Molen Horstermeer (1), Nederhorst den Berg

Nederhorst den Berg, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Horstermeer (1)
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07318
oude dbnr.
V7318
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Nederhorst den Berg
plaatsaanduiding
gemeente
Wijdemeren, Noord-Holland
streek
Vechtstreek
geo positie
X: 133600, Y: 474828
N: 52.26107, O: 5.07375

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Scheprad
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
De Horstermeer (ook wel Overmeer of Kortenhoefse Meer geheten) werd begin 16e eeuw bedijkt krachtens een octrooi van december 1610 en 19 februari 1612, verleend aan Jhr Gerard van Rheede, Heere van der Horst.

Ten behoeve van de polders Kortenhoef, Dorssewaard en Overmeerpolder (later Blijkpolder geheten) die voorheen op het meer uitmaalden, werd een ringvaart aangelegd. Maar toen de Horstermeer met vier molens ook daarop ging malen, leidde dat tot wateroverlast in de oude polders. Dijkverzwaring volgde, maar in 1620 bleek aanleg van een nieuwe uitwatering vanaf de ringvaart naar het Naardermeer noodzakelijk, waarop de Horstermeer met hoogstens twee molens mocht gaan uitslaan.

Tussen 1629 en 1631 werd langs Nederhorst den Berg de loop van de Vecht afgesneden door aanleg van de Rheedevaart of Nieuwe Vecht. Hierop legde Ankeveen de Bergsevaart aan benoorden de Horstermeer langs, als afwatering van Ankeveen zelf alsmede de Meerdijksche landen en Stichts-Ankeveen op de Vecht. Nabij de Vecht werden voor het bemalen van de Bergsevaart twee molens gebouwd, waarvan er eentje nog steeds bestaat, de Stichts Ankeveense Molen (Tenbruggencatenummer 00286).

Verder kreeg de Blijkpolder een nieuwe molen aan de Vecht, De Overmeerse Molen, net als de Spiegelpolder. In 1633 werd ook de uitwatering van de Kortenhoefsepolder verbeterd: door afdammingen was de noordelijke ringvaart van de Horstermeer voortaan voor de vier molens van de Horstermeer, en de zuidelijk ringvaart voor de drie molens van Gronge en Dorsseveen (de latere polder Kortenhoef) en voor de molen van Dorssewaard. Na verplaatsing van de Grongse molen naar het westen kon de oostelijke Ringvaart voortaan op polderpeil blijven en was daar geen dijkverzwaring nodig.

Na tal van vruchteloze pogingenbleek dat de Horstermeer door de grote kwel toch niet droog gehouden kon worden. In 1636 werden de reeds verkavelde gronden weder gemeen gemaakt, de contracten met den Meerdijkschen polder in 1649 en die met Ankeveen in 1661 ontbonden en werd eindelijk in 1695 aan het octrooi gerenuncieerd.

Sedert 1649 is de polder voor het grootste deel als water, rietland en wildernis blijven liggen tot 1882, toen de droogmaking wederom krachtens het oude octrooi, doch nu met stoomkracht, werd ondernomen en tot stand gebracht.

Na de droogmaking in 1882 geschiedde de bemaling door een trapsgewijze bemaling, een beneden- en een bovengemaal, en werd het water via de Blijkpolder op de Vecht uitgeslagen.

Omdat dat tot een fiasco dreigde te leiden, werd in 1895 te Overmeer een nieuw stoomgemaal aan de Vecht gebouwd. Aangezien de nieuwe plaats van het stoomgemaal een teleurstelling bleek, werd in 1910 besloten een stoommachine te vervangen door een dieselmotor. Dat leidde evenwel opnieuw tot moeilijkheden, na een verzoek om subsidie om ook het andere gemaal van een dieselmotor te voorzien, bood de provincie slechts genoeg geld om de toevoerleiding te verbeteren.

In 1936 draaide het gemaal aan de Vecht met twee draaistroom-elektromotoren van elk 120 pk, en elk een centrifugaalpomp. De Horstermeer was toen verplicht het water uit de Meeruiterdijkschen polder en de Blijkpolder toe te laten vloeien en uit te malen op de Vecht.

Bronnen:
- "Jaarboekje 1983-1984", Stichting De Utrechtse Molens, onderdeel van een artikel: "Hoe oud is de molen van Kortenhoef?" door J. den Besten (met dank aan H. van der Kaay).
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.

aanvullingen

trivia
De gegeven locatie is een ruwe schatting naar een kaartje uit genoemd artikel.