Molenpolder, De Oude Kooymolen, Dreumel

Dreumel, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
Molenpolder, De Oude Kooymolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06907 g
oude dbnr.
V5449
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Dreumel
plaatsaanduiding
in de polder bij Dreumel
gemeente
West Maas en Waal, Gelderland
streek
Land van Maas en Waal
kadastrale aanduiding 1811-1832
Dreumel D (1) 57 Het dorp Dreumel
geo positie
X: 158112, Y: 427238
N: 51.83373, O: 5.43235

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
twee schepraderen
Later een hellend scheprad
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
28 meter (90 Rijnlandse voeten)
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verplaatst
geschiedenis
Deze molen bemaalde het gebied ten zuidoosten van de Wamelse wetering. De naam van de molen is afgeleid van een vroegere eendenkooi, de molen werd geplaatst aan de watergang die van deze kooi naar de "Way" liep. Uit een omslag van 4 september 1793 blijkt dat de molen was gebouwd met een smal en een breed scheprad, te gebruiken bij hoog resp. laag rivierpeil.

De Oude Kooymolen is eens omver gedrukt door ijsgang van de Maas, het herstel kostte toen ƒ 4582.

Uit een artikel van G.H. Keunen in de "de Geldersche Molen" (1980 no. 3) bleek, dat Willem Ambrosius in 1847 "De oude Kooymolen" onder Dreumel kocht. Deze molen was overbodig geworden door de stichting van van een stoomgemaal van de polders van Wamel, Dreumel en Alphen in 1845/1846. Hij was daar in 1791 als poldermolen gebouwd door molenmakers S. Schalij uit Jutphaas en B. van Zijl, waarschijnlijk uit Lexmond. Het was een grote molen met een vlucht van 90 Rijnlandse voeten (ruim 28 m) en twee schepraderen. In 1819 of 1820 werden deze schepraderen vervangen door een hellend scheprad.

Nadat de Molenpolder van Wamel, Dreumel en Alphen in 1847 definitief overstapte op stoombemaling, werden de molens overbodig en bood het polderbestuur ze op 11 december 1847 bij openbare verkoping aan.

Waarom kocht Ambrosius deze molen? Was de in 1801 gebouwde molen te Heerewaarden afgebrand of door andere redenen aan vervanging toe? We weten het niet, maar het is anders moeilijk te verklaren, waarom hij de Dreumelse molen voor sloop kocht.

NB G.H. Keunen steunde deze conclusie overigens NIET! Zie de Aanvullingen bij Tenbruggencatenummer 02475
Red.

Zo verrees "de Oude Kooymolen" in 1847 vermoedelijk als korenmolen op de achtkante voet van zijn voorganger, een kilometer of drie ten Zuid Westen van zijn oude standplaats, nu met een vlucht van 25 meter.

Uit het aangehaalde artikel van G.H. Keunen blijkt dat de molen van Heerewaarden een broertje was van de nog bestaande Beatrixmolen in Winssen en de St. Annamolen in Nijmegen. Deze molens stonden nl. in dezelfde polder als de "oude Kooymolen". Twee van deze molens zijn nog over, maar de molen van Heerewaarden, met het achtkant van "de oude Kooymolen" helaas niet. Alleen de onderbouw herinnert nog aan deze molen.

Zie verder De Wamelse of Maasdijkse molen (Tenbruggencatenummer 06469 j).