Molen (poldermolen), Beusichem

Beusichem, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
(poldermolen)
modeltype
Onbekende windmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Ten Bruggencate-nr.
12471
oude dbnr.
V12471
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Beusichem
plaatsaanduiding
onbekend
gemeente
Buren, Gelderland
streek
Betuwe

constructie

modeltype
Onbekende windmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
Scheprad
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
Vanaf 1599 trachtten de voornamelijk in Culemborg wonende geërfden van Beusichem en Zoelmond toestemming te verkrijgen om een molen te bouwen voor het bemalen van landerijen onder Beusichem en Zoelmond die vaak lang onder water stonden. Pas aan het begin van 1628 werden er concrete stappen gedaan om een molen te plaatsen tussen de Trichtse boven- en benedenmolen aan de Mariënwaardse zijde in het Trichtse veld. De totale kosten werden op ƒ 4100 begroot.

Een gebruikte molen werd in 1628 gekocht in Maasbommel en na demontage per schip naar Beusichem verplaatst. Nog tijdens de bouw werd er protest aangetekend tegen de bouw van de molen en het erbij horende schutlaken met overtocht omdat de bevaarbaarheid van Bisschopsgraaf in het gedrang zou komen, maar men kwam toch tot overeenstemming. Tegen het einde van 1628 was de molen bedrijfsgereed, de kosten kwamen op ƒ 4147 zes stuivers en twee oortjes uit. De molenaar Geurt Dircksz. Pellens kreeg het eerste jaar ƒ 25 salaris, het tweede jaar ƒ 78 en extra een paar schoenen.

De eerste jaren blijkt uit de rekeningen dat de molen goed onderhouden werd.

Maar al snel werden het molenaarssalaris en het aan onderhoud van de molen bestede bedrag steeds lager, en de rekeningen eindigden in 1638. Uit een copie-rekest uit 1644 blijkt dat de molen toen al zes jaar stilstond! Hij bleek te ver van de te bemalen landerijen af te staan om ze droog te kunnen houden. Men vroeg wel de molen te mogen verplaatsen, maar dat werd blijkbaar niet uitgevoerd. Tijdens de openbare verkoping op 2 april 1646 verkreeg scholus Carel Rijckewaert de inmiddels zwaar vervallen molen voor ƒ 440. Alleen de oude papieren getuigen nog van het vroegere bestaan, want zelfs de plaats waar de molen stond is vooralsnog niet meer aan te wijzen.

Bron: Een molen uit Maasbommel in het land van Beusichem en Zoelmond of hoe een 17e eeuwse watermolen aan zijn eind kwam, art. in De drie Steden 1982 (Tiel, Buren, Culemborg, Historisch tijdschrift).
Verzameling H. van der Kaay.