Molen Oude Spaarndammerpolder, Slapermolen, Spaarndam

Spaarndam, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Oude Spaarndammerpolder, Slapermolen
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00809
oude dbnr.
V4062
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 00809 Oude Spaarndammerpolder, Slapermolen (Spaarndam)
coll. DVM

locatie

plaats
Spaarndam
plaatsaanduiding
aan de Slaperdijk
gemeente
Haarlem, Noord-Holland
streek
Zuid-Kennemerland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Schoten en Gehugten A (1) 147 Hoogheemraadschap van Rijnland
geo positie
X: 106291, Y: 492719
N: 52.42012, O: 4.67118

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
romp
vierkante ondertoren
inrichting
scheprad 3,60 m Ø, 24 cm ↔ (1864)
scheprad 3,96 m Ø, 30 cm ↔ (1894)
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
vlucht
15,50 m (1864)<br>15,75 m (1894)
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Eeuwenlang stond aan de voet van de Slaperdijk aan het begin van de Heksloot Rijnlands Slapermolen. Waarom die molen van Rijnland zelf was en niet van het bestuur van de (Oud-) Spaarndammer Polder en waarom die molen juist op die plaats werd gebouwd zal ik in dit artikel proberen te beantwoorden.

Toen op 6 augustus 1626 tussen dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland en de burgemeesters van Amsterdam een accoord was gesloten over de hoogte van de aan te leggen Slaperdijk tussen Spaarndam en Santpoort kon het werk in uitvoering worden genomen.
De Slaperdijk volgde echter niet de Westlaan, de waterscheiding tussen de Velserbroek en Noord-Akendam. Er was namelijk een tracé gekozen waarbij tussen de Westlaan en de nieuwe dijk enkele tientallen meters werden opengelaten die gebruikt konden worden voor de kleiwinning i.v.m. de dijkaanleg. Dat gebied werd de "Verdolven Landen" genoemd.

De afwatering van deze ruim 24 ha land werd een probleem. Door de afgraving van klei kwam het lager te liggen dan de Velserbroek en het land van Noord-Akendam ten zuiden van de Slaperdijk. Natuurlijke afwatering was dus niet mogelijk. In feite stonden de Verdolven Landen meestal blank.
Sijmon Claeszoon van Assendelft, zowel opziener van Rijnland in Spaarndam als schout van het dorp, trok bij dijkgraaf en hoogheemraden aan de bel.
De "heren" kwamen zelf een inspectie uitvoeren en moesten constateren dat Van Assendelft gelijk had. Op 7 maart 1629 gaven zij op het Gemeenlands Huis van Rijnland in Spaarndam toestemming om in de Slaperdijk een stenen duiker aan te leggen en een molen te bouwen, "daar mede 't water van de selve landen te doen losen door den voorschreven duijcker ende sulcx de voorschreven landen daarmede drooch te maecken". De kosten van zowel het leggen van de duiker in de Slaperdijk als de bouw van de Slapermolen zouden gedragen worden "bij 't lant van Rijnlant". Pas later ging deze Slaper Molen voor de Spaarndammer Polder functioneren.

De (Oud-) Spaarndammer Polder was oorspronkelijk boezemland dat via sloten en wateringen op het Spaarne afwaterde. Omdat dit gebied wat lager gelegen was, werd er een kadijkje aangelegd (een andere naam voor het pad langs de Heksloot tussen de "Lange Boom" -een brugje over de Heksloot voor het pad naar Schoten- en het Spaarne, was de "Havedijck"). Aan het Spaarne was er een duiker of zijl waarop de watering van de polder uitkwam (zie kaart van Floris Balthasarsz van 1615). Een molen had men aanvankelijk niet nodig omdat het water door die zijl (spuisluis) op natuurlijke wijze wegliep naar het Spaarne.
In 1634 werd het officieel een polder met een polderbestuur. De oude naam "Sparelant" werd toen vervangen door Spaarndammer Polder. Of toen al meteen gebruik werd gemaakt van Rijnlands Slaper Molen is niet duidelijk. In het archief van Rijnland is daarvan voor het eerst sprake op 4 januari 1706.

Toen werd er een akkoord gesloten tussen Rijnland en het polderbestuur waarin werd bepaald dat Rijnland de molen bleef onderhouden, maar dat voortaan ook het water van de (Oud-) Spaarndammer Polder tegen betaling van een bepaald bedrag (in 1936 ƒ 65,-) door de Slapermolen op peil zou worden gehouden. Daartoe zou een duiker door het Assendelver Voetpad worden aangelegd.
De stenen duiker onder de Slaperdijk is nog altijd aanwezig. Aan de noordzijde van de dijk is de inlaat met schuif te zien vlakbij de huidige Westlaan (de oude Westlaan liep schuin rechtdoor om in de hoek van de ijsbaan aansluiting te vinden op de Velserdijk en de Schinkeldijk. Toen in 1917 de meest westelijke fortgracht werd gegraven kreeg de Westlaan met een scherpe bocht een nieuwe aansluiting op de Slaperdijk. Een duiker zorgt ervoor dat er toch water uit de Verdolven Landen naar het braakje kan stromen om zo de duiker onder de Slaperdijk te bereiken). Wie in het kolkje voor het gemaaltje kijkt ziet de uitgang van de eeuwenoude duiker.

Op 1 november 1938 werd begonnen met de sloop van de Slapermolen aan de Slaperdijk. De molen, eigendom van het Hoogheemraadschap Rijnland, zou vervangen worden door een modern elektrisch gemaal dat op dezelfde plaats werd gebouwd. De "Vereniging Haerlem", "De Hollandsche Molen", de Haarlemse schoonheidscommissie en Openbare Werken probeerden tevergeefs de sloop tegen te gaan. Deze pogingen hadden geen resultaat "bij gebrek aan middelen" (Jaarboek Haerlem 1977).

Tekst: Gerrit van den Beldt, Historische Werkgroep Spaarndam.
nog waarneembaar

aanvullingen

trivia
De molen was eigendom van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Hij werd oorspronkelijk gebouwd voor het bemalen van de Verdolvenlanden. Deze lagen aan de andere kant van de Slaperdijk (het gebied omsloten door de Slaperdijkweg, de Oostlaan en de Westlaan). Later kwam daar de Oud Spaarndammerpolder bij (dit is de polder tussen het Assendelverpad de Slaperdijkweg, de Nieuwe Rijweg en het Spaarne). De molen sloeg uit op de Heksloot (Rijnlands boezem).
Evert Terra.
-----

De notulen van het verhandelde in de Verenigde Vergadering van Rijnland van 20 mei 1953 blz. 73 vermelden:
"Nadat deze toestand nagenoeg een eeuw lang aldus had bestaan, gebeurde het, dat het molentje van de Oude Spaarndammerpolder kwam te bezwijken. In 1706 kwam de gedachte op, of niet Rijnlands slapermolentje tevens de Oude Spaarndammerpolder zou kunnen bemalen. Dit scheen een voor beide partijen aantrekkelijke oplossing: men meende immers te mogen aannemen, dat Rijnland te eigen behoeve het slapermolentje steeds in eigendom en exploitatie zou behouden, en een iets intensiever gebruik ervan voor de afmaling ook van het poldertje, tegen een vergoeding van 100 guldens jaarlijks, mocht een aannemelijke regeling schijnen. Op die voet werd destijds een onopzegbaar contract tussen Rijnland en de polder gesloten."

De Oude Spaarndammerpolder had tot 1706 zijn eigen molentje.
Wim Koelman, 5 maart 2013.