Molen De Noord / Oostpoortmolen / Korenaar, Rotterdam

Rotterdam, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Noord / Oostpoortmolen / Korenaar
modeltype
Ronde molen, stellingmolen
functie
korenmolen, moutmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06399
oude dbnr.
V2288
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 06399 De Noord / Oostpoortmolen / Korenaar (Rotterdam)
Ansichtkaart (coll. W. van Breenen)

locatie

plaats
Rotterdam
plaatsaanduiding
Oostplein
gemeente
Rotterdam, Zuid-Holland
streek
Rotterdam-bij de Wester Oude Hoofdpoort
kadastrale aanduiding 1811-1832
Rotterdam M (1) 890 De Geinteresseerden van de moutmolen te Rotterdam
geo positie
X: 93767, Y: 437595
N: 51.92346, O: 4.49704

constructie

modeltype
Ronde molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
28,60 m, Pot-roeden nrs. 2648 (bi) en 2649 (bu)
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Pot ✉︎ 2649 binnen 1929 1929? binnen 1954 28,24
Pot ✉︎ 2648 buiten 1929 1929 buiten 1954 28,24
Pot ✉︎ 1636 binnen 1891 1891? binnen 28,15
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand en restant gesloopt
geschiedenis
Tussen 1695 en 1711 is de molen herbouwd, hiervoor was het een standerdmolen op een ronde toren die mogelijk was voorzien van een stelling.
Deze standerdmolen was gebouwd omstreeks 1562 en was ingericht als moutmolen.

Handschriftenverzameling van de gemeentelijke archiefdienste Rotterdam:
6408. "Akte van transport van de helft in een korenwindmolen met toebehoren, genaamd de Noordmolen, aan het eind van de Kipstraat bij de Oostpoort (Stadsprotocol 133), die is belast met een schuld van 3300 gulden, door Barent Stoute, korenmolenaar, aan zijn zoon Aart Stoute, korenmolenaar, perkament."
Datering 1729 april 15
W. van der Hoeven, 8 januari 2005.

Ook molen De Noord werd oorspronkelijk ingericht als moutmolen.
In de loop van de negentiende eeuw werd De Noord gebruikt als "Meelbloem en mestingmolen" (mesting is een ander woord voor veevoer).
De molen had een eigenaardige slanke vorm, wat te wijten was aan een latere verhoging van de romp vanwege windbelemmering. Na deze verhoging bedroeg de stellinghoogte 16,20 meter.

In 1918 werd de molen verkocht aan de firma van Vliet.
In deze periode verscheen een artikel waarin werd gesuggereerd dat de molen zou worden onttakeld. Naar aanleiding van dit verhaal werd op 2 september 1919 een interpellatie in de gemeenteraad gehouden. Hieruit bleek dat de molen in zijn geheel voor sloop was verkocht aan de firma Burg en Romein. Door ingrijpen van de Rotterdamse architect J. Verheul Dzn. werd de koop ongedaan gemaakt. Tevens werd de toezegging gedaan de molen te restaureren. Vervolgens werd de molen verhuurd aan molenaar Arie Kluit. Hij bleef op de molen tot de fatale brand in 1954.

In augustus 1929 [*] stak molenmaker Dirkse uit Mijnsheerenland een nieuwe buitenroede. Net na de Tweede Wereldoorlog werd bij De Noord als één van de eerste molens in Nederland het fokwieksysteem van ingenieur Fauël aangebracht. De fokken werden op beide roeden bevestigd en waren voorzien van automatische remkleppen.

Toen in de meidagen van 1940 door het Duitse bombardement de binnenstad in brand werd gezet, was de omgeving van het Oostplein in vlammen gehuld. Door de molen toen te laten draaien (het 'vonken malen') wist de molenaar de molen voor het vuur te sparen. Het 'vonken malen' is een oud en beproefd middel, wat hier ook met succes werd toegepast.
Bij de herbouw van de verwoeste stad, na de oorlog, bleef de molen staan, maar op 27/28 juli 1954 brandde de molen volkomen uit en werd daarna niet meer hersteld.

Meteen na de brand werd de mogelijkheid tot herbouw overwogen. De molen was voor ƒ 175.000 verzekerd. Een aardig bedrag, zeker voor die tijd. Een tegenvaller was dat de romp (waarvan een gedeelte met het neerstorten van het wiekenkruis mee ging) te slecht was om nog te kunnen gebruiken.
Op 25 september 1954 werd begonnen met het slopen van de overblijfselen. Een kleine maand later, op 22 oktober, was alles weg en stuitte men op de fundamenten van de vroegere standerdmolen. Inmiddels was ook een herstelactie in het leven geroepen. Ten bate van deze actie werd een ansichtkaart van de brandende molen uitgegeven. Totaal werd een bedrag van ƒ 20.000 ingezameld en de architect F. Posthuma kreeg van de gemeente de opdracht een herbouwplan te maken. Helaas kwam het nooit zo ver, want op 24 november 1954 werd het voorstel tot herbouw door de gemeenteraad verworpen met 22 tegen 18 stemmen.

Op de baard was het onjuiste bouwjaar 1718 vermeld. Het opschrift was bij de opknapbeurt in 1918 gewijzigd door de toenmalige nieuwe huurders om zo hun vroegere molen in Goidschalxoord te eren.
Bron: De Molens van Rotterdam in oude ansichten deel 1.
Informatie van Rob Pols.

