Molen De Vrede (2e), Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Vrede (2e)
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04912 e
oude dbnr.
V2863
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04912 e De Vrede (2e) (Zaandam-Oost)
Foto: n.n., rechtsachter de Traanroeier

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Gouw wz., op enige afstand en ten noorden van de Hanenpadsloot.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 117733, Y: 494641
N: 52.43829, O: 4.83916

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier op vierkante onderbouw
inrichting
als balkenzager
versieringen
De naam van de molen was op de teerdeur geschilderd.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Halverwege de negentiende eeuw zat er plots een behoorlijke opleving in de Zaanse houthandel. In een tijdsbestek van twintig jaar werden er nog een tiental nieuwe houtzaagmolens gebouwd. Ook De Vrede hoorde hierbij. Deze voor Zaanse begrippen zeer grote zaagmolen werd in het jaar 1839 gebouwd in opdracht van de Zaandammer houthandelaar Cornelis van de Stadt.
Cornelis van de Stadt, geboren in 1793, was de derde zoon van Engel van de Stadt, een van de grootste houthandelaren in de Zaanstreek in die tijd. Op zijn hoogtepunt werkte hij met ruim 6 zaagmolens. De meeste van die molens waren gesitueerd in het Oostzijderveld van Zaandam.
In 1814 traden de beide zoons van Engel van de Stadt, Cornelis en Huybert van de Stadt toe tot de onderneming van hun vader. Vanaf toen werd er gewerkt onder de firmanaam Engel van de Stadt & Zoonen.
In 1819 stierf Engel van de Stadt op 72-jarige leeftijd. Zijn bezit werd verdeeld onder zijn beide zonen, zij hielden vanaf toen de firma gaande.
De zaken gingen de beide broers voor de wind. Zo vond er in 1825 een grote uitbreiding plaats met de overname van drie molens van de Zaandammer houthandelaar Dirk Dekker. Dit waren de beide paltrokken De Stuurman of Het Vergulde Hert en De Boendermaker en de bovenkruier Het Bruine Schaap.
In 1828 besloten de beide broers om hun vennootschap te beëindigen en ging ieder voor zichzelf beginnen. Op 1 januari 1828 werden de gezamenlijke bezittingen bij notaris Dozy in Zaandam verdeeld.
Huybert van de Stadt kreeg de volgende bezittingen toebedeeld, de twee bovenkruiers De Bakker en De Jonge Beer, de paltrok De Engel en de pelmolen De Bootsman.
Cornelis van de Stadt kreeg de Westzaandammer paltrok De Witte Ster, de bovenkruier Het Bruine Schaap en de paltrokken De Huisman, Het Vergulde Hert en De Boendermaker. Verder bleef Cornelis van de Stadt actief onder de oude firmanaam.
Ondanks enkele moeilijke jaren gelukte het Cornelis van de Stadt om een bloeiend bedrijf op te bouwen, wat in omvang groter was dan dat van zijn vader.
In 1838 kocht Cornelis van de Stadt een stuk land dat bekend stond onder de naam het Duifjesven. Op dit stuk land liet hij De Vrede bouwen. Deze nieuwe molen was vermoedelijk een van de grootste zaagmolens, zoniet de grootste die in de Zaanstreek was gebouwd. De molen stond zeer hoog op zijn fundering en was voorzien van diverse houtloodsen.
In 1845 tenslotte nam Cornelis van de Stadt ook nog de paltrok De Jonge Arnoldus over. Met deze koop bezat Van de Stadt nu alle molens die waren gelegen aan de Hanepadsloot in Zaandam.
In de daarop volgende jaren deed Cornelis van de Stadt zijn bezit langzamerhand over aan zijn zoons (hij had er 10). Zo kregen (kochten) in 1842 de twee oudste zoons van Cornelis, Engel en Cornelis jr., de zaagmolens De Witte Ster en Het Bruine Schaap van hun vader.
Op 31 mei 1848 raakte De Vrede door onbekende oorzaak in brand en werd de molen volledig in de as gelegd. De molen was goed verzekerd en er volgde herbouw. Direct na de brand startte de Zaandammer molenmaker Exalto met het herbouwen van de molen.
De brandkroniek van Nan van Pomeren meldt het volgende over de eerste brand.
“1848. 31 mei. Verbrandde te Zaandam aan den Zuiddijk, de Houtzaagmolen “de Vrede”, toebehoorende aan den heer Cs. van de Stadt, de molen was 9 jaar oud. Herbouwd.”
Het is niet bekend of de eerste Vrede net zo groot was als de nieuw gebouwde molen. Vermoedelijk is dit wel het geval geweest. De eerste Vrede was slechts 9 jaar oud toen hij verbrandde. De fundering van een molen blijft tijdens een brand intact. Exalto zal deze fundering weer hebben gebruikt voor de bouw van de nieuwe molen.
Cornelis van de Stadt zette zijn houtzaken voort met drie molens. Dit waren De Vrede, De Stuurman en De Jonge Arnoldus. De resterende molens had hij verkocht aan zijn zoons.
Cornelis van de Stadt stierf in 1857. Op 29 december 1858 werd zijn boedelscheiding opgemaakt. De molen met het land werd hierin als volgt omschreven.
“ 1. De houtzaagmolen, zijnde een bovenkruyer, genaamd De Vrede met deszelfs schuren, loodsen, erven, havens, vaste en losse gereedschappen en schuiten, staande en gelegen te Zaandam in het Oostzijderveld aan de Gouw, groot 31 roeden 60 ellen, voor de taxatiewaarde van Fl.15.000,-.
2. Het aan de molen grenzend perceel weiland, genaamd Duifjesven, waard Fl.800,- (het land was groot 61 roeden en 60 ellen).”
Dit alles, met een apart staande houtloods en vier huizen, kwam toe aan zoon Klaas van de Stadt.
Met De Vrede begon Klaas van de Stadt een nieuwe onderneming. In 1870 breidde hij de houtzaken uit met de aankoop van de paltrok Het Vergulde Hert of De Stuurman. Deze molen nam hij over van zijn halfbroer Engel van de Stadt. Met deze twee zaagmolens bleef Klaas van de Stadt tot zijn dood op 18 mei 1875 werken.
Na zijn dood werden de molens geveild en kwam De Vrede voor Fl. 7570,- in bezit van de Amsterdammer houthandelaar Hendrik Pouwels. Vermoedelijk werkte deze man onder de firmanaam Maatschappij De Eikenhouthandel. Mogelijk is dit dezelfde ondernemer die met de Amsterdamse paltrok De Oranjeboom of Het Texelse Wapen werkte. Deze firma hield De Vrede tot het einde in bedrijf.
Dat einde kwam op 1 juli 1899. Doordat tijdens het slijpen van de zagen de slijpsteen sprong, waarvan de brokstukken een petroleumlamp raakten, stond de grote molens binnen de kortste keren in vuur en vlam. De afgelegen ligging zorgde ervoor dat de molen niet meer te redden was toen de brandweer arriveerde. Binnen een uur was het gedaan met de molen, een rokende berg brandhout bleef over.
De brandkroniek van Nan van Pomeren meldt het volgende over de brand.
“1899. 1 Juli. Zaterdag verbrandde te Zaandam den molen “de Vrede” staande op ’t eind van ’t Hanenpad, toebehoorende aan de maatschappij “de Eikenhouthandel” te Amsterdam.
Het onheil werd veroorzaakt doordat een slijpsteen sprong en een deel daarvan tegen een petroleumlamp aanvloog. Een ander deel van den steen raakte den slijper W. Duiverman, die er mee bezig was, zoo geducht, dat de man bewusteloos tusschen het brandende hout werd gevonden. De pelmolen “de Traanroeier” moest men in beweging brengen om de vonken af te houden. De Vrede was een der schoonste houtzaagmolens uit het Oostzijderveld.
31 mei 1848 verbrandde op denzelfde plaats en ook onder denzelfden naam een dergelijke molen. Een der spuitgasten G. Heyn is door de spuit dermate aangereden, dat hij een been brak.”


