Molen De Wildeboer, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Wildeboer
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06394 k
oude dbnr.
V1741
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 06394 k De Wildeboer (Zaandam-West)
Foto: ansichtkaart nr. 141 (uitg. K. Tanger)

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
Ten westen van de Vaart, op de zuidkant van het Langeland, ten noorden van het Volkspark.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam G (1) 723 Hend. Jan Reurlo van Holst, koopman
geo positie
X: 115945, Y: 495315
N: 52.44422, O: 4.81278

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als balkenzager
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Pot ✉︎ 2252 binnen 1912 1912? binnen 1915 20,10
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De windbrief werd op 8 augustus 1718 uitgereikt aan Grietje Gerrits Wildeboer, weduwe van Cornelis Cornelisz Noomen. De naam van de molen werd in de acte niet genoemd en in de verbandacte die de schepenen van de banne Westzaan op 8 augustus 1720 uitschreven, werd de naam van de betrokken molen foutief als De Waterland omschreven. Dat was een blunder die werd gemaakt doordat in het Protocol van de Verbandbrieven van de Banne Westzaan op de pagina naast de acte die op naam van Grietje Gerrits Wildeboer stond, de acte van de paltrok De Waterland was genoteerd. Maar de datum, waarop de windbrief door de Grafelijkheidsrekenkamer in Den Haag werd afgegeven - 8 augustus 1718 - kwam wel overeen. Uit de verbandacte bleek dat De Wildeboer op 1 januari 1719 gangbaar was geworden (GAZ. NL-ZdGAZ_OA-0008_1652_0091).

Grietje Wildeboer was een dochter van Gerrit Sijmonsz Wildeboer en Trijntje Jochems Leen uit Assendelft. Wanneer zij werd geboren is niet bekend, maar op 9 oktober 1689 trouwde zij met de 26-jarige Cornelis Noomen. Deze overleed op 25 juni 1711. Hun zoon Cornelis was toen zestien jaar. Dat Grietje in 1718 de windbrief aanvroeg voor de bouw van de paltrok, die zij haar familienaam gaf, had te maken met het feit dat zij de toekomst van Cornelis jr. veilig wilde stellen. Hij was toen 23 jaar (bron: www.katerstede.nl).
Dat hij ook gaandehouder werd van de nieuwe molen bleek op 10 mei 1721 toen De Wildeboer op naam van Cornelis Cornelisz Noomen jr. werd in geschreven in een assurantiecontract. Hij was toen 26 jaar en mocht zelfstandig zaken doen. Dat recht kreeg men bij het bereiken van de 25-jarige leeftijd, waarop men volwassen werd. Bij een eerder huwelijk mochten mannen ook zelfstandig optreden in de zakenwereld.
Maar Grietje Wildeboer werd in januari 1729 nog als eigenaresse genoemd in de nieuwe blaffert van de windpacht, waarin een jaarlijkse belasting van acht gulden was vastgelegd voor De Wildeboer. Zoals in zoveel gevallen was het register niet aangepast aan de actuele toestand (GAZ. Archief Banne Westzaan nr. 446). Uit die notitie bleek wel dat de blaffert erg verouderd was en niet bijgewerkt, want Grietje was al in 1726 overleden.

De Wildeboer bleef een behoorlijke lange tijd in bezit van deze familie Noomen. Pas in het jaar 1807 kreeg de Wildeboer een nieuwe eigenaar. Op 15 april van dat jaar verkocht Arend Noomen de paltrok voor ƒ 1500 aan de weduwe van Gilles Holst, mw. A. Reurlo. Eigenlijk betrof het hier een soort ruil, want Arend Noomen kocht van haar de zware bovenkruier houtzaagmolen “de IJpenboom”, voor ƒ 3000.

Op oudejaarsavond 1816 overkwam de Wildeboer een zwaar ongeluk. Er moest op de Wildeboer overgewerkt worden om zo een groot bestek tijdig af te krijgen. Toen tijdens de jaarwisseling het volk zich even terugtrok in de hut en er dus geen zicht meer was op de molen, brak tijdens het draaien één van zijn roeden. Door de schok die dit veroorzaakte, brak tegelijkertijd de pen van de koning, waarna de molen dus los op de ringmuur stond en daar vanaf gleed. De Wildeboer raakte hierdoor zeer zwaar beschadigd. Toch ging de eigenaar van de molen niet bij de pakken neerzitten en liet hij de Wildeboer herstellen. Waarschijnlijk was de molen goed verzekerd, bovendien trok de Zaanse economie sinds tijden weer aan na het vertrek van de Fransen.

