De afgebeelde molen werd oorspronkelijk gebouwd als bovenmolen van Polder De Nesse bij Ouderkerk a/d IJssel (Krimpenerwaard) in 1860. Buiten bedrijf geraakt in 1884 door stoomgemaal. In 1888 voor afbraak verkocht en naar Kethel verplaatst.
De aanbesteding voor deze klus vond plaats op 26 september 1887.
De molen werd in 1888 gebouwd als vervanger van een vorige kleinere molen
In 1926 werden met de molen proeven gedaan om te onderzoeken welke verbeteringen aan windmolens nodig waren om ze beter te laten "concurreren" met mechanisch gedreven maalderijen en poldergemalen.
Aanvulling gegevens verwoesting 5 oktober 1944:
De nieuwe molen werd op 5 oktober 1944 bij wijze van represaille door de Duitse bezetter in brand gestoken en ging geheel verloren. De molen stond op het moment van de beschietingen met vier volle zeilen te draaien.
De represaillemaatregel had betrekking op het opblazen van een stuk van de spoorlijn Rotterdam-Hoek van Holland, dichtbij de molen. Molenaar Post was op het moment van de ontploffing bij het scheprad in de molen. De molen maalde op dat moment en Post dacht dat er iets met de molen was. Toen hij daarop naar buiten liep zag hij tot zijn geruststelling dat er niets aan de molen kapot was. Later op de dag kwamen enkele collaborateurs aan de molenaar vragen wat hij had gezien. Toen Post antwoordde dat hij van niets wist, werd hem toegesnauwd dat de molen eraan ging. Toon Post en zijn vrouw konden nog snel wat kleding pakken, waarna de molen op alle acht hoeken in brand werd gestoken. Het moet een bijzonder felle brand zijn geweest, want de molen stortte na ongeveer 20 minuten in. De inmiddels aangekomen brandweer kreeg van de "pyromanen" het verbod te blussen totdat de molen was verwoest. Op het moment dat de brandweer groen licht kreeg, kwam er alleen maar modder uit de brandspuit; de achterwaterloop stond namelijk droog. De molen werd totaal verwoest. Na de brand stonden alleen de veldmuren nog overeind. De achtkantstijlen en de koningsspil werden nog gebruikt voor de bouw van
een nieuw huisje voor de molenaar. De rest van de restanten was onbruikbaar of werd als schroot (scheprad, wateras) verkocht.
De bekende Kethelse molenmaker v/d Loo bood direct na de brand het bestuur van de Nieuwlandse Polder aan de verbrande molen te vervangen door een voor afbraak bedoelde molen uit Berkel. Hij beloofde er voor te zorgen dat de nieuwe molen binnen twee maanden maalvaardig zou zijn. Het bestuur koos echter voor een nieuw te bouwen gemaal, maar zei erbij dat als de molen niet was verwoest, deze ook nooit zou zijn afgebroken, maar in stand was gehouden. Helaas ging de bouw van een vervangende molen daarom niet door. Molenaar Post bleef tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw machinist op het gemaal en overleed eind jaren tachtig.
Bron: Schiedams Molennieuws 1994/1995.
Rob Pols.
Foto collectie M.Gagestein, opname 1920 ca
Foto collectie M.Gagestein, opname 1920 ca
Fundering nog in de grond aanwezig.
De molen bemaalde de Nieuwlandsche Polder die 250ha groot was.
De polder werd inmiddels grotendeels opgespoten en bebouwd.
2e afb.: links een pamflet met daarop de molen in vlammenzee, rechts de molen nog in volle glorie uit de verzameling van Frans Kroon
3e afb.: 3 foto's gemaakt door Rob Pols op 2 januari 2006 van de voormalige molenplaats
Foto coll. M. Gagestein