- trivia
- Veenderijen , waarin tjaskers worden gebruikt om de ontstane waterputten droog te malen, kwamen niet alleen in Friesland, maar tevens in de kop van Overijssel en Drenthe voor.
In Drenthe heeft tjaskerbouwer Roelof Dijksma meerdere tjaskers voor dit doel geleverd, met name in Hooghalen, waar, in gemeenschappelijk bezit, midden op de heide, zogeheten veendobben bestonden. Omdat de te overwinnen wateropvoerhoogte in deze veenputten groter was dan bij polderbemaling, bouwde Dijksma voor dit werk een demontabele paaltjasker van afwijkende uitvoering: met een langere tonmolen, om de grotere opvoerhoogte de baas te kunnen worden. Omdat een langere tonmolen een langere molenas nodig had, was het soms nodig die met twee, in plaats van een, paal te ondersteunen.
Zo bestonden er voor speciale werk tjaskers die bij een vlucht van 6,7 meter een buitenwerkse vijzeldiameter van 38 cm hadden, waarbij dan een driegangige vijzel het water tot een opvoerhoogte van twee meter in kleinere hoeveelheden per tijds eenheid kon uitslaan. In een eenvoudiger maar kleurrijker molenaarstaal heette het dan dat de tjasker onder deze moeilijke omstandigheden 'trok'