Rond 1870 kwam de molen te werken voor Claas Albertsz. de Lange, die ook houtzager was met de paltrok “’s Lands Welvaren”, welke iets ten noorden van de Wildeboer stond.

Op 13 oktober 1885 liet Claas de Lange de Wildeboer en “’s Lands Welvaren” veilen. Voor het schamele bedrag van ƒ 1190 werd de Wildeboer gekocht door Pieter Gerritsz. Schipper, eigenaar van houthandel Schipper. Het ‘Lansie’ kwam voor ƒ 950 in bezit van Cornelis Zemel.
De firma Schipper begon haar bestaan in 1881, toen Pieter Schipper samen met J. Couwenhoven een houthandel startte. Een jaar nadat Schipper “de Wildeboer” had gekocht werd het compagnonschap ontbonden en ging ieder zijn eigen weg. In het jaar 1887 werd dan de firma Houthandel P. Schipper opgericht.

De zoon van Pieter Schipper werd in 1891 opgenomen in de firma, vanaf 1898 draaide hij mee als volwaardig compagnon. In 1897 werd er nog een molen aangeschaft, nl. de iets ten zuiden van de Wildeboer gelegen paltrok “de Valk”. Deze molen zou maar kort voor de firma Schipper werken, want in 1900 verschafte de firma zich de bovenkruier “de Bonte Arend”, gelegen aan de Watering, ten zuiden van de nog bestaande paltrok “de Held Jozua”.

Na aankoop van “de Bonte Arend” werd “de Valk” voor sloop verkocht. Deze molen die aan het einde van het Stuurmanspad stond, kwam hoe langer hoe meer in de oprukkende bebouwing te staan, iets wat voor een paltrok nogal ongunstig is.

Ook de firma Schipper ging met zijn tijd mee en in augustus 1905 werd het zeskant van “de Bonte Arend” gesloopt. De onderbouw en schuren van de molen bleven staan en werden voorzien van één zaagraam en een cirkelzaag welke door stoom werden aangedreven.

De Wildeboer bleef nog enkele jaren als reserve werken naast de stoomzagerij. In 1911 vond er een grote uitbreiding plaats bij de zagerij. Er werd toen een nieuw gebouw geplaatst voor de rondzagerij. Deze uitbreiding betekende de doodsklap voor de laatste windmolen van de firma Schipper. In mei 1911 werd de Wildeboer gesloopt. Nadat deze molen was verdwenen uit het Westzijderveld, resteerden er nog slechts drie paltrokken van de ruim 140 die er ooit hadden gestaan. Dat waren “de Smid”, die in 1917 verdween, “de Pet”, gesloopt in 1938 en de nog immer bestaande “de Held Jozua”.
In de daarop volgende jaren werd de zagerij “de Bonte Arend” verder vergroot en gemoderniseerd. De van oorsprong V.O.F. P.Schipper, werd in 1922 omgezet in een N.V., Schipper Gzn. N.V.

Zo bleef het bedrijf doorwerken tot de jaren zestig. Toen werden er plannen gemaakt voor het opruimen van het houtveld, het domicilie der Zaanse houtindustrie. Zoals zoveel andere firma’s fuseerde men met andere houthandels en werd het bedrijf verplaatst. In 1970 fuseerden Schipper Gzn. N.V. en de Zaandijker Houthandel v/h P. Donker & Zn. N.V. tot de firma Donker & Schipper Houthandel. Hierna verhuisde het bedrijf naar de Achtersluispolder in Zaandam-Oost.

De Wildeboer bezat vroeger op de achterzijde van de kap een schildering die "een wildeboer" voorstelde. In later jaren, toen het onderhoud allemaal wat minder moest, verdween deze schildering.

Bronnen:
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 333
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 92
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1” T. Neuhaus 1987 blz. 14
- “Encyclopedie van de Zaansteek” 1991 blz. 173-174/ 641
- “Van dik hout zaagt men planken” Uitgave ter gelegenheid van de tentoonstelling “het Westzijderveld in vroeger dagen” T. Neuhaus 1983
- aanvullingen Ron Couwenhoven, 8 okt. 2020 (deel 1718-1729).

aanvullingen