Molen van Ritsma, Kootstertille/ Koatstertille

Kootstertille/ Koatstertille, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Molen van Ritsma
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
14974
oude dbnr.
V14974
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Kootstertille/ Koatstertille
plaatsaanduiding
aan het Kolonelsdiep
gemeente
Achtkarspelen, Fryslân
geo positie
X: 202609, Y: 580777
N: 53.21150, O: 6.09984

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
In 1858 verkreeg molenaar Hendrik Fridus Ritsema (1826-1904) toestemming om een koren- en pelmolen te stichten in Kootstertille. De molen werd nog in datzelfde jaar opgericht aan het Kolonelsdiep, maar kwam pas in 1859 in werking. Deze molen stond aan de zuidkant van het water tegenover de huidige Pinksterblomstrjitte.

De molen werd gebruikt door Tjebbe Lucas Veenstra. Volgens een advertentie in de Leeuwarder Courant van 4 januari 1861 kwam Veenstra in mei 1860 uit Pieterzijl bij Ritsema wonen, en hij vertrok in mei 1861 weer naar Visvliet. Kennelijk was Ritsema zelf al bezig met een project in Paesens. In 1860 was Hindrik Jan Bus (zie korenmolen te Arum, Tenbruggencatenummer 01426 a) hier molenaarsknecht.

Advertentie uit 1860:
"FINALE VERKOOP van een Koren- en Pelmolen, Huizing etc. te Kootstertil, onder Kooten.
De Notaris Beekhuis te Buitenpost zal op Woensdag den 10 October 1860, des namiddags 4 uur, ten huize van Pieter Ellens, Kastelein te Kootstertille, onder Kooten, krachtens art. 1223 B.W. finaal presenteren te verkoopen:
Een in 1858 nieuw gestichten WIND-, KOREN- en PELMOLEN, benevens HUIZING met Erf en Tuin, staande en gelegen aan het algemeen vaarwater van Leeuwarden op Groningen, het Colonelsdiep genaamd, te Kootstertille onder Kooten, kadastraal bekend gemeente Kooten, sectie C nummers 636, 637 en 638, voor eene grootte van 29 roeden 5 ellen.
In gebruik bij Tjebbe Lucas Veenstra en in eigendom behoorende aan Hendrik Friedus Ritsema en Vrouw, en waarop in 3 perceelen is geboden de geringe som van ƒ 6008."
(Simon Hoeksma, 7 dec. 2013.)

Ritsema slaagde er niet in om de molen rendabel te krijgen. Mede-eigenaar en schuldeiser Arend van Calcar uit Groningen kocht hem daarom na twee jaar voor 6615 gulden uit. Ritsema probeerde het enkele jaren later nog eens in Paesens (molen De Hond), maar ook dat avontuur mislukte.

Het lukte Van Calcar om het bedrijf in 1861 te verkopen aan een andere molenaar: Pieter Harmens van der Leest (1810-1867) werd voor 8000 gulden alleen-eigenaar. Zijn zoon Harm Pieters werd de nieuwe molenaar.

Helaas voor hem brandde de molen in de nacht van 24 op 25 november 1865 geheel af. Begin 1866 stond een advertentie in de krant voor de aanbesteding wegens het bouwen van een nieuwe wind-, pel- en korenmolen.

Bronnen:
- Informatie van Simon Hoeksma, 8 dec. 2013.
- Informatie van Dick Bunskoeke, 8 dec. 2013 - 26 nov. 2021.