Molen Polder Assendelft, Zuiderpolder, De Hoop, Nauerna

Nauerna, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Polder Assendelft, Zuiderpolder, De Hoop
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06656 x
oude dbnr.
V3062
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Nauerna
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 111530, Y: 495174
N: 52.44262, O: 4.74787

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Vijzel
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
27 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1880 vernield 1886 gesloopt
geschiedenis
Na het verbranden van 'De Bul' kwam in het polderbestuur van Assendelft de vraag weer aan de orde om toch maar niet over te stappen op stoombemaling. Een aantal heftige vergaderingen zijn hier aan vooraf gegaan.
De tegenstanders van stoombemaling wonnen uiteindelijk met 9 tegen 6 stemmen. Er werd een nieuwe molen gebouwd op de plaats van 'De Bul', die de naam 'de Hoop' kreeg.
De molen werd uitgerust met een vijzel, had een vlucht van 27 meter en kostte ongeveer 20.000 gulden. Op 17 februari 1880 brak de as van de molen, met als gevolg dat het gevlucht naar beneden stortte. De overgebleven romp bleef staan en werd in 1886 voor afbraak verkocht en gesloopt.
De standplaats van de molen en zijn voorganger was aan de westkant van de Nauernase Vaart.

Bronnen:
- 'Tussen kil en Twiske' geschreven door de heer J. de Boer.
- 'De molens van Assendelft' door P. Boorsma.
- website 'duizendzaansemolens.nl', Ron Couwenhoven.
Fulco Rol.
-----

Na de drooglegging van De Schermer in 1634 moest het boezemwater in voldoende mate afgevoerd kunnen worden naar het IJ.
Er waren twee plannen ontworpen waarvan het ene inhield dat er een kanaal gegraven zou worden van Knollendam tot Nauerna dat voor een groot deel de loop van Het Twiske zou volgen. Volgens een kroniek hield het tweede plan in dat "men zou aanvangen in het Lange of Alkmaarsche Meer (nu nog bestaande) verder door het Kromme IJ, achter Krommeniedijk, langs het water de Noorderham voorbij het Bussersluisje, zuid aan zeker meertje (de tegenwoordige Zuiderham) om van daar langs de Graauwenhaasmolen tot aan het Twisken eindelijk gaande tot bij (Oud) Nauerna in het IJ te doen uitlopen".
De schrijver voegt er nog aan toe: "Nauwelijks is het te begrijpen dat dit laatste plan door Krommenie zoo met alle ijver werd voorgestaan....".
Na de uitvoering van het eerste plan moesten toen, voor de uitwatering van de Assendelverpolder, nabij Nauerna twee schepradwatermolens naar een bestek van Jan Adriaansz. Leeghwater worden gebouwd.
Hiervan vond de aanbesteding plaats te Edam op 3 februari 1634.
De bouw van de De Os werd voor 4.260 Caroliguldens aan Dirk Jansz. uit Edam gegund en de ander, De Bul, aan Piets Cornelisz. Kamerling, eveneens uit Edam voor 4.385 Caroliguldens. Beide molens hebben bijna 2 1/2 eeuw lang het water in de Assendelverpolder op peil gehouden. In deze periode werden alleen bij De Os, in 1868, de schepraderen vervangen door een vijzel. Toen in 1870 De Bul door blikseminslag verbrandde wilden de meeste ingelanden ter plaatse niet meer een molen maar een stoomgemaal oprichten. Vele vergaderingen werden aan dit onderwerp gewijd, waar het vaak nogal stormachtig toeging en de tegenstanders tenslotte kwaad de vergadering uitliepen.
In 1871 viel de beslissing en werd het voorstel om een stoomgemaal te bouwen door het polderbestuur met 9 tegen 6 stemmen verworpen. De nieuwe molen, waarvan de bouwkosten op 19.700 gulden waren geraamd, kreeg de naam De Hoop en werd op 23 juni 1871 in gebruik genomen. Vier jaar later kregen de tegenstanders van de molen alsnog hun zin toen De OS werd afgebroken en door een stoomgemaal werd vervangen dat de naam De Landbouw kreeg. De bouwkosten bedroegen 34.375 gulden. In 1878 brak de as van De Hoop en viel de askop met de roeden naar beneden. Omdat inmiddels gebleken was dat het nieuwe stoomgemaal voldoende capaciteit had om het polderwater op peil te houden werd de nog jonge molen voorlopig niet hersteld. Twee jaar later, op 13 februari 1880, kreeg J. de Graaf op zijn verzoek eervol ontslag als molenaar van De Hoop. Hij mocht er nog tot juli van de jaar in blijven wonen. Zes jaar later stelde het polderbestuur met algemene stemmen voor "..De amotie van den watermolen De Hoop op grond dat er blijkbaar geen voornemen bestaat, dien molen verder in bruikbaren staat te brengen en de bemaling der Polders zonder dien molen blijkbens de ondervinding der laatste jaren, zeer goed voldoende is, terwijl het afkomende materiaal nu nog gebruikt kan worden voor andere polderwerken, wat na verloop van eenige jaren wellicht niet meer het geval zal weze." Op 5 mei 1886 berichtten de dijkgraaf en heemraden aan de Brandverzekering Mij. dat zij "..wegens amotie van de molen De Hoop de bij Uwe maatschappij op dien molen gesloten verzekering tegen brandschade met ingang van heden wenschen te doen eindigen". De molen zou, om kosten te besparen in eigen beheer afgebroken worden onder leiding van de polderopzichter en "een paar bekwame timmerlieden, benevens sjouwserlieden voor zoveel nodig'. De afbraak werd pas in 1887 voltooid en bleek een zeer nadelige zaak geweest te zijn. In de vergadering van de Hoofdingelanden op 25 augustus 1887 werd door de opzichter een gespecificeerde lijst overhandigd waaruit bleek dat het slopen 1158.65 gulden had gekost en de verkoopopbrengst 1036.98 bedroeg. Het College van Dagelijks bestuur kreeg het advies dergelijke werken in de toekomst "niet zozeer als ververschaffing te beschouwen" maar aan deskundigen uit te besteden. Cornelis Vlaar en zijn broer Jan kochten het restant van de molen De Hoop dat zij via het IJ en de Zuiderzee naar Broekerhaven lieten vervoeren.

Bron: Ontheemde Zaanse Molens.

aanvullingen

trivia
Uit een door mij uitgevoerd bouwhistorisch onderzoek van de watermolen van de Dorpspolder van Wadenoijen (zie dbnr 2674) blijkt dat deze molen tweedehands werd opgericht na het verbranden van de voorgaande molen in 1887.
De kenmerken van de molen wijzen op een watermolen uit de Zaanstreek en omgeving die nog zeer jong was op het moment dat deze werd verplaatst. Enkele kenmerken komen overeen met molens die door de gebr. Vredenduin werden gebouwd. Ook op de oorspronkelijke standplaats moet de molen gemetselde veldmuren hebben gehad en een lange spruit als middelbalk. Doordat de veldmuren in Wadenoijen vrij laag zijn, werd de vlucht kleiner dan op zijn oorspronkelijke standplaats. Het is zeer goed mogelijk dat dit de molen De Hoop in Nauerna geweest is. Er werd nog geen archiefonderzoek gedaan.
Nico Jurgens, 22 februari 2006.