In 1700 (Floreenkohier nr. 104) was het latere perceel Deinum sectie D no. 12 eigendom van Schelte Scheltes, die houtmolenaar in Leeuwarden was (Tresoar, DTB 906, 8 januari 1698). Aan de noordkant van dit perceel verrees later “de Eendragt”, zoals verderop duidelijk wordt.
3. Leeuwarder Courant 18 december 1762, herhaald op 1 januari 1763.
4. G.A. Wumkes, Stads en dorpskroniek van Friesland deel 1, op 20 oktober 1763.
5. Leeuwarder Courant 4 oktober 1788, herhaald tot 8 december d.a.v.
6. Tresoar, DTB 912, 24 mei 1765.
7. Tresoar, DTB 508, o.a. 26 maart 1767 en 7 juni 1773.
8. Leeuwarder Courant 19 augustus 1775.
10. Leeuwarder Courant 19 maart 1796.
11. Leeuwarder Courant 23 februari 1799.
12. Leeuwarder Courant 2 april 1808.
13. Tresoar, DTB 499, 9 maart 1807.
14. Tresoar, notarieel archief, inv. nr. 102002 repertoire nr. 26 d.d. 2 februari 1810.
15. G.A. Wumkes, Stads en dorpskroniek van Friesland deel 2, op 9 augustus 1812.

aanvullingen

trivia
"Poltrok" is een Friese aanduiding voor zowel paltrok- als standerdmolens.
-----

Bij de prent van Portier:
Links de kerk van Marssum, op de voorgrond de Zwette, rechts een schip in de vaart naar Harlingen. Portier maakte ook een prent waarop alleen Marssum staat (inzet). Duidelijk staat de molen in de hoek van de twee vaarten, vrijwel op de plek die ook op de (onnauwkeurige) kaart van 1739 wordt aangegeven: het is een paltrok.
Dick Bunskoeke, 28 nov. 2009.
-----

Aangezien de molen in 1803 opnieuw werd verkocht, maar toen onder een andere naam en voor de dubbele prijs, zal hij rond 1800 zijn herbouwd als stellingmolen.
[Onduidelijk is op welke molen deze tekst uit De Utskoat 65 betrekking heeft]
-----

Van een wipmolen is nergens iets gebleken en het is veel waarschijnlijker dat de paltrok gewoon is blijven staan (al wilden de eigenaren ervan af toen er een tweede molen kwam in 1763). Tenslotte is een paltrok ook een "standermolen"!
Dick Bunskoeke, 28 nov. 2009.
-----

De aangegeven locatie is een schatting, gebaseerd op de ligging van de molen vlak bewesten de woning kad. D nr. 5.