Molen Polder Mariënwaard, Lage Mariënwaarder Molen, Beesd

Beesd, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
Polder Mariënwaard, Lage Mariënwaarder Molen
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06432 w
oude dbnr.
V2585
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Beesd
gemeente
West Betuwe, Gelderland
plaats(en) voorheen
Gansheuvel
streek
Betuwe
geo positie
X: 142400, Y: 434580
N: 51.89959, O: 5.20413

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
1761 - 1820
geschiedenis
De Norbertijner abdij Mariënweerd was in 1129 gesticht in een gebied dat al eerder in cultuur was gebracht.
In 1573 zijn de kloostergebouwen tot de grond toe afgebrand en verwoest tijdens de inlandse oorlogen.
In 1592 werd het beheer van de abdij overgenomen door de Gelderse overheid.
In 1709 werd het gebied verheven tot ‘Hoge Heerlijkheid’, en in 1734 werden de goederen van de abdij verkocht. Van het oorspronkelijke complex resteren tegenwoordig slechts twee kelders met gotische kruisribgewelven onder het landhuis Mariënweerd, dat rond 1790 op de plaats van de abdij werd gebouwd.
De abdijgebouwen van de Mariënweerd bevonden zich op een relatief hoog gelegen gebied, dat aan de Linge grenst. Dit gebied bestaat uit een stroomrug, die aan de noordwestelijke kant aan een oudere meander van de Linge grenst. Rond het hooggelegen gebied was een zijdwende (zijdijk), de Geerdijk, opgeworpen. Op Sint Brictus (?) dag 1328 gaf Reijnout, graaf van Gelre, aan het convent van Mariënweerd een dam die ligt beneden het Trichter broek, beneden de nederste ‘eeghe’ van het land van Buren, in het overste van het kloosterbroek, die naar de ‘zeegdijk’ (zijdijk) van het Lancxmerebroek gaat. Deze watergang lag tussen het land van Beesd en dat van het klooster, en mondde uit in de Linge. De abt mag daarin een sluis aanleggen om het water uit te leiden, zodanig dat de sluizen en watergangen van de graaf en van de lieden daar onder gelegen geen schade lijden.
Hieruit blijkt dat het tot de abdij behorende Mariënweerdse Lage Veld ten noorden van het door dijken omsloten abdijterrein zijn water bij Gansheuvel op de Bisschopsgraaf loosde, een wetering die het water van Tricht en Zoelmond afvoerde. Deze kwam aan de noordzijde van de Geerdijk uit op de Scheidwetering, die een gedeelte van de oude meander volgt. Deze liep in zuidwestelijke richting en kwam bij Beesd in de Linge uit.
Sinds 1513 betaalden de pachters van Mariënweerd een ‘verscot’ van twee stuivers per morgen aan de abdij voor de bemaling van hun grond. Waarschijnlijk was de eerste molen kort tevoren gebouwd. In 1530 noemde de abt van Marieënweerd de mogelijkheid dat ter aanvulling van de bestaande poldermolen nog een molen in de polder gebouwd zou worden. Of hiermee al de molen in de Hoecampen werd bedoeld, of dat de in 1532 gebouwde molen later werd verplaatst, is nog niet duidelijk. In 1534 was er een geschil tussen de abdij en de schepenen, heemraden en gemene erven van Beesd vanwege de schade die het dorp Beesd leed als gevolg van de watermolen bij Gansheuvel, kennelijk doordat de afwateringssloten van Beesd toen nog in open verbinding stonden met de wetering waarop de molen van Mariënweerd uitsloeg.
In 1597 werd een nieuwe molen gebouwd bij Gansheuvel, die twee voet hoger moest worden dan de molen die aan de Hoecampen stond.
De Lage Mariënwaarder molen bij Gansheuvel staat nog aangegeven op kaarten uit 1761, maar niet meer op de kadastrale minuut van omstreeks 1820. De molen moet juist ten zuiden van de spoorlijn gestaan hebben, waar deze de voormalige Scheidwetering kruist. De Oude Waag en de Geerdijk, die parallel aan de Scheidwetering liepen, zijn nog aanwezig.

Literatuur: Ester Vink ‘Nederlandse abdijmolens ten zuiden van de Rijn’ in ‘Abdijmolens tussen Rijn en Schelde’, onder redactie van Thomas Coomans (Utrecht 2003), pagina 25-64, meer in het bijzonder pagina’s 35 en 36 (met literatuurverwijzingen) en Nico Jurgens ‘De poldermolens van Mariënweerd’ in hetzelfde boek, pagina 65-68.
Een samenvatting van de geschiedenis van de abdij en de latere heerlijkheid is geschreven door Otteline M. van Verschuer in ‘Mariënwaerdt’; een heerlijkheid’ (verkrijgbaar in de landgoedwinkel).

Informatie van Nico Jurgens, 22 juli 2007

aanvullingen

trivia
locatie (bij benadering): X 142400 Y 434580

Polder Mariënwaard, Lage Mariënwaarder Molen