Molen De Wachter / De Roode Wachter, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Wachter / De Roode Wachter
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01110 a
oude dbnr.
V1756
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01110 a De Wachter / De Roode Wachter (Zaandam-Oost)
Foto: omstreeks 1870

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Op de Wachtershoek, ten zuiden van de nog bestaande oliemolen De Ooievaar.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam A (1) 408 Evert Smit, koopman
geo positie
X: 116126, Y: 498161
N: 52.46981, O: 4.81512

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
versieringen
Aan de zuidwestkant van de molen hing tussen twee stellingstutten een bord met daarop de naam van de molen.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Wanneer de oliemolen de Roode Wachter werd gebouwd is niet bekend. De molen wordt voor het eerst genoemd in een notarieel document van 12 juli 1663. Op die dag verschenen voor Notaris Johan van der Stengh:”Pieter Pieterse Fijn, eijgenaer van een stuck lants genampt de Schans gelegen opt Calff, ende Pieter Jansse Pies woonende op Saendijck, eijgenaer met sijn Cum sosius van seecker moolen genaempt de Wachter”. Pieter Pies was dus een van de eigenaren van de Wachter.
Na de eeuwwisseling (1700) komt de Roode Wachter in handen van de Zaandijker koopman, Pieter Lubbertsz. Koopman. Pieter Lubbertsz. was in eerste instantie koopman en olieslager. Naast de Roode Wachter, bezat hij de Wormerveerder oliemolens “de Engel” en “het Jonge Vool” en de Zaandijker oliemolen “het Jonge Big”. Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 14 juni 1727, liet Koopman de lading van zijn oliemolens hierbij verzekeren, op het Jonge Big na. Zes jaar later, op 1 juli 1733, worden de opstallen van deze oliemolens bij het OC tegen brand verzekerd. Pieter Lubbertsz. Koopman is later ook actief in de pellerij. Zo laat hij in 1741 de Zaandijker papiermolen “de Witte Gans” afbreken en herbouwen als pelmolen aan de Kalverringdijk, tegenover Zaandijk en in 1748 stichtte hij ten oosten van de Wachter, de pelmolen “de Witte Klok”. Pieter Lubbertsz. was dus een groot ondernemer in die tijd. In 1753 overleed Pieter Lubbertsz. op 74 jarige leeftijd en werden de molens onder zijn familieleden. Waarschijnlijk komt de Wachter dan in handen van Jan Jansz. Boeke. In ieder geval is de molen omstreeks 1800 in bezit van ene Jan Boeke jr. uit Zaandijk, mogelijk een zoon van Jan Jansz. Boeke. Naast de Roode Wachter, bezit Boeke de oliemolens “de Kieft”, “de Roggebloem”, “de Kater” en “de Koe”. Later verkoopt Boeke één voor één zijn molens. Op 11 september 1819 verkocht Boeke de molen voor Fl. 8500,- aan Evert Smit uit Koog aan de Zaan.
Evert Smit behoorde in zijn tijd tot een van de grotere moleneigenaars en had ruim 20 oliemolens voor hem werken. In 1796 begon Evert Smit olie te slaan met de Westzaandammer oliemolen “de Olievos”, vijf jaar later zegt hij de huur van deze molen op en koopt hij de nabijgelegen oliemolen “de Wind”. In de daarop volgende jaren koopt Evert Smit er een behoorlijk aantal oliemolens bij, zijn onderneming zal uitgroeien tot een van de grotere in de Zaanstreek. Tijdens zijn top bezit Smit ruim 25 oliemolens en een pelmolen, verder is hij burgemeester van Koog aan de Zaan en heeft hij in Suriname plantages. De Wachter zal een van laatste molens zijn die Smit zal kopen. Na zijn overlijden in 1843 wordt het bezit van Smit verkocht. De Roode Wachter is dan een van de weinige molens die in handen blijft van de familie Smit. De zoon van Evert Smit, Cornelis Evertsz. Smit, krijgt uit de erfenis de Roode Wachter, “de Zeeman” en “de Sint Lucas” toebedeeld.
Op 23 oktober 1880 werd de Wachter geveild en gekocht door de firma Crok uit Koog aan de Zaan, naast de molen kocht Crok ook het grote pakhuis “de Schans”, dat ten noorden van de Wachter was gelegen. Voor de molen, het pakhuis en een stuk weiland, betaalde de firma Crok een bedrag van Fl.15175,-.
De firma Crok was in 1843 opgericht door Teunis Crok, een koopman uit Koog aan de Zaan. Crok was sinds dat jaar olieslager met de Wormerveerder oliemolen “de Engel”. In 1846 komt daar de Oostzaandammer oliemolen “de Bonte Hen” bij. Later breidt hij zijn molenbezit verder uit met o.a. de oliemolens “de Boer”, “de Zeeman”, “de Vier Heemskinderen”, “de Samson” en “de Zoeker” en de pelmolen “de Zeilemaker”, die echter maar kort voor de firma draait. Na het overlijden van Teun Crok in 1866, nemen zijn weduwe en haar drie zonen het bedrijf over.
In 1872 laat de firma Crok “de Engel” afbreken en voorzien van een stoommachine. De Engel was daarmee de derde stoomolieslagerij in de Zaanstreek, maar werd op de voet gevolgd door “de Toekomst” en “de Vrede”. De eerste stoomolieslagerijen verschilden wat betreft interieur niet veel van de windmolens. Het duurde echter nog vrij lang voordat alle kinderziektes uit deze fabrieken waren opgelost en dus hield men de molens nog steeds in bedrijf.
In 1891 wordt de firma Teunis Crok opgeheven en richt de zoon van Crok, Dirk Crok samen met zijn zwager Jan Laan de nieuwe firma Crok & Laan op. Hierna werden de bezittingen van de oude firma verdeeld. Dirk Crok kreeg de stoomolieslagerij “de Engel” en de oliemolen “de Bonte Hen” toegewezen. De Wachter kwam in handen van Jan Crok. Alle andere molens werden na deze opdeling van de firma verkocht.
In 1891 laat Jan Crok de Wachter inrichten als stoomolieslagerij. Voor dit doel werd het achtkant van de molen gesloopt en op de plaats van de molen werd een stenen gebouw neergezet. De oude molenschuur bleef intact. Op 5 september van dat jaar werd de Wachter in bedrijf genomen.
In de loop der jaren werd de fabriek uitgebreid, zo kwam in de plaats van de molenschuur een groot stenen pand te staan.
Op 1 juli 1912 wordt te Zaandijk het olieslagerscontract ontbonden. Deze verzekering, die 185 jaar had bestaan, kende op het laatst nog 8 deelnemers, die gezamenlijk 5 olieslagerijen bezaten en nog 8 molens. De Wachter behoorde tot de laatst verzekerden van het OC. De laatste verzekeringssom van de fabriek zelf bedroeg Fl.35000,-, die van de lading was Fl.40000,-.
De Wachter blijft tot 1933 in bedrijf en moet dan noodgedwongen in de crisisjaren haar werk staken. Enkele jaren later werden de fabriekspanden verkocht aan de firma T.Duyvis. Begin jaren tachtig is er sprake van dat de firma Duyvis een nieuwe fabriek wil bouwen op de plaats van de Wachter. In 1988 wordt het fabriekspand, waarvan het oudste gedeelte bijna 100 jaar oud is, gesloopt. Achteraf is er zeer veel kritiek geweest op de afbraak van de Wachter. Het fabriekspand was zeker de moeite waard geweest om te bewaren. Van de stoomolieslagerijen die in de Zaanstreek hebben gestaan, is tegenwoordig niet veel meer te vinden. Tijdens de sloop kwamen delen van de molenfundering weer tevoorschijn.
Een ander probleem was, wat er voor in de plaats kwam. De nieuwe fabriek van Duyvis munt niet uit in schoonheid, zeker niet wanneer men vanaf de Julianabrug naar de Ooievaar kijkt, die op zijn beurt weer hinder heeft van de fabriek.
De dakpannen die op de fabriek de Wachter lagen zijn door leden van de Zaanse Molen eraf gehaald en worden nog steeds op de molens gebruikt bij breuk. Het grote pakhuis “de Schans” is afgebroken en verplaatst naar het Hazepad in Zaandijk alwaar het gerestaureerd werd.

