Molen De Kopermolen / De Koperslager, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Kopermolen / De Koperslager
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04913 i
oude dbnr.
V2864
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04913 i De Kopermolen / De Koperslager (Zaandam-Oost)
Aquarel van Gerrit Mol

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
achter de Kopermolenstraat, bewesten en op enige afstand van de Gouw
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam C (1) 551 Cornelis de Vries, koopman
geo positie
X: 116862, Y: 495887
N: 52.44943, O: 4.82621

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
twee dubbele oliewerken
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De windbrief voor de Kopermolen werd op 20 september 1642 afgegeven aan Gerrit Pietersz Bleecker, voor een volmolen waarvoor hij 4 pond windpacht moest betalen.

In een testament van 10 september 1675 staat: ”Een ven landt inde Noordt inde Kats, tot Oostzardam….genaemt de Koperven daerop de kopermolen staet…”, het is niet bekend of de molen werd vernoemd naar het land waarop hij zich bevond of dat het land naar de molen werd vernoemd.
De Kopermolen werd op 3 juni 1681 tegen brand verzekerd door eigenaar Pieter Claesz Back. De molen werd toen de Koperslager genoemd, zijn verzekerde waarde bedroeg ƒ 100. In deze brandverzekering waren vrijwel uitsluitend oliemolens ondergebracht, de molen zal toen inmiddels ook tot oliemolen zijn vertimmerd mede omdat de Kopermolen daarna voortdurend in handen van olieslagers was.

In 1711 is de Kopermolen van Jan Groen en op 5 juni 1733 laten Claas en Dirk Boon de molen voor ƒ 1800 tegen brandschade verzekeren.
In 1735 wordt het volgende geregeld bij de Notaris:”Den 18en Mei 1735, is voor Nots W.Hondius te Zaandam, gecompareerdt de Eersame Claas Boon, outburgemeester wonende tot Oostzaandam in de Noort aan de Moolen de Vijselaar (ook een volmolen). De testateur begeert expresselijk dat de boeken, daar de lakens en andere stoffen in staan die hem, testateurs molens Vijselaar en Koopermolen gevolt hebben, mede sullen moeten blijven aan hem Testateurs molen de Vijselaar onder directie van sijne soon Dirk Boon.
Item dat ook alle de brieven charters en papieren de volderije aangaande mede onder gemelde sijne soon Dirk Boon sullen moeten blijven berusten.”

De Kopermolen bleef tot ongeveer 1757 als volmolen in bedrijf, daarna werd hij verbouwd tot oliemolen. In 1758 laat eigenaar Cornelis Haan de lading en de molen zelf tegen brand verzekeren in het olieslagerscontract. Op 3 juli 1763 raakte de schuur van de Kopermolen in brand samen met het aanliggende woonhuis, de schade is aanzienlijk maar werd vergoed door het OC. Cornelis de Haan kreeg ƒ 2510 uitgekeerd, waarmee hij de schade liet herstellen.
“6 augustus 1763, Quitantie, waarin Cornelis Haan bekent voor schadevergoeding voor brand aan “olijmoolen genaamt de Koper Moolen” te hebben ontvangen van de gecommitteerdens van de olyslagers: ƒ 2510,- min 5% blijft ƒ 2384,50”. Deze vijf procent was voor eigen rekening.
In het begin van de negentiende eeuw behoorde de Kopermolen toe aan Cornelis de Vries, die ook eigenaar was van de oliemolen “het Honingvat” en de pelmolen “de Taanman”. Tijdens de Franse overheersing weet Cornelis de Vries zijn molenbezit aardig uit te breiden, hij werd namelijk ook eigenaar van de oliemolens “de Reinout”, “de Melkpot” en “de Vergilius”.