Ron Couwenhoven vermeldt in zijn boek “Zaanse molenbranden” nog het volgende brandverslag van H. van Heynsbergen.
“De molen was niet meer te houden. Na lang tobben bereikten we het terrein van de brand. Het hout, dat onder de molen lag opgeslagen werd gered, evenals de houtloodsen. Allen de zaagsel- en timmerschuur zijn mede een prooi der vlammen geworden. Aangenaam was het bij deze brand niet, daar het voortdurend stortregende, waarbij nog kwam dat er eten noch drinken was. Pas om twaalf uur konden we inpakken.”

Typerend voor de Vrede was de afkortzaag die aan de zuidkant van de molen uitstak. Met deze zaag werden lange balken in de sloot in tweeën gezaagd. Sommige paltrokken waren voorzien van een klein, apart staand, molentje dat dit werk uitvoerde.

Bronnen:
- “Engel van de Stadt, zijn voor en nageslacht” Dr. S. Hart 1951 blz. 233-240/ 296-297
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 121
- “Brandkroniek, vanaf 1656 tot september 1906” N. van Pomeren 1906 blz. 25/ 73
- “Zaanse molenbranden” R. Couwenhoven 2001 blz. 76-78
- “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 2” T. Neuhaus 1987 blz. 2
F. Rol, Zaandijk.

aanvullingen

trivia
Balkenzager “de Vrede”, zware achtkante bovenkruier met zaagschuren, te Zaandam-Oost aan en bewesten de Gouw, op enige afstand en ten noorden van de Hanenpadsloot. De Laan der Vrijheid loopt nu over zijn erf. Bouwjaar 1839/ 1848, verbrand in 1899.
-----

De locatie is gebaseerd op topografische kaarten.