Molen Overhekermolen, Klimmen

Klimmen, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Overhekermolen
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03932
oude dbnr.
V241
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 03932 Overhekermolen (Klimmen)
Foto: coll. SMD

locatie

plaats
Klimmen
plaatsaanduiding
Overheek 7
gemeente
Voerendaal, Limburg
streek
Zuid-Limburg
geo positie
X: 189286, Y: 321232
N: 50.87986, O: 5.87435

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
inrichting
n.v.t.
plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
circa
verdwenen
onttakeld
geschiedenis
De Overhekermolen in Klimmen is in 1878/1879 gebouwd. De opdrachtgeefster was de weduwe Joanna Geertrudis van Driel-Stienen uit Nederweert. Zij kocht in 1878 een stuk land van Christiaan Jacobs en vroeg de gemeenteraad van Klimmen toestemming om daar een graan-windmolen op te mogen bouwen. De vergunning werd op 16 juli 1878 verleend waarna met de bouw werd begonnen. De molen, een stenen beltmolen met twee maalstoelen, werd in 1879 voltooid. De molen was gezamenlijk eigendom van Joanna van Driel-Stienen en Jan Mathijs Ament.

In eerste instantie ging de molen door het leven als de molen aan den Kruisboom. In de loop van de tijd veranderde de naam van de molen in de volksmond eerst in de molen van Klimmen en later in de molen van Braakhuis. Tegenwoordig gaat de molen al weer enkele decennia door het leven als de Overhekermolen. De naam verwijst daarmee naar het buurtschap Overheek waar de molen ligt.

In de tijd dat de Overhekermolen werd gebouwd, lag er nauwelijks bebouwing in de directe omgeving van de molen. De molen stond op de rand van de Overhekerheide. Door de hoge ligging kon de doorgaans westelijke of zuidwestelijke wind onbelemmerd toe- en afstromen. Voor het goed functioneren van de windmolen was dat van groot belang. De molen was vanuit alle richtingen goed te zien en was lange tijd een van de beeldbepalende gebouwen van Klimmen.

In 1884 overleed Joanna van Driel-Stienen, bouwer en mede-eigenaar van de Overhekermolen. In datzelfde jaar vertrok mede-eigenaar Jan Mathijs Ament met zijn gezin uit Klimmen. In 1886 vestigde Joanna’s zoon Hubertus van Driel zich in Klimmen. Hij was molenaar en timmerman van beroep en hij ging waarschijnlijk als molenaar op de Overhekermolen aan de slag. In 1891 werd Hubertus van Driel formeel eigenaar van de Overhekermolen.

In 1915 verkocht Hubertus van Driel, de molen aan de gebroeders Bernard en Hendrikus Braakhuis die oorspronkelijk uit Tubbergen in Overijssel kwamen. Aan de verkoop ging een moeilijke periode vooraf waarin Hubertus’ dochter Maria op 30-jarige leeftijd kwam te overlijden.

Nadat Hendrikus Braakhuis zich in 1916 uit de Overhekermolen had teruggetrokken, zette Bernard Braakhuis het molenbedrijf alleen voort. In 1920 bouwde hij vlak bij de molen een woonhuis, stallen en een magazijn. In de jaren daarna liet hij de molen helemaal opknappen door de gebroeders van Aspert uit Heeswijk-Dinther.

De ontwikkelingen in het molenbedrijf stonden intussen niet stil. Water en wind kregen als energiebron steeds meer concurrentie van electrische en verbrandingsmotoren. Van de in de huidige gemeente Voerendaal liggende water- en windmolens was de Overhekermolen in 1912 de eerste die één maalstoel voorzag van elektrische aandrijving. In de jaren daarna openden in ondermeer Ransdaal en Retersbeek diverse nieuwe graanmaalderijen met motoraandrijving hun deuren. Daarnaast ontwikkelde ook de Boerenbond zich gaandeweg tot een geduchte concurrent van de Overhekermolen.

