Molen Eliza / Sint Victor, Leveroy

Leveroy, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Eliza / Sint Victor
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02783
oude dbnr.
V240
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 02783 Eliza / Sint Victor (Leveroy)
De molen in complete staat

locatie

plaats
Leveroy
plaatsaanduiding
Kelperweg 10
gemeente
Nederweert, Limburg
streek
Midden-Limburg
geo positie
X: 185115, Y: 361707
N: 51.24391, O: 5.81848

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
inrichting
N.v.t., garage
plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Pot ✉︎ ? binnen ? binnen 1944 ?
Pot ✉︎ ? buiten ? buiten 1944
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
verdwenen
door oorlogsgeweld
geschiedenis
De windmolen van Kelpen, zoals hij in de volksmond en onder de molenaars werd genoemd, stond bij het vroegere stationnetje van Kelpen aan de weg Nederweert naar de rijksweg Weert-Roermond. De molen behoorde tot het dorp Leveroy en stond nog juist binnen de gemeente Nederweert. Ter plaatse vormt de Leveroyse Beek, thans de Tungelroyse Beek genaamd, de gemeentegrens tussen Nederweert en Grathem.
Het dorp Kelpen behoort tot gemeente Grathem. In tegenstelling tot vroeger jaren is Kelpen thans een aanzienlijk kerkdorp, waarvan de kom op een afstand van ongeveer drie kilometer van de vroegere plaats van de molen ligt. Van de stenen bergmolen is slechts een muurgedeelte, dat in de berg stond, overgebleven.

Op het einde van de 19e eeuw hadden de welgestelde landbouwers Pieter Mathijs en Hermanus Geraets uit Leveroy op het Hoevenveld een boterfabriek en een stuk bouwland, waarop zij in 1898 een stenen bergmolen lieten bouwen. Reeds in 1902 verkochten zij de molen aan Hendrik Bonten, die toen molenaar in Ospel was.
Bonten vestigde zich later als herbergier in het huis met café tegenover het station Kelpen.
In 1915 liet Bonten de windmolen en het huis met café door notaris Rutten uit Heythuysen openbaar verkopen. De nieuwe eigenaar van de windmolen werd Henri Symkens, molenaar op de windmolen van Oler.
In 1924 liet hij bij de molen een molenaarshuis bouwen, later een houten pakhuis. Als hulpkracht werd een maalstoel van profielijzer met een koppel 15-er kunststenen gebruikt en een Dekkers-ruwoliemotor. Op het einde van de jaren dertig werd in plaats van de Dekkersmotor, die aan vervanging toe was, een National-dieselmotor van 28 Pk gelegd. Deze motor van Engelse makelij behoorde in die tijd tot de beste in zijn soort.

De windmolen van Kelpen had als kenmerk een grote kap op de molenromp en een lage molenberg. De kap met daaronder een Engels kruiwerk lag reeds op de molen toen Symkens eigenaar werd.
Zonder twijfel zijn de kap en het kruiwerk van een andere molen afkomstig. die een grotere rompdiameter had. Om het kruiwerk met de kap op de romp te kunnen plaatsen. werd de middellijn door het opmetselen van een aantal steenlagen vergroot. Of dit reeds bij de bouw moest gebeuren of dat de molen later door een calamiteit het gevlucht heeft verloren, is niet bekend.
De windmolen had in zijn tijd twee koppel 17-er kunststenen en een koning, die tot op de vloer van de steenzolder liep. Van deze molen was bekend, dat hij daardoor overkruide. zodat de kammen van het spoorwiel en de staven van de rondsels op de staakijzers meer of minder diep in elkaar grepen als de molen in een andere windrichting werd gekruid.
In 1934 brachten de molenmakers Willem Adriaens en zijn zoon Huub uit Weert op de twee Potroeden het Dekkerstroomlijnsysteem aan. De naam "Eliza" werd toen veranderd in St. Victor de patroon van de molenaars.

In de herfst van 1944 was het een tijd tamelijk rustig aan dit deel van het front, waar het kanaal Wessem-Nederweert en de Zuid-Willemsvaart een scheiding tussen het Britse en Duitse leger vormde.
Op 14 november 1944 zetten eenheden van het Britse leger na wekenlange voorbereidingen en met gebruikmaking van de zwaarste artillerie een offensief in om het Duitse front tot de Maas op te rollen. Enige dagen voor het offensief op 11 november, werd de molen door een Duits Sprengkommando vanaf de molenberg opgeblazen.
Na de bevrijding werd de dieselmotor en de maalstoel door Harrie Symkens en zijn zoon Lambert naar Oler overgebracht om daar het maalbedrijf weer zo snel mogelijk op gang te brengen. De oudste zoon Giel of Guillaume, die in de laatste oorlogsjaren in Duitsland te werk was gesteld liet in Kelpen in het begin van de jaren vijftig een nieuwe maalderij bouwen met een elektrische hamermolen en een mengerij van de firma Van Aarsen in Panheel. In het begin van de jaren zeventig werd het bedrijf opgeheven.

Bron: "De Molens van Limburg", P. van Bussel, 1991 p. 486, 487.

De windmolen St.Victor werd door oorlogs geweld in november 1944 door een Duits Sprengcommando vanaf de molenberg opgeblazen.
De molen was eigendom van Henri Sijmkens, die ook een windmolen had in het nabij gelegen Oler. Deze molen, de Marie-Louise, werd in oktober 1944 door de Britten onder vuur genomen en zodanig vernield dat hij instortte. De Britten waren bezig om het Duitse front op te rollen.
Henri Sijmkens, de grootvader van ondergetekende, had twee zonen die actief waren in de maalderij.
Lambert, of te wel Bèr, was actief te Oler en Guillaume, Guul, was actief in Kelpen-Leveroy.
Guillaume, die in de laatste oorlogs jaren te werk was gesteld in Duitsland, liet later een nieuwe maalderij bouwen.
Bèr Sijmkens, dat was dus een oom van mij en later ook mijn leermeester, vertelde mij altijd dat de stalen roeden van de St. Victor direct na de oorlog aangekocht waren door een plaatselijke aannemer uit Kelpen. Deze man gebruikte de roeden als ondersteuningsbalken in zijn werkplaats.
Het aannemersbedrijf bestaat niet meer en de werkplaats is woongedeelte geworden.

Frans Verstappen, 3 mei 2020
Vrijwillig molenaar.

NB de roedenummers 1806 en 1807 van gebr. Pot zouden zomaar eens bij deze molen kunnen horen.
Daar is nog geen zekerheid over. de red. NSR




nog waarneembaar

aanvullingen

trivia
Leveroy had een eigen windmolen, die stond aan de Heerbaan, met als eigenaar Dhr. Vossen.

Mijn vader was eigenaar van de molen van “Kelpen” zo werd hij genoemd in de volksmond, maar hij heeft altijd te Leveroy gestaan aan de weg van Kelpen naar Leveroy.
In Leveroy heeft deze weg altijd Kelperweg geheten vanaf de gemeentegrens die ca. 100 m vanaf onze molen was (Tungelroysebeek). Later is de weg in Kelpen ook Kelperweg genoemd.
Henk Sijmkens, 2 feb. 2005.