Vanaf 1848 sloeg de Kopermolen olie voor de firma Cornelis Czn. Honig. Naast de Kopermolen bezat Honig nog 13 andere oliemolens en was daarmee een van de grootste olieslagers uit die tijd. De Kopermolen blijft tot 1865 in bedrijf. Op vrijdag 1 september 1865 raakte de Kopermolen die toen stilstond in verband met de Zaandammer kermis in brand. De Zaandammer kermis was, net als Pinkster 3, een soort grote vakantie binnen de Zaanstreek. Tijdens de Zaandammer Kermis kregen veel arbeiders vrij om dit feest uitbundig te vieren.
Ook de Zaandammer brandweer vierde kermis en dat was duidelijk te merken. Het merendeel van de brandweerlieden kwam dronken en veel te laat bij de brand aan, zodat er niet meer viel te blussen. De “goede” gewoonte om tijdens de brand ook nog jenever te schenken aan de spuitgasten was er ook debet aan dat de Kopermolen tot de grond toe afbrandde. Een aantal spuitgasten was zo dronken dat zij de nacht slapend in het weiland doorbrachten. Ook voor het olieslagerscontract was dit een behoorlijke strop. Cornelis Honig kreeg voor de molen een bedrag van ƒ 8500 uitgekeerd en voor de lading maar liefst ƒ 20.799,04.
De brand was waarschijnlijk ontstaan in de laad van het slagwerk. In deze laad werden stoven geplaatst om het jaag- en staanijzer warm te houden, mogelijk was een van deze stoven stukgegaan, met alle gevolgen van dien. Na de brand van de Kopermolen werden deze stoven verboden.

Ondanks dat Honig een behoorlijke vergoeding kreeg, liet hij de Kopermolen niet meer herbouwen. Op 20 januari 1866 werd het erf van de Kopermolen, waarop zich nog steeds de penanten en de oliebakken bevonden verkocht. De ijzeren as van de molen hield Honig zelf, hij kreeg toestemming van de nieuwe eigenaar van het land om de as tot 1 mei te laten liggen.

Het opruimen van de restanten van de Kopermolen gebeurde niet grondig, de oliebakken van de molen hebben nog jaren boven de grond uitgestoken.

Bronnen:
- “De Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 228
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
- “het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz. 50/105/113-115
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 135
- “Zaanse windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 114-117
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 144.
-----

Het bouwjaar van deze molen is niet bekend, maar is vermoedelijk 1642, en wel als volmolen. Hij wordt voor het eerst genoemd in een stuk van 10 september 1675: 'Een ven landt, genaemt de Koperven, daerop de kopermolen staet'.
Omstreeks 1756 was hij vertimmerd tot oliemolen.
Het was een zeer grote molen, hij had twee dubbele slagwerken.
De Zaanse brandkroniek vermeldt: '1763. 3 juli.verbrandde te Oostzaandam de schuur en het woonhuis van den kopermolen'. We mogen aannemen dat de schade hersteld werd.
De Zaanse brandkroniek vermeld andermaal: '1865. 1 september. Verbrandde te Zaandam, Oostzijde, op `t Kopermolenpad, de kapitale grootse en dubbele oliemolen de Kopermolen, toebehoorende aan den heer C. Honig, van Koog aan de Zaan'. De brand zou zijn ontstaan door `t vuur in de kamers van het voorslagsblok, hij was begonnen `s namiddags 3 uur en daar het vrijdag van de Zaandammer kermis was, was het volk een uur vroeger naar huis gegaan volgens gewoonte op dien dag.
G. van Soest.

aanvullingen

trivia
Het pad naar de molen heette vroeger het Kopermolenpad en lag ten zuiden van de Kopermolensloot. Later is de Kopermolensloot gedempt en werd het pad de Kopermolenstraat.

De Kopermolen was één van de grootste oliemolens uit de Zaanstreek, hij bezat nl. twee dubbele werken, van dit type molen waren er maar enkele binnen de streek.
-----

Purmerender Courant, 6 sept. 1865:
"Jl. vrijdag namiddag is te Zaandam (oostzijde) de oliemolen genaamd: "de Kopermolen", toebehoorende aan de heeren Honig, geheel uitgebrand en spoedig ineengestort, niettegenstaande een zestiental spuiten binnen korten tijde in werking waren. Men verneemt dat er zeer veel olie en koolzaad in den molen aanwezig was. De oorzaak van den brand is tot nog toe onbekend."

Purmerender Courant 10 en 17 jan. 1866:
"E. BRAMER en C. HEIJNIS Cz., Makelaars, zullen als lasthebbenden van hunnen principaal, op Zaturdag dan 20 Januarij 1866, des avonds ten 6 ure, in het koffijhuis "de Waakzaamheid" te Koog aan de Zaan, ten overstaan van den Notaris JACOB DOZIJ presenteren te verkoopen:
1. Het Erf van den onlangs verbranden Oliemolen, genaamd "de Koperslager of Kopermolen" gelegen te Zaandam, in Sectie C. No. 551, groot 14 roeden, 70 ellen, met alles wat op en in den grond van dat Erf aanwezig is; OLIEBAKKEN, PILAREN, HEIPALEN enz., met uitzondering echter van den IJZEREN MOLEN-AS, welke op dat erf ligt."