Limburgs Dagblad, 25 sept. 1925:
"Woensdag bevonden zich enige kinderen nabij den molen van dhr B. te Klimmen. Daar de kinderen zich met hun spel vermaakten, dachten ze niet meer aan de gevaarlijke molenwieken zodat het 6-jarige zoontje van de heer K. welke al spelende zich te dicht bij de wieken bevond, hiermede in aanraking kwam, en deerlijk aan zijn hoofdje werd verwond. In deernis-wekkende toestand werd het knaapje de molen binnen gedragen. Op dokters advies kon het knaapje niet vervoerd worden."
Caroline Schaeffer, 14 juni 2021.

Limburger Koerier, 24 dec. 1931:
"Dinsdag omstreeks half vier heeft er op de molen van Klimmen een tragisch ongeluk plaats gehad dat aan de ongeveer 60-jarigen J. Muijrers het leven heeft gekost. M. bevond zich tegen dien tijd op den Molen waar nog eenige jongens waren, waaronder de knecht van v. 0., die evenals M., in het gehucht de Heek woont. De knecht zou de zakken voor M. meenemen en bleef onder de molen nog wat buurten. Juist toen de knecht de molen wilde verlaten hoorde hij gekraak en zag tegelijkertijd een stuk hout vliegen en een pet en liep hierop naar buiten. Toen vond hij M. 15 meter verder het land opgeslingerd met een vreselijke wonde aan zij hoofd. Onmiddellijk hebben toen enige mensen het lichaam in de woning van de heer B. binnengedragen. Er werd door de dokter een schedelbreuk geconstateerd. Ongeveer 6 uur later overleed M."

Het slachtoffer Pierre Joseph Muyrers, werd op 23 juni 1870 geboren te Hombourg (B). Hij overleed op 22 dec. 1931. (Bidprentje – Open archief)
Caroline Schaeffer, 16 juni 2021.

Het eerste en enige dodelijk ongeluk op de Overhekermolen vond in 1931 plaats. Buurtgenoot en klant Pierre Muyrers overleed enkele uren nadat hij door een slag van een draaiende molenwiek een schedelbreuk had opgelopen. Dat was niet het eerste ongeluk met draaiende wieken. Al in 1920 was Sjeng, het driejarig zoontje van Bernard Braakhuis, door een draaiende wiek zwaar gewond geraakt.

Op 27 december 1941 sloeg tijdens een sneeuwstorm de molen op hol, waarna het wiekenkruis eraf stortte. Vanaf die tijd maalde de fam. Braakhuis, waarvan de molen sinds 1915 was, met behulp van een 12 pk turbinemotor, tot 1 april 1966.
De maalstenen werden overgebracht naar de molen in Veldhoven.

Eind 1941 trof het noodlot de Overhekermolen opnieuw. Tijdens een plaatselijke storm viel het wiekenkruis van de molen en de molenromp bleef wiekloos achter. Het malen werd in 1942 al snel hervat waarbij de beide maalstoelen nu beurteling werden aangedreven door de ene elektromotor. De jarenlange pogingen om de wieken weer te herstellen, werden vooral gemotiveerd vanuit de landschappelijke betekenis van de molen. Economische motieven speelden nauwelijks een rol en dat was waarschijnlijk ook de reden dat al die pogingen vruchteloos bleven.

Naarmate Bernard Braakhuis een dagje ouder werd, werd het werk in de molen meer en meer overgenomen door zijn kinderen Rika en Sjeng. Rika Braakhuis deed het administratieve en organisatorische werk en Sjeng Braakhuis nam het werk in de molen voor zijn rekening. Nadat Bernard Braakhuis in 1954 was overleden nam Rika in 1959 de Overhekermolen van haar moeder over. Rika’s man Theo Nicolaes werkte bij de Staatsmijnen en was niet bij de bedrijfsvoering op en rond de Overhekermolen betrokken.

