Molen Vingerhoedmolen, De Bilt

De Bilt, Utrecht
v

korte karakteristiek

naam
Vingerhoedmolen
modeltype
Watermolen
functie
slijpmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
beek
Biltse Grift
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
12771
oude dbnr.
V4914
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 12771 Vingerhoedmolen (De Bilt)
Deel van onderstaande tekening

locatie

plaats
De Bilt
plaatsaanduiding
Utrechtseweg 315
beek
Biltse Grift
gemeente
De Bilt, Utrecht
streek
Kromme Rijnstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
De Bilt C (1) 29 (huis) Hendrik de Heus, rentenier
geo positie
X: 140225, Y: 457061
N: 52.10160, O: 5.17156

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
circa
verdwenen
geschiedenis
In het tweede kwart van de 17de eeuw waren er in Utrecht verscheidene vingerhoedmakers werkzaam. Een van hen, Johan Claess. Schot, bracht omstreeks 1645 zijn bedrijf over naar De Bilt. Daartoe liet Schot ter hoogte van een sluisje in de Biltse Grift een watermolen bouwen. Het rad werd aangedreven door het water van de Grift, dat bij het sluisje een verval had van ca. anderhalve meter. Dit waterrad bracht op zijn beurt de slijpstenen in beweging die dienden voor het polijsten van de vingerhoeden. Het bedrijf werd in de volksmond dan ook aangeduid als de Vingerhoedmolen.

Omstreeks 1680 werkten er behalve Johan Schot ook zijn zoon Hendrik en zijn schoonzoon Barend van Beekum, alsmede Claes Samuels Schot, mogelijk de vader van Johan. De zaken gingen blijkbaar goed, want in de daaropvolgende twee decennia werden verscheidene stukken grond rond de molen aangekocht. Johan Schot maakte dit alles niet meer mee, want hij overleed in 1688. In 1709 werd de molen verkocht aan een neef, Johannes Schot. Na de dood van Johannes in 1729 werd het bedrijf voortgezet door zijn weduwe, tot ook zij in 1745 overleed. Bij testamentaire beschikking kregen drie nichten, kinderen van haar zuster, het bedrijf toebedeeld, dat zij in 1756 verkochten aan Cornelis Cazius, ook een lid van de familie Schot (zijn moeder was een halfzuster van Johannes). De tot het bedrijf behorende goederen werden toen omschreven als zeker getimmerten, waerinne de vingerhoedmakerije werd geëxerceerd, met de molens, verdere huysinge en thuynen, bergschuur en verder getimmerte. In dat jaar kocht Cazius nog drie paarden en al het hoy ende strooy.

Uit de gegevens blijkt dat de molen bij onvoldoende watertoevoer door paardenkracht werd aangedreven en dus niet hoefde stil te staan. Toen het bedrijf nog floreerde, werd Cazius in 1782 opgevolgd door zijn schoonzoon Lodewijk van Putten, maar de opkomende buitenlandse concurrentie vormde reeds een ernstige bedreiging. De omzetten liepen tegen het einde van de 18e eeuw sterk terug, zodat rond 1800 de Vingerhoedmolen kwam stil te liggen. De installatie werd gesloopt in 1808, het molenrad weggenomen en de molen ingericht als woonhuis. In 1829 bleek de naam van het pand te zijn veranderd in `Sluishoef´.

Bronnen:
- J.W.H. Meijer, `Biltse molens´, in: De Biltse Grift, 2(1993), p. 2-11.
- P.H. Damsté, Uit het verleden van De Bilt, 1960.
Informatie van Hans Lägers.

aanvullingen

trivia
De vingerhoedmolen in de Bilt is verbouwd tot woonhuis en thans eigendom van de Stichting Het Utrechts Landschap. Sinds 1859 behoort het huis Sluishoef tot landgoed Sandwijck.

*Sluishoef is een van de laatst gebouwde buitenplaatsen. In 1823 werden grond, huis en bijgebouwen eigendom van Hendrikus de Heus. Die liet het woonhuis verbouwen tot een representatief buitenhuis.
-----

Vroeger bestond er een vingerhoedmolen, die, zoowel met een paard, als door het water der Biltsche Grift, gedreven werd; maar deze heeft in het jaar 1808 opgehouden te werken.
Bron: Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, Volume 2, door Abraham Jacob van der Aa, 1840.
-----

De Bilt, 5 morgen 2 hond achter de vingerhoedmolen met 4 hond erfpachtland waarop hun huizinge en getimmer staat van de Biltse straat tot de Hoofddijkswetering met de grond waarop de molen staat 1697 Door Hendrick Schot en Berent van Bekum gekocht van de stad Amersfoort voor ƒ 2650.
Bron: de externe link 'De Vingerhoedmakerijen'.

-----

In een akte uit 1802, zich bevindend in Het Utrechts Archief (U286 a 011) wordt de verkoop beschreven van 1) een stuk grond gelegen tussen tussen de hekken van de Vingerhoedmolen en hekken van de buitenplaats Zandwijk 2) een houten brug over de Biltsche en en Zeijster Grifte 3) de boomen staande aan de zz van de Steenstraat.

Informatie van Luciënne Habets, 24 mei 2017