Molen De Pauw, Dordrecht

Dordrecht, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Pauw
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03940 u
oude dbnr.
V12384
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens

locatie

plaats
Dordrecht
plaatsaanduiding
Noordendijk binnendijks
gemeente
Dordrecht, Zuid-Holland
streek
Eiland van Dordrecht
geo positie
X: 106983, Y: 424703
N: 51.80889, O: 4.69094

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1808, eerder dan 1815
geschiedenis

Bron: Draaiende wieken, stappende paarden - Molens op het Eiland van Dordrecht, C.J.P. Grol en J. Zondervan-Van Heck, Jaarboek 2008 Historische Vereniging Oud-Dordrecht.
Bron: Mw H.W.G. van Blokland-Visser, Papendrecht, januari 2016

1701: Binnendijks aan de Noordendijk werd in 1701 in opdracht van Jacob Stoop en Abraham van Bergen de achtkante houtzaagmolen De Pauw gebouwd.
Stoop, tevens eigenaar van de zaagmolen De Kraker, werkte na het overlijden in 1704 van Abraham van Bergen samen met diens weduwe Maria Monseur. Kennelijk gingen op den duur de zaken niet al te best meer want in 1707 verkeerde Maria Monseur in financiële moeilijkheden in verloop van schulden doch dat sulx maer alleenlijcken haer in haer privé en particulierlijcken aengaet. Besloten werd de crediteuren te volmachtigen om de molen te verkopen en daarmee kon Maria Monseur haar schulden afbetalen.
1707: De crediteuren van de gewezen compagnons Jacob Stoop en de weduwe van Abraham van Bergen verkochten in 1707 de achtkant, zijnde de laatste molen van de stad af, aan de kooplieden Gijsbert de Lengh (geb.1678-overl.1755 te Dordrecht; huwde met Margrieta Staalsmit, wed. v. Roeland de Kuyter) en Roelant Kuyter.
1729: Gijsbert de Lengh, later stichter van de Regenten- of Lenghenhof, was rond 1729 tevens de eigenaar van de zaagmolens De Jager en De Valk. Geregeld kwamen deze eigenaren met hun molen voor in akten betreffende naast gelegen molens of aanvragen voor het gebruik van bergplaatsen voor hout.
1731: Nadat Roelant Kuyter in 1731 overleed, was De Lengh de enige eigenaar van de molen. De Lengh trouwde in 1738 op latere leeftijd met Margareta Staelsmit, de weduwe van Roelant Kuyter. De oude De Lengh had geen kinderen, z’n vrouw overleed in 1752 en haar kinderen uit haar eerste huwelijk waren ook overleden. Als zijn enig familielid en erfgenaam bleef over zijn bejaarde ongehuwde zuster Elisabeth, die na zijn dood de molen De Valk zou erven.
1755: Bij gebrek aan opvolging besloot De Lengh in 1755 om De Pauw, met alle loodsen, molenaarhuizen en slikken aan de Noordendijk, te verkopen aan de kooplieden Isaacq Morjè, Hendrik Vriesendorp en Leendert Roos voor ƒ 6.800. In dat zelfde jaar overleed De Lengh. Hendrik Vriesendorp Hendrikz. (geb. 1715 – overl. 1788 te Dordrecht; huwde in 1740 met Catharina van Hoogstraten Jacob Staatsdr.)
1758: Isaac Morjè Isaacz. ( geb. 1707 - overl.1769 te Dordrecht) verkocht zijn derde deel van de molen in 1758 aan de koopman Nicolaas Kool Geleynz. ( geb.1717 - overl 1793 te Dordrecht; huwde met Anthonia van Hoogstraten Jacob Staatsdr. ).
1773: De drie eigenaars lieten in 1773 De Pauw door notaris Bax openbaar verkopen. Jacobus van der Koogh (overl25-06-1808 Drd), die in die tijd tevens eigenaar was van de zaagmolen De Goudvink, werd de nieuwe eigenaar.
Jacobus was eerst molenaar en later herbergier. Hij verkocht zijn aandeel in de zaagmolen "De Pauw" aan zijn broer Hendrik.
1793: Na diens overlijden in 1793 kwam de molen in handen van zijn kinderen Jacobus, Hendrik en schoonzoon Teunis Kamermans, getrouwd met Maria van der Koogh.
1797: In 1797 verkochten broer Jacobus en zwager Teunis hun molendeel aan Hendrik van der Koogh, die daarmee de gehele molen in eigendom had. De koopsom bedroeg ƒ1.600, waarvan hij ƒ 1.200 leende en de molen als onderpand stelde.
1808: De zoons van Hendrik; Pieter en Hendrik, verkochten na hun vaders overlijden in 1808 de molen aan Leendert van Eijsbergen voor ƒ 1.885 inclusief ƒ 185 voor de overgenomen gereedschappen. Deze sloopte de molen en verkocht het open erf waarop te vooren heeft gestaan een windhoutzaagmolen van ouds genaamd De Pauw voor ƒ 400 aan de kooplieden Willem Hordijk, Johannes van der Elst en Mattheus van Meeteren, die op deze plaats de zeskante stelling koren molen De Ooievaar bouwden.

Dordrechtsche Courant, 16 juni 1808
Een bekwamen en welgelegen achtkante wind-hout-zaagmolen, van ouds genaamd De Paauw met deszelfs huizinge en verder toebehoren, staande aan den Noorden-Dyk, buiten Dordrecht, op Merwede grond, de huizing gequoteerd.F N°. 11, met deszelfs vaste en losse gereedschappen, bestaande in 1 stel zeilen, 80 zaagen-aangetuigd, 56 hengsels, 28 losse klugten, 17 tangen, 4 paar klauwen, 3 katteklauwen, 1 lus krabbe.at, 4 balkyzers, 1 handboom, 1 zethaak, 1 kanthaak, 1 stropketting, 7 krammen, 1 trekzaag, en verdere losse en vaste gereedschappen van blokken en takels.

De Dordrechtsche courant, 30 juni 1808
Een bekwamen en Welgelegen Achtkante Wind-Houtzaagmolen, van ouds genaamd De Paauw, met deszelfs HUIZINGE en verder toebehoren, staande aan de Noordendijk, buiten Dordrecht op Merwede grond, de Huizinge gequoteerd F No 11, met deszelfs vaste, en losse Gereedschappen, van Blokken en Takels.
Nader onderrichting is te bekomen by voornoemde Notaris en Procureur Van der Star.