Molen De Hoop (1e), Amsterdam

Amsterdam, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Hoop (1e)
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
13430
oude dbnr.
V4573
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Amsterdam
plaatsaanduiding
in de Stadsrietlanden
gemeente
Amsterdam, Noord-Holland
streek
Amsterdam
geo positie
X: 124667, Y: 486758
N: 52.36787, O: 4.94184

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Tussen 1660 en 1664 werden buiten de Muiderpoort in de Stadsrietlanden (tegenwoordig Veelaan en omgeving) drie achtkante stellingmolens gebouwd die als zaagmolen gebruikt zouden worden, namelijk:
- De Hoop
- De Liefde
- Het Fortuin
Bron onder meer: "De molens van Amsterdam", G.J. Honig, 1929, blz. 143.
Gerard v.d. Bosch.
-----

Op 12 maart 1661 besloten thesaurieren ordinaris, die belast waren met het beheer van de stedelijke financiën en eigendommen, dat aan de braak achter Waterrijck houtzaagmolens gebouwd zouden worden, nadat dit water door een invaart bereikbaar gemaakt was. Waterrijck was een kleine braak bij Houtewaal, die door de stad als viswater verhuurd werd. Op 2 april werd dit besluit herhaald en aangevuld met de bepaling, dat de braak aan de westkant van kaden zou worden voorzien en men van de molens langs de Hoge Dijk tot in de Stadsgracht bij de Beer moest kunnen varen.

Het eerste molenerf werd op 21 oktober 1660 voor ƒ 100 's jaars verhuurd aan Vechter Jansz. en Cornelis Jansz. De ligging werd aangeduid als 'buiten de nieuwe fortificatie, buiten de St. Theunispoort'. De hier gebouwde molen ging De Hoop heten.
Bron: "Jaarboek Amstelodamum" 1982, pag. 92.
-----

Op 25 oktober 1758 kwamen de erfgenamen van Isaac Dubois (eigenaar voor driekwart) en de erfgenamen van Cornelis de Buijn (eigenaar voor het resterende kwart) overeen om deze molen te verkopen (Stadsarchief Amsterdam).
De Kwijtscheldingen (18 januari 1759) staan hier: Stadsarchief Amsterdam. Het betreft drie kwijtscheldingen achter elkaar, eenmaal een kwart aandeel en twee maal een achtste aandeel. Het lijkt er dus op dat de erfgenamen van Isaac Dubois niet hun gehele aandeel hadden verkocht. Kopers waren Pieter Swanenburg (3/8 aandeel) en Jacob van Hagen (1/8 aandeel).

Testament van Pieter Swanenburgh, gedateerd 22 december 1780. In het testament geeft hij aan Jacobus Beesem de keuze om het 3/8 aandeel in deze molen uit de boedel over te nemen voor ƒ 4600 (of op taxatie door neutrale deskundigen).
Stadsarchief Amsterdam, toeg. 5075, inv. 16566, pag. 665 e.v.

De executeurs van de nalatenschap van Pieter Swanenburg sommeerden op 9 december 1783 Jacob Jan van Hagen tot het opleveren van rekening en verantwoording over het beheer van deze molen. De molen was gedeeld eigendom van Pieter Swanenburg en Jacob Jan van Hagen.
Stadsarchief Amsterdam, toeg. 5075, inv. 16572, pag. 447 e.v.
Arjen Lobach, 2022-2023.
-----

Staatkundig dagblad van het Departement der Zuiderzee, 22 juni 1812:
"Amsterdam, den 22 Junij.
Eergister avond ten zes uren is de bliksem in den molen de Hoop, aan de Nieuwevaart, bij Zeeburg, geslagen. Alle te bedenken hulp heeft niet kunnen beletten, dat dit gebouw in den assche gelegd wierd, terwijl een delend huis zwaar geteisterd is. De kracht van de elektrieke stof was dusdanig, dat, na den molen in vollen vlam te hebben gezet, zij, op 300 schreden afstand, palen, aan den kuit van den wal, heeft in brand gestoken; terwijl men zoo veel moeite gehad heeft, om denzelven te blusschen, dat men dit hout werk heeft moeten afzagen. Het is niet dan met alle moeite en voorzorgen, dat het gelukt is, de naburige molens de Liefde en de Fortuin te redden, de vlam, welke reeds in ruimen mate den eersten denzelve bereikte, boezemde de levendigste vrees in. De heeren commissarissen van politie Coffijn en van Aardenburg hebben, bij deze gelegenheid, bewijzen van, hunnen gewonnen ijver gegeven. De heer Fallée, vredéofficier, kwam het eerst op de plaats, waar het gevaar was; de heer Ulman, griffier van het 3de arrondissement, heeft almede veel activiteit, betoond. De spuitgasten hebben al hetgeen gedaan, wat men van hunnen ijver en moed verwachten kon, om de snelheid van den brand te keer te gaan."

Hier werd in 1824 door D. Bezem & Cie een nieuwe molen De Hoop gebouwd.
Bron onder meer: "De molens van Amsterdam", G.J. Honig, 1929, blz. 143.
Gerard v.d. Bosch.