Molen Het Bruine Schaap, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Bruine Schaap
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04911 p
oude dbnr.
V1726
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04911 p Het Bruine Schaap (Zaandam-Oost)
Foto: ansichtkaart no. 126 (uitg. K. Tanger)

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Aan en ten westen van de Gouw, iets ten noorden van de Morgenstersloot
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam D (2) 971 Cornelis van der Stad
geo positie
X: 117915, Y: 494377
N: 52.43593, O: 4.84186

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
De molen was ingericht als balkenzager.
versieringen
Net als zijn collega zaagmolen De Roode Leeuw op het eiland in de Voorzaan, bezat Het Bruine Schaap een fraaie Zaanse kopgevel op de wester zaagschuur.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De fraaie balkenzager Het Bruine Schaap werd gebouwd in 1726. De windbrief van de molen werd op 21 september van dat jaar uitgereikt aan Jan Jansz. Bruijn en Willem Schaap. De molen werd dus genoemd naar haar beide bouwheren. Op 22 mei 1728 werd Het Bruine Schaap tegen brand verzekerd in een assurantiecontract. Dit gebeurde op naam van Jan Bruijn de Jonge. Het is niet duidelijk of het hier de bouwheer betrof of een zoon hiervan.
Het compagnonschap van Bruijn en Schaap duurde enkele jaren. Omstreeks 1740 werd de molen gekocht door de Zaandammer Willem van Tweelen. Naast houtzager was Van Tweelen ook een poos burgemeester van Oostzaandam. In 1748 breidde Van Tweelen zijn molenbezit uit met de aankoop van de Oostzaandammer paltrok De Boendermaker.
Door vererving kwamen de beide molens tegen het einde van de achttiende eeuw in bezit van de Zaandammer houtkoper Arend Dekker (getrouwd met Aafje van Tweelen, dochter van Willem van Tweelen).
Naast De Boendermaker en Het Bruine Schaap werkte Dekker met de Oostzaandammer paltrokken De Stuurman en De Jonge Arnoldus en de Westzaandammer paltrok De Dekker. Na zijn overlijden in 1813 kwamen deze molens in bezit van zoon Dirk Dekker.
Dirk Dekker bleef tot 1825 met deze molens actief. Op 7 mei van dat jaar verkocht hij de paltrokken De Stuurman, De Boendermaker en de bovenkruier Het Bruine Schaap aan de gebroeders Huybert en Cornelis van de Stadt, die werkten onder de firmanaam Engel van de Stadt & Zoonen. Deze grote houtzagersfirma werkte toen al met een aanzienlijk aantal houtzaagmolens, te weten de paltrok De Witte Ster in Westzaandam, de bovenkruiers De Jonge Beer en De Bakker en de paltrokken De Huisman en De Engel, allen gelegen in Zaandam-Oost. Met de aankoop van de drie bovenstaande molens, werd de firma Van de Stadt direct de grootste houtzagersfirma in de Zaanstreek.
De gebroeders van de Stadt waren één jaar na de dood van hun vader Engel van de Stadt een compagnonschap aangegaan onder de firmanaam Engel van de Stadt & Zoonen. Aanvankelijk werkten zij met de houtzaagmolens die door hun vader waren nagelaten. Voorts waren zij ook nog eigenaar van de pelmolen De Bootsman, die niet ver verwijderd stond van de zaagmolens.
In 1828 besloten de beide broers om hun vennootschap te beëindigen en ging ieder voor zichzelf beginnen. Op 1 januari 1828 werden de gezamenlijke bezittingen bij notaris Dozy in Zaandam verdeeld.
Huybert van de Stadt kreeg de volgende bezittingen toebedeeld, de twee bovenkruiers De Bakker en De Jonge Beer, de paltrok De Engel en de pelmolen De Bootsman.
Cornelis van de Stadt kreeg de Westzaandammer paltrok De Witte Ster, de bovenkruier Het Bruine Schaap en de paltrokken De Huisman, Het Vergulde Hert en De Boendermaker. Verder bleef Cornelis van de Stadt werken onder de oude firmanaam.