Bronnen:
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 135
- “de Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 105-112
- “de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 259
- “Zaanse Windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 225-226
- “Het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz. 51/ 67-72/ 105
- “Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 156-157
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz.139
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
- de Windbrief” 3e jaargang 1973 nr.10 (uitg. Ver. De Zaanse Molen) blz. 16-17
F. Rol.

aanvullingen

trivia
Bij de foto's:
De foto boven is genomen door de Zaandijker fotograaf Jan Breebaard. De ouderdom van deze foto is hoog, vermoedelijk is de foto omstreeks 1870 genomen. Van links naar rechts zijn de volgende molens te zien: De Oude Zwan, De Roggebloem, De Zeemeeuw, De Kogmeeuw, De Roode Wachter (met op de voorgrond het pakhuis "de Schans"), De Hondeman en De Sint Willebrordus.

De onderste foto is genomen kort na de ingebruikname van de fabriek. Van links naar rechts zijn de volgende molens te zien: De Windhond, De Wind, De Grauwe Gans, De Kat, De Ooievaar, De Haan en rechts de stoomolieslagerij De Wachter.
-----

De Wachter stond op de zuidwestkant van een voormalige schans. Deze schans werd in 1573 op last van Diederik Sonoy aangelegd voor de verdediging tegen de Spanjaarden. De schans had zes punten en lag met een hoek op de Zaan en met de andere op de Poel. Aan de kant die aan de Kalverpolder grensde waren twee grachten gegraven. Later is deze schans afgebroken, maar in 1955 komt de herinnering aan de schans weer terug, wanneer ten noorden van de voormalige schans, de woon- en werkbuurt de Zaanse Schans wordt opgericht.

De kap van de Wachter was met hout bekleed.