Molen De Bonte Hen (1e), Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Bonte Hen (1e)
modeltype
Wipmolen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04915 j
oude dbnr.
V4012
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Aan de Kalverringdijk, tussen de oliemolens “de Os” en “de Oude Wolf”, tegenover de Zaandijkersluis
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 116012, Y: 499079
N: 52.47805, O: 4.81333

constructie

modeltype
Wipmolen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als balkenzager
plaats bediening
stellingmolen
plaats kruiwerk
middenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De eerste vermelding dateert van 7 februari 1658. Frans Hendricks en Claas Dircsz, schout en schepenen van de polder Oostzaan en het Kalf verhuurden toen aan Wouter Lourisz uit Zaandijk een hoekje land aan de Zaan voor het zaagmolentje Het Hentje.

Op 16 februari 1662 werd door de Amsterdamse notaris J. van der Ven een acte opgesteld, waarin stond dat Adriaan Gz. van Someren uit Zaandijk een hypotheek had gekregen van Alida Bas, weduwe van Jacob Faes uit Amsterdam, van ƒ 5000 op de houtmolen De Hen. Kort daarna overleed van Someren en kwam de molen in eigendom van Alida Bas.
In een contract van 5 juni 1670 werd een acte getekend door de voogden van Jan Danielsz. van der Meer, zoon van de overleden Daniel Dircksz van der Meer, enerzijds en Wouter Lourisz en IJsbrandt Jansz Brant anderzijds, over de voortzetting en exploitatie van De Bonte Hen. De laatste twee heren waren mede-eigenaar van de molen, vermoedelijk was Daniel Dz. van der Meer hun compagnon.

Op een kaart uit 1684 staat vermeld: “Wouter Lourisse saegmoole de bonte hen.”

Op 27 januari 1693 werd De Bonte Hen door Claes IJsbrantsz Brant te koop aangeboden: “Een houtsaegersmolen genaemt de bonte hen, staende op de saen aen de oost zijdt, tussen de os en de wolff.” De molen werd echter niet verkocht. Op 3 maart 1693 verkochten de voogden van de kinderen van Jan IJsbrantsz. aan Claes Jansz. Kee, Pieter Maerts Kop, Arent Jans, koopman op de Koog, Michiel Jacobsz., Dirck Pietersz. Gorter te Jisp en Aechje Keesen, weduwe van Lubbert: “Een Houtsagersmoolen en erff, staende ende gelegen aen de Kalverdijck”, voor een bedrag van ƒ 1800. De naam van de molen werd hier niet genoemd, maar de bovengenoemde personen kochten diezelfde dag ook nog: “Een buytenoever met de dyck, leggende benoorden de moolen de bonte hen, de dyck te rekenen van de eygendom van de voornoemde moolen aff noort tot de geslaege pael toe.” Zij kochten dus naast de molen ook een stuk van de dijk.

Wat er toen met de molen gebeurde is niet echt duidelijk. In ieder geval stond er eind 1693 een gelijknamige oliemolen op de plaats van de houtzaagmolen, die toebehoorde aan Claes Jansz. Kee. Het is mogelijk dat de houtzaagmolen gesloopt werd in 1693, maar een molen slopen die ƒ 1800 heeft gekost is erg onwaarschijnlijk. Misschien werd de molen afgebroken en elders in de Zaanstreek weer opgericht en kreeg Kee het erf van de molen. Het is ook mogelijk dat er voor de bouw van de oliemolen diverse onderdelen werden gebruikt van de zaagmolen. In ieder geval verdween de houtzaagmolen de Bonte Hen in het jaar 1693.

Uit het windpachtregister van 1726 (zaagmolen en kokermolen) blijkt dat de zaagmolen een wipmolen was, dus geen bovenkruier zoals voorheen werd aangenomen.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 119-120
- “Zaanse Windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 61
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 56-57
- “de Windbrief” 3e jaargang 1973 nr. 10 artikel over de Bonte Hen van Dhr. A.J. Kölker blz. 3-10 (uitg. Ver. De Zaanse Molen)
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 110.