Molen De Slikmolen, Delft

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1551

verdwenen

circa 1612

gesloopt

opvolger

Delft (Het Fortuin / Slikmolen / Molen van Rossum)

geschiedenis

Reeds in 1551 werd toestemming voor de bouw van een standerdmolen verleend tussen de Lepelbrug en de Kastanjewetering.

Jacob van Deventer tekende deze molen op zijn kaarten van Delft van ca. 1560.

Op 24 januari 1603 werd voor de erfpachtsom van 4 pond een windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een korenmolen te Vrijenban, buiten Delft, verstrekt aan Pieter Joppen, van Delft.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens)

Op de kaart van het Hoogheemraadschap van Delfland door Floris Balthasars uit 1611 wordt dit gebied ten noorden van Delft en ten westen van de Schie ook aangeduid als Vrijenban en deze molen als 'Coremole'.

In de tachtigjarige oorlog werd deze molen gesloopt.

Uit onderstaande akte blijkt een discrepantie tussen de sloopjaren. De gehele geschiedenis van deze molen en zijn opvolger(s) is dus nog niet helemaal duidelijk.

1798; Akte waarbij de molenaars Pieter Couwenhoven en Jan Ariensz Edelman zich akkoord verklaren met de door burgemeesters gestelde voorwaarden aan de vervanging van de houten Slikmolen door een stenen molen, 1696
bron: stadsarchief Delft

In een onlangs boven water gekomen 'Acte van Consent' uit 1696 is te lezen dat de molenaars van de 'houte coornwindmolen ... genaemt de Slikmolen' aan de schepenen van Delft verzoeken deze molen in steen te mogen bouwen. Dit 'Consent' betekende tevens de feitelijke toestemming voor de bouw, en het is aannemelijk dat deze stenen Slikmolen, die later, vanaf ongeveer 1800 Het Fortuin werd genoemd, in dat jaar of direct daarna is gebouwd, ten noordwesten van de stad Delft, en ter vervanging van een houten (standerd)molen.
[8698]
f. 27v: Bijbehorende schuldbrief.
f. 28 d.d. 3-5-1639: Pieter Jansz. molenaar op de Slickmolen buiten de Haagsepoort van Delft als principaal, Jacob Jansz. van Egmont molenaar op dezelfde molen als borg bekenden schuldig te wezen aan Jan Cornelisz. van Kerpen saelmaker [zadelmaker?] wonende aan de Oude Delft te Delft de som van 400 car. gld. over toegetelde en op interest gedane penningen.

Bron en algemene informatie:
Teun vd Vorm, Protocol van transorten en schuldbrieven van de Vrijenban 1638-1646