Molen Veerpolder, De Veermolen (1e), Haarlem

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1564

1573 herbouwd

verdwenen

1701

gesloopt

opvolger

Haarlem (Veerpolder, De Veermolen (2e))

geschiedenis

De windbemaling in deze polder moet, evenals die in enkele naburige polders, al zeker in de 16de eeuw zijn ingevoerd. Blijkens een kaart van 1564 stond er toen op de plaats van de huidige molen een binnenkruier.

Als gevolg van de krijgsverrichtingen tijdens het beleg van Haarlem in 1573 waren verscheidene poldermolens vernietigd. Voor de herbouw was toestemming nodig van het Hoogheemraadschap Rijnland, maar naar het schijnt had de Veerpolder deze toestemming niet gevraagd. Op 10 oktober 1580 werd door Rijnland voor de in enkele polders herbouwde molens een generaal-consent verleend, waarbij aan de molenmeesters van de molen bij Penningsveer tevens een boete werd opgelegd van 10 pond en een verbod om de molen te gebruiken alvorens toestemming was verleend en bekend gemaakt.

Oorspronkelijk was de Veerpolder aanmerkelijk groter, maar door het graven van de trekvaart tussen Haarlem en Amsterdam in 1631 werd het zuidelijk deel, groot ca 156 ha., afgesneden en tot een zelfstandige polder met eigen molen gemaakt: de Zuiderpolder.

De Veermolen (opvolger) is waarschijnlijk in of kort na 1701 gebouwd want op 30 mei van dat jaar kreeg de polder toestemming van Rijnland om een nieuwe molen te bouwen, mits hij op de oude voet werd geplaatst. Van de oude molen werd daarbij opgemerkt dat hij door ouderdom geheel verzwakt was.