Rotterdamsche Courant, 28 april 1821:
"No. 3. Een VEERTIENDE PART in een WIND-KOR EN- of MOUTMOLEN, geraamd DE NOORDMOLEN, staande en gelegen aan de Vest, bij de Oostpoort, binnen Rotterdam, ten protokolle geregistreerd opn." 133. en ter, kohiere der Grondbelasting bekend onder letter L , no.308, met gelijk Aandeel in de Wagens, Paarden en verdere Gereedschappen daartoe behoorende."

Nieuwe Rotterdamsche Courant, 22 april 1847:
"Openbare Vrijwillige VERKOOPING
De Notaris Mr. CAROLUS ANTONIUS VAN KERCKHOFF, residerende te Rotterdam, als lasthebbende van zijne Principalen, die daartoe zijn geauthoriseerd door de Arrondissements-Regtbank te Rotterdam, is van meening om op Woensdag den 5den Mei 1847, des namiddags ten 4 ure in het Lokaal voor Publieke Verkoopingen aan de Gelderschekade aldaar, in het openbaar te veilen en te verkoopen:
Een zeer gunstig gelegen, kapitalen, hechten, sterken, steenen WIND-, KOREN- of MOUTMOLEN en ERVE, genaamd de Noordmolen, met het Stal in denzelven, en verder met al de vaste en losse Gereedschappen tot dien Molen behoorende, staande en gelegen aan het einde van de Kipstraat, omtrent de nu geamoveerde Oostpoort, te Rotterdam, ten ouden stads protocolle geregistreerd geweest op No. 133, in de wijkverdeeling bekend oud wijk L, No. 308, nieuw wijk 11, No. 356, en op den perceelsgewijzen kadastralen legger der gemeente Rotterdam, voorkomende onder sectie M, No. 890, als Moutmolen ter inhoudsgrootte van 97 Ellen.
In de grondbelasting over het loopende jaar aangeslagen tot eene som van ...... f 91,98.
Te aanvaarden op den 1sten Junij aanstaande.
Het te veilen Perceel zal twee dagen vóór en op den dag der Veiling door een ieder bezigtigd kunnen worden, van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 ure, mits voorzien zijnde van een Permissie-Biljet, af te geven door de Notarissen BORDEWIJK en VAN KERCKHOFF, ten wier Kantore in den Oppert, wijk F, No. 27, te Rotterdam, inmiddels alle nadere informatiën te bekomen zijn."
(Herman Hendriksen, 1 aug. 2011)

Nieuwe Rotterdamsche Courant, 3 aug. 1867:
"Heden avond omstreeks 6 ure had er op den Noord-molen aan het Oostplein alhier (Rotterdam) een droevig ongeluk plaats. Een molenaarsknecht had namelijk het ongeluk tusschen het raderwerk te geraken, waardoor zijne armen en borst geheel verpletterd werden, met het ongelukkig gevolg dat hij eenige oogenblikken later overleed."
(Caroline Schaeffer, 18 mei 2021)

Nieuwe Rotterdamsche Courant, 4 oktober 1868:
"Rotterdam. Dingsdagochtend is in den molen van den heer van den Ende, in het Achterklooster alhier, een man tusschen het rad geraakt en medegesleurd, waardoor hij deerlijk gewond werd. Door spoedige hulp heeft men voorkomen, dat de man tusschen het rad verpletterd werd. In deerniswaardigen toestand is hij naar zijne woning vervoerd."
(Caroline Schaeffer, 18 mei 2021)
-----

[*] De bladzijden betreffende de nieuwe Pot-roeden 2648 en 2649 in het Pot-boekje zijn gedateerd 21 juni 1929.
Een foto waarop het verwijderen van de oude buitenroede getoond wordt, staat echter pas in het weekblad "Het Noorden in woord en beeld" van 7 augustus 1931 (tevens aanwezig in de collectie Van Mulligen/Remijn), evenals in "Gelderland in woord en beeld" van 7 augustus 1931. Daarop is ook de oude buitenroede nog aanwezig. De datering 1931 moet op een misverstand berusten of men heeft een oude foto gebruikt. Dezelfde foto stond immers al eerder in het Nieuwsblad van het Noorden van 29 augustus 1929.
Aanvullingen van Frans Weemaes en Johan Bakker, 8 december 2019.

Het verzekeringsgeld van Korenmolen De Noord werd in 1960 aangewend voor de restauratie van Korenmolen De Zandweg te Rotterdam-Charlois.
Tom Blaak, 9 januari 2005.
nog waarneembaar
Op 29 januari schonk de heer Speelman het slot met sleutel en de originele nagels aan molen de Distilleerketel te Delfshaven. Het slot is ongeveer 40 cm lang.  Er is ook een akte bij van een notaris, waarop staat dat het slot van molen de Noord is. Destijds had de vader van de heer Speelman het voor ƒ 240 gekocht.
Robert-Jan Prins, 30 jan. 2013.

aanvullingen

trivia
Naar aanleiding van de bombardementen zette molenaar Kluit (overl. 1971) zijn molen De Noord in de rouwstand voor de slachtoffers, zoals op de tweede foto te zien is.
In Molenwereld 2004-10 staat een heel artikel over De Noord met talrijke foto's.
Informatie van Jerry Vondeling, 22 oktober 2009.

De onderste afbeelding, waarop het wiekenkruis naar beneden komt, werd gemaakt door de fotograaf Hans Akkersdijk, die er toen de 'zilveren camera' mee won.