Ondanks tegenslagen in de handel lukte het Cornelis van de Stadt om een bloeiend bedrijf op te bouwen. In 1838 breidde hij de zaken uit met de bouw van een compleet nieuwe zaagmolen, de bovenkruier De Vrede. In 1845 kocht Van de Stadt ook nog de paltrok De Jonge Arnoldus, met deze aankoop bezat Van de Stadt alle zaagmolens aan de Hanepadsloot. De molens van zowel Cornelis als Huybert van de Stadt lagen op een steenworp afstand van elkaar, de ligging aan de Hanepadsloot was zeer gunstig, wanneer men de sloot uitvoer en schutte in de Hanepadsluis zat men direct in Voorzaan en het aangrenzende Y.
In de daarop volgende jaren deed Cornelis van de Stadt zijn bezit langzamerhand over aan zijn zoons (hij had er 10). Engel van de Stadt, de oudste zoon van Cornelis van de Stadt, kocht op 1 maart 1842 Het Bruine Schaap van zijn vader. Voor de molen moest zoonlief een bedrag van Fl.6150,-. betalen. In 1858 kreeg Engel van de Stadt de paltrok De Stuurman of Het Vergulde Hert uit de erfenis van zijn vader. Met deze twee molens bleef Van de Stadt tot 1868 zijn houthandel uitoefenen. In het laatst genoemde jaar echter werden zijn zaken geliquideerd en verhuisde Van de Stadt naar het oosten van het land.
Op 7 mei 1870 werden de bezittingen van Engel van de Stadt Czn. in Zaandam geveild. Voor Het Bruine Schaap werd op deze veiling geen koper gevonden. Pas op 11 maart 1871 werd de molen onderhands verkocht aan Maria Christina van Heijningen, zij was de weduwe van Engel van de Stadt Hzn., een neef van Engel van de Stadt. De weduwe Van de Stadt betaalde Fl.4000,- voor Het Bruine Schaap. Zij zou de molen enkele jaren gaande houden.
Op 11 april 1877 sloot de Maria van Heijningen een vennootschap met haar zoon Huybert van de Stadt. Zij gingen werken onder de firmanaam Gebroeders van de Stadt. Huybert van de Stadt beëindigde deze vennootschap in 1882, waarna hij de zaken onder dezelfde firmanaam voortzette met zijn broer Jan van de Stadt. Naast Het Bruine Schaap werd er ook gewerkt met de grote Westzaandammer bovenkruier De IJpenboom.
Omstreeks 1890 gingen de beide broers hun eigen weg en werd de vennootschap ontbonden. Huybert van de Stadt bleef werken onder de firmanaam Gebroeders van de Stadt en behield Het Bruine Schaap.
De firma Gebroeders van de Stadt bleef tot omstreeks 1910 bestaan en werd toen opgeheven wegens het tellen der jaren van Huybert van de Stadt en het ontbreken van een opvolger.
Op 24 maart 1904 werd het Bruine Schaap geveild en gekocht door molensloper de Boer uit Oostzaan. De Boer liet de molen staan en verkocht of verhuurde hem aan Maarten Prinsze, de zoon van Jan Prinsze welke eigenaar was van de naastgelegen houtzaagmolen de Gekroonde Poelenburg.
Het einde van deze fraaie molen kwam in oktober 1917. In die maand verdween de molen, die nog slechts één roed bezat, door sloop uit het Oostzijderveld.
Met het verdwijnen van Het Bruine Schaap resteerden er nog slechts twee zaagmolens van de ruim zestig die er ooit in het Oostzijderveld stonden, te weten de paltrok De Gekroonde Poelenburg en de kleine bovenkruier De Vechter.

In zijn boekje “de Windmolens aan de Zaanstreek” uit 1918 schreef Willem Buijs het volgende op over Het Bruine Schaap.
“Schaap-Bruine. Bovenkruijer, Oostzijderveld, gesloopt 1916. De eerste aan de Zaanstreek met een ijzeren as.”


Bronnen:
“de Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 219
“Engel van de Stadt, zijn voor en nageslacht” Dr. S.Hart 1951 blz. 99/ 176-179/ 217/ 234-235/ 247-248
“de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 135
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 121
“De Windmolens aan de Zaanstreek” W. Buijs Pzn. 1918 blz. 88
“Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1” T.Neuhaus 1987 blz. 29

informatie F.Rol, Zaandijk

aanvullingen

trivia
Balkenzager “het Bruine Schaap”, achtkante bovenkruier met zaagschuren, te Zaandam-Oost aan en ten westen van de Gouw, iets ten noorden van de Morgenstersloot. Bouwjaar 1726, gesloopt in 1917.