Molen De Jonge Wolf, Wormer

Wormer, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Jonge Wolf
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01106 l
oude dbnr.
V1793
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01106 l De Jonge Wolf (Wormer)
Foto: ansichtkaart nr. 148 (Uitg. K. Tanger)

locatie

plaats
Wormer
plaatsaanduiding
aan de Zaan tussen de oliemolens Het Fortuin en De Witte Duif
gemeente
Wormerland, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Wormer en Engewormer F (2) 270 Cornelis Klaaszoon Honig, koopman
geo positie
X: 115333, Y: 500414
N: 52.49000, O: 4.80318

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De Jonge Wolf werd in het jaar 1650 gebouwd voor Joores Claese, die hiervoor op 6 april van dat jaar een windbrief ontving. Pieter Boorsma kende deze windbrief aanvankelijk toe aan de oliemolen “Het Roomvat”, maar dhr. P. Boer uit Wormer heeft aangetoond dat de windbrief hoorde bij de Jonge Wolf. De verbandbrief, waarin de molen als onderpand werd gegeven als de eigenaar zijn betalingen aan de staat niet nakwam, dateert van 4 februari 1654. Hierin staat de volgende tekst: ”Joores Claese, buierman tot Wormerveer, verklaart dat hem is verleend het windrecht, tot syn oolymoolentge dat hy gestelt heeft sijn eygen gront, in onse banne van Wormer aende binnen cant van de ringdyck op ’t Wolffrack genaemt de Jonge Wolff, Erfpacht 3 pond, welke verschenen was Karsemis 1650”.
De kap van de Jonge Wolf was met hout bekleed.

Net als alle andere oliemolens, zal ook de Jonge Wolf wel zijn verdeeld in parten met meerdere eigenaars. Op 21 mei 1699 werd de molen voor het eerst tegen brand verzekerd in een assurantiecontract, eigenaar was toen Willem Cornelisz. Groot. In 1710 verkocht Jan Jacobsz. Kaeskooper, een kwart aandeel van de Jonge Wolf voor ƒ 750 aan Claes Willemsz. Druijst. Deze Claes Druijst bleef vrij lang eigenaar van de Jonge Wolf en toen op 14 juni 1727 het olieslagerscontract voor ladingen werd opgericht, werd de molen op zijn naam verzekerd, samen met de Wormerveerder oliemolens “de Witte Bijl” en “de Bonte Ruiter”.

De opstallen van de molen werden op 3 mei 1783 opgenomen bij het OC. In de tweede helft van de 18e eeuw kende de Jonge Wolf meerdere eigenaren, tegen het einde van de 18e eeuw kwam de molen in handen van Vasterd Vas.

Na het overlijden van Vasterd Vas in 1808, nam zijn zoon Jan Vas de zaken van zijn vader over. In zijn tijd behoorde Jan Vas tot de grotere moleneigenaars. Vas bezat zo'n 16 oliemolens, die allemaal in Wormer, Wormerveer en West-Knollendam stonden.

Toen Jan Vas in 1824 overleed, werden de zaken voortgezet door zijn weduwe Lijsbeth Cornelis Kuyper en haar schoonzuster, Aaltje Vas. Samen richtten zij de firma Vas & Comp. op, die tot 1828 bleef bestaan. Tot haar overlijden in 1836 hield Aaltje Vas een aantal molens in bedrijf, waaronder de Spatter, de Jonge Wolf en de Zeug.

Deze oliemolens kwamen in 1839 in bezit van Jacobus Kluyver, die in dat jaar een nieuwe firma oprichtte en naast de drie Wormer oliemolens ook nog de Oostzaandammer oliemolens “de Woudaap” en “het Honingvat” verwierf. Kluyver was getrouwd met een dochter van Cornelis Honig, die op dat moment een van de grotere moleneigenaren was. De zoon van Jacobus Kluyver en Machteltje Honig, Albert Kluyver, kreeg later de oliemolens “de Visser”, “de Kopermolen” en “de Kwak” onder zijn beheer. In 1845 werden beide zaken samengevoegd in de firma Jacobus Kluyver.

Op 8 augustus 1873 werd de molen geraakt door de bliksem, er ontstond geen brand maar in oktober van dat jaar keerde het OC ƒ 310 uit aan de firma Kluyver. Tot 1904 bleef de Jonge Wolf olieslaan voor de firma Kluyver, die dat jaar liquideerde. De molen werd op 9 februari 1905 uit het OC geschreven.

Waarschijnlijk kwam de Jonge Wolf niet meer in bedrijf. Wie echter de laatste eigenaar van de molen was, is onbekend. In januari 1911 werd de molen gesloopt. De schuur van de Jonge Wolf bleef echter bestaan en herbergde later een verf- en chemicaliënhandel. De schuur bestaat tot vandaag en doet momenteel dienst als woning.
Het koppel kantstenen van de molen doet dienst in de mosterdmolen “de Huisman” op de Zaanse Schans.

Bronnen:
- “de Zaende” 6e jaargang 1951 blz. 328-329
- “Duizend Zaanse molens” P.Boorsma 1968 blz. 192
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
- “het Olieslagerscontract” R.Couwenhoven 2002 blz. 51/105/111
- “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 2” T.Neuhaus 1987 blz. 45
- “250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz. 95
Fulco Rol

aanvullingen