Molen Bovenste Molen van Hulsen, Geulle

Geulle, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Bovenste Molen van Hulsen
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Molenbeek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11033
oude dbnr.
V5548
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Geulle
plaatsaanduiding
plateau tussen de gehuchten Moorveld en Snijdersberg, in het Geulse bos
beek
Molenbeek
gemeente
Meerssen, Limburg
streek
Zuid-Limburg
kadastrale aanduiding 1811-1832
Geulle A (3) 675 A. Graaf de Hamal, rentenier
geo positie
X: 180955, Y: 325779
N: 50.92117, O: 5.75631

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
4,00 m Ø, 71 cm breed
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
De watermolens van Geulle werden de Bovenste en de Onderste Molen genoemd. De Bovenste Molen lag globaal gezien op het plateau tussen de gehuchten Moorveld en Snijdersberg in het Geulse bos (sectie A 675) en de Onderste Molen op Hulsen aan de voet van het plateau bij de spoorlijn.

Kadastraal werden beide molens op Hulsen gesitueerd. De Bovenste Molen was voor de Franse Tijd de banmolen van de heerlijkheid Geulle. Op het einde van de 19e eeuw wordt bij niet meer vermeld en is waarschijnlijk in die tijd afgebroken. Het was een bovenslagmolen, die bij de peilvaststelling in 1854 werd aangedreven door een waterrad met een middellijn van 4,00 m. en een breedte van 0,71 m.

Zowel de Bovenste als de Onderste Molen ontvingen het water van een beek, die op de berg zijn oorsprong heeft en in de 19e eeuw de Walsenbeek werd genoemd, later kreeg hij de naam Molenbeek.

Vanouds werden de molens ook de grafelijke molens genoemd. Gedurende bijna drie eeuwen vererfden zij met het kasteel van Geulle en een groot aantal landgoederen in adelijke families.

Geulle was een heerlijkheid waarmee Wolther van Hoensbroek in 1560 werd beleend. Hij was Heer van Geulle en Bunde. In de mannelijke lijn stierf deze tak, die een zijtak was van de latere rijksgraven van Hoensbroek, uit. In 1785 kwamen de goederen van Geulle door vererving in de familie Hoen, die op het kasteel Schaloen in Oud-Valkenburg woonde. Philipine trouwde met Ladislas de Villers-Masbourg, waardoor Schaloen in deze familie kwam. Haar jongere zuster Theresia huwde graaf Adolphe De Hamal rentenier in Luik, die in de jaren dertig van de 19e eeuw als eigenaar van de molens wordt genoemd. Zij verkochten hun goederen in Geulle (ruim 170 kadastrale nummers) in 1843 aan Emile of Theodore Emile Antoine Joseph, graaf d'Oultremont, te Warfusée in de gemeente St. Géorge (Noord-Frankrijk). In 1847 liet deze Belgische graaf het mooie kasteel van Geulle afbreken. Alleen de voorbouw bleef over, bestaande uit stallingen, remisen, wachtkamers en verblijven voor het dienstpersoneel. Later werd dit gedeelte verbouwd en als woning voor de rentmeester ingericht. Het gebouw kreeg later de naam van "kasteel van Geulle".

De graaf overleed in 1851 in Warfusée. Twee jaar later vond een successie plaats. Gravin Emilie Olympe Marie Antoinette, één van zijn drie kinderen, gehuwd met Victor Joseph Ghislain, baron van der Linden d'Hoogvorst, werd erfgename van de kasteelgoederen in Geulle. Na haar dood kwam bij de successie in 1878 de Bovenste Molen niet meer voor. Bij deze successie werden Edmond, baron van der Linden d'Hoogvorst, rentenier en grondeigenaar in Brussel, en zijn zusters Marguerite Marie Josephine Chislaine, gehuwd met baron de Loë, en jonkvrouwe Pauline eigenaren.

De Onderste Molen op Hulsen werd in de jaren 1878-1879 afgebroken en herbouwd, waaraan een gevelsteen boven de voordeur herinnert. Bij de molen werd daarna tevens het boerenbedrijf uitgeoefend (zie Tenbruggencatenummer 03937).

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een schatting gebaseerd op de kadasterkaart.