Molen De Morgenzon, Schiedam

Schiedam, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Morgenzon
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
loodwitmolen, snuifmolen, trasmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
15192
oude dbnr.
V1523
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 15192 De Morgenzon (Schiedam)
uitsnede

locatie

plaats
Schiedam
plaatsaanduiding
aan de Hoofdstraat 181, nabij de Buitensluis
gemeente
Schiedam, Zuid-Holland
streek
Schiedam
geo positie
X: 87634, Y: 435853
N: 51.90710, O: 4.40823

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier op vierkante onderbouw
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Arend Klos, plateelschilder uit Delft, dient in 1779 een verzoek in bij de gemeente Schiedam, om een aardewerk- en plateelfabriek te starten. Arend Klos was onvoldoende vermogend om zijn fabriek op te richten en kreeg/vond steun van twee zakenlui.
Op 20 december 1779 dienen twee zakenlui, te weten Willem van Olphen en Abraham van der Velden een verzoek in bij het gemeentebestuur om een wit- en snuifmolen op te richten.

Toen de heren Gerrit Visser, Abraham Obijn, Jan van Capel en Frans Kerdel van deze plannen hoorden, dienden zij op 27 december 1779 een bezwaarschrift in.
Gerrit Visser had pas een branderij gebouwd op het terrein van het voormalige landhuis Belle-Vue, op de plek waar nu de firma Nolet is gevestigd.

De molen zou gebouwd gaan worden tussen de oude buitensluis en de branderij van Gerrit Visser in. Een snuifmolen veroorzaakte een ondraaglijk geluid en gedruis, waar de omwonenden niet op zaten te wachten. Meestal werden snuifmolens wat meer buiten de bebouwing gebouwd om die reden.

Op 25 januari 1780 gaf de gemeente Schiedam toestemming voor de bouw van molen "De Morgenzon".
Van de firma Loopuyt is een omvangrijk archief bewaard gebleven. In de polissen, die beginnen in 1795 en jaarlijks werden verlengd tot 1805 is te lezen dat de Morgenzon een houten achtkante molen was op een vierkante voet van steen met aan de Maaszijde een stenen koepel.
De molen was 67 voet hoog (ca 20 m) en bij de voet ca 10 meter en gelegen aan de havenkant, dicht bij de rivier de Maas.

Nicolaas Struijck was de molenaar/bewoner van "De Morgenzon".
Op 16 januari 1786 diende Bernard Johan Pielat van Bulderen & Co een verzoek in om het 'witwerk' om te mogen zetten in een trasmolen, aangezien de aardewerkfabriek inmiddels niet meer bestond.

De Verenigde Molenmakersbazen van Holland, te weten Daniel Pauwert uit Schiedam, Leendert Treurniet van de Schie buiten Delft, Willem Schouten aan de Geestbrug te Voorburg en Pieter Heestermansz uit Delfgauw lieten weten dat
het traswerk veel minder overlast zou geven dan het stampwerk van weleer.
Ook molenmaker Dirk Bakker uit Dordrecht verklaarde hetzelfde.
Het gemeentebestuur ging akkoord op 25 februari 1786 ondanks vele protesten en bezwaarschriften, maar wel onder voorwaarden.

Op 26 maart 1804 kreeg de trasmolen een aanwijzing wegens bouwvallige staat.

Rotterdamse courant, 23 april 1805
De Notaris A.J. de Maraaz, te Schiedam, zal op Vrydag den 26 April 1805, des voormiddags ten elf uren, in het openbaar verkoopen, een hegte, sterk, en extra welgelegen TRAS- en SNUIFMOLEN, genaamd De Morgenzon, met de daarby behoorende Huizing en Erve, staande en gelegen aan de lange Hoofdstraat der stad Schiedam; zynde inmiddels nader onderrichting te bekoomen by voornoemde Notaris.

Rond 1810 is de molen afgebroken.
Informatie vn Hans van Broekhoven, 19 april 2012.

aanvullingen

trivia
Deze ietwat onbekende molen werd weliswaar gebouwd als wit- en snuifmolen, maar werd omgebouwd tot trasmolen in 1786.
Mogelijk omdat het op dat moment (zo tegen 1800) niet zo lekker liep met de snuifhandel.

Om snuif te produceren worden namelijk zogeheten karotten (bundels gedroogde en gesausde tabaksbladeren) uit elkaar getrokken en in ronddraaiende tonnen door daarin stampende hakmessen fijn gehakt. Dit kon dus nog weleens een flink kabaal maken.

In de trasmolen werd tufsteen fijn gemalen, grote stukken werden eerst klein gehakt met mokers, en daarna fijn gestampt met stampers. Vervolgens werd het gruis met de molenstenen fijn gemalen. Het was een hele ongezonde bezigheid om daarin te moeten werken.