Op de molenromp was circa 1953 een uitkijkpost van het Korps Luchtwachtdienst (KLD) ingericht, met postnummer 8M2. Daarvoor werd een bakstenen rand opgemetseld. Het doel was het waarnemen van laagvliegende vliegtuigen - het was de tijd van de Koude Oorlog. De heer H.M.N. Beckers was rond 1956 postcommandant van deze uitkijkpost.
In 1964 werd het KLD hier opgeheven, en verviel de functie als luchtwachtpost.
Sandra van Lochem, 24 mei 2012.

In 1953 werd de bovenkant van de molenromp van de Overhekermolen door het Korps Luchtwachtdienst in gebruik genomen als luchtwachtpost. Daartoe werd op de plaats van de vroegere molenkap een observatieplatform gebouwd. Het platform was te bereiken via een kooiladder die aan de buitenkant tegen de molenromp werd bevestigd. Het Korps Luchtwachtdienst had tot taak het opsporen en volgen van vliegtuigen die lager dan 1500 meter vlogen. De Klimmense luchtwachtpost vormde een driehoek met luchtwachtposten in Maastricht en Stein. Binnen deze driehoek waren nauwkeurige metingen mogelijk en kon de richting van vliegtuigen behoorlijk accuraat bepaald worden. Vanaf 1964 werd het Korps Luchtwachtdienst afgebouwd en verloor de Overhekermolen zijn functie als luchtwachtpost. Gedurende de jaren dat de Overhekermolen als luchtwachtpost dienst deed, werd het maalbedrijf in de molenromp gewoon voortgezet

Samen met broer Sjeng hield Rika Nicolaes-Braakhuis het maalbedrijf in de Overhekermolen tot 1966 in bedrijf. Pas in 1977 werd ook een punt gezet achter de naastgelegen graan- en veevoederhandel. De beëindiging van de werkzaamheden op en rond de Overhekermolen had mede te maken met de opkomst van grootschalige industriële meelfabrieken en met toenemende concurrentie van lokale vestigingen van de Boerenbond.

De begane grond en meelzolder in de molenromp van de Overhekermolen werden in de jaren daarna voor allerlei doeleinden gebruikt. Zo werden er piepkuikens vetgemest, feestjes voor de jeugd georganiseerd en bijeenkomsten van de buurtvereniging gehouden. Pas in 1991 werden de hoger gelegen zolders leeggeruimd en daarna uit de molenromp verwijderd. De molenbelt was intussen in gebruik genomen als garage.

Sinds 1994 is Rika’s oudste zoon Gied Nicolaes eigenaar van de Overhekermolen. Om niet tot een ruïne te vervallen, vraagt de Overhekermolen voortdurend aandacht en onderhoud. Sinds 2004 staat de molen te boek als rijksmonument. Hoewel meerdere instanties zich voor de instandhouding van het monument inzetten, is het vooral de eigenaar die verantwoordelijk is voor het onderhoud van het monument en die het merendeel van de kosten draagt.

De anno 2020 ruim honderdveertig jaar oude Overhekermolen heeft ruim zestig jaar in volle glorie het silhouet van Klimmen gesierd. Intussen gaat de molen al bijna tachtig jaar zonder wieken door het leven en is het bijna vijfenvijftig jaar geleden dat het laatste graan in de molen is gemalen. De rol van de Overhekermolen als luchtwachtpost raakt steeds verder in de vergetelheid. De tijd zal leren of er ooit nog een nieuw hoofdstuk aan de geschiedenis van de Overhekermolen wordt toegevoegd.

Literatuurverwijzing: de Overhekermolen - de molen aan den Kruisboom | de molen van Klimmen | de molen van Braakhuis. Jo Kierkels, Klimmen 2020, 160 pagina’s, ISBN/EAN: 978-90-809934-5-7.
nog waarneembaar
